Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
- het deskundigenbericht van 17 augustus 2022;
2.De verdere beoordeling
Hierbij wordt opgemerkt dat dezelfde deskundige op 10 februari 2020 al een prestatiekeuring op verzoek van [eiser] naar het werk van [gedaagde] had uitgevoerd en dat de rechtbank de deskundige heeft opgedragen om in zijn aan de rechtbank uit te brengen rapportage in aanmerking te nemen dat op het moment van de eerste keuring van 10 februari 2020 het schilderwerk al twee jaar oud was. De deskundige heeft in de beantwoording van de aan hem gestelde vragen hieraan voldaan.
Voorts heeft de deskundige, zoals opgedragen, in zijn rapportage meegenomen dat houtrotherstel buiten de door [eiser] aan [gedaagde] gegeven opdracht valt.
(i) [eiser] heeft bij [gedaagde] diverse malen telefonisch via WhatsApp en e-mail aangedrongen om alsnog na te komen.
(ii) De aan [gedaagde] hiervoor geboden termijnen zijn redelijk geweest. [gedaagde] heeft op 1 oktober 2017 aan [eiser] meegedeeld dat de werkzaamheden 12 tot 14 dagen zouden duren, dat partijen bij de overeenkomsten een duidelijke oplevertermijn hebben afgesproken (3 september 2017) en dat [eiser] na meer dan twee jaar vergeefs wachten op 12 februari 2020 en 22 april 2020 alsnog een termijn van 10 dagen heeft gegund om alsnog na te komen, althans om met een plan van aanpak te komen. [2] (iii) [gedaagde] heeft vanaf 24 januari 2020 alle communicatie met [eiser] verbroken.
Onder deze omstandigheden acht de rechtbank het naar maatstaven van redelijkheid onaanvaardbaar dat het ontbreken van een schriftelijke ingebrekestelling in de weg zou staan aan het verzuim van [gedaagde] en aan de bevoegdheid tot ontbinding van de overeenkomst door [eiser].
€ 22.001,00is dus toewijsbaar.
aanvullendeschadevergoeding. Aanvullende schadevergoeding is de vergoeding van schade die [eiser] heeft geleden als gevolg van de ondeugdelijkheid van de door [gedaagde] verrichte werkzaamheden, maar ziet niet op de kosten die [eiser] moet maken om al dan niet met inschakeling van een derde alsnog het afgesproken schilderwerk gedaan te krijgen.
€ 22.500,-, alsmede materiaalkosten van € 1.700,-. [5]
€ 8.943,92. De rechtbank schaart zich achter deze begroting van de deskundige, die door partijen inhoudelijk niet is weersproken. Dit bedrag zal worden toegewezen.
(i) Aanvullende schadevergoeding ziet op vergoeding van schade als gevolg van de ondeugdelijke prestatie van [gedaagde] en niet op het alsnog gedaan krijgen van het afgesproken schilderwerk.
(ii) Herstel van kitwerk hoort daarom niet tot de te vergoeden schade, ook niet indien dit deel uitmaakte van de overeenkomst.
(iii) Houtrot valt buiten de overeenkomst.
Met inachtneming van het voorgaande overweegt de rechtbank als volgt.
€ 1.130,88.
€ 1.975,75.
De rechtbank gaat er van uit dat de door [eiser] aangeleverde verf en materialen zijn gebruikt voor het alsnog gedaan krijgen van het afgesproken schilderwerk. De afzonderlijk gevorderde materiaalkosten van € 1.700,- zijn daarom niet toewijsbaar.
€ 3.597,-.
€ 890,56toewijsbaar is.
1.802,50(2,5 punten × tarief € 721,00)