3.1.Geha vordert in de hoofdzaak dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
A. Cindro te veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van het in deze
procedure te wijzen vonnis tegen deugdelijk bewijs van kwijting aan Geha te betalen een bedrag van € 82.280,- aan klantenvergoeding te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW vanaf 1 februari 2022, althans per datum dagvaarding, althans vanaf een in redelijke justitie te bepalen datum, steeds tot aan de dag der algehele voldoening;
Cindro te veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van het in deze
procedure te wijzen vonnis, tegen deugdelijk bewijs van kwijting, aan Geha te betalen een bedrag van € 1.597,80 ter zake buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex art. 6:119a BW vanaf datum dagvaarding, althans vanaf een in redelijke justitie te bepalen datum, steeds tot aan de dag der algehele voldoening;
Cindro te veroordelen in de kosten van dit geding, de nakosten daaronder begrepen,
met bepaling dat deze moeten worden voldaan binnen 14 dagen na dagtekening van
het vonnis, en - voor het geval voldoening van deze kosten niet binnen de gestelde
termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag der algehele
voldoening.
In voorwaardelijke reconventie