ECLI:NL:RBNHO:2022:11982

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 december 2022
Publicatiedatum
9 januari 2023
Zaaknummer
C/15/334409 / KG ZA 22-594
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffen executoriaal beslag na verstekvonnis in kort geding tussen Just Drive B.V. en [gedaagde]

In deze zaak heeft Just Drive B.V. een kort geding aangespannen tegen [gedaagde] met als doel het opheffen van een executoriaal beslag dat door [gedaagde] was gelegd na een verstekvonnis. De procedure vond plaats bij de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 20 december 2022. Just Drive vorderde primair de opheffing van het beslag en een verbod voor [gedaagde] om nieuwe beslagen te leggen totdat er een einduitspraak in de bodemprocedure is gedaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat Just Drive in 2021 een BMW heeft verkocht aan [gedaagde], die vervolgens problemen met de auto heeft ervaren en een beroep heeft gedaan op ontbinding van de koopovereenkomst. Na een verstekvonnis waarin Just Drive werd veroordeeld tot betaling aan [gedaagde], heeft deze executoriaal beslag gelegd. De voorzieningenrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het beslag misbruik van bevoegdheid zou opleveren, gezien het feit dat de beslagen tegoeden de veroordeling in het verstekvonnis overstijgen. De voorzieningenrechter heeft daarom het beslag opgeheven, maar onder voorwaarden die zowel de belangen van Just Drive als die van [gedaagde] in acht nemen. Just Drive moet een bedrag van € 35.000,- aan [gedaagde] betalen en de auto terugkrijgen, terwijl het restant van de veroordeling op een derdengeldrekening moet worden gestort. Tevens is [gedaagde] veroordeeld om zich te onthouden van nieuwe beslagen totdat er een einduitspraak is gedaan in de verzetprocedure.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/334409 / KG ZA 22-594
Vonnis in kort geding van 20 december 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
JUST DRIVE B.V.,
statutair gevestigd te Haarlem,
eiseres,
advocaat mr. S.K. Tuithof te Haarlem,
tegen
[gedaagde],
handelend onder de naam
[naam],
zaakdoende te Beverwijk,
gedaagde,
advocaat mr. P.A. Dijkstra te Haarlem.
Partijen zullen hierna Just Drive en [gedaagde] genoemd worden.

2 De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties;
  • de producties van de zijde van [gedaagde];
  • de aanvullende producties van de zijde van Just Drive;
  • de aanvullende producties van de zijde van [gedaagde];
  • de mondelinge behandeling van 13 december 2022;
  • de pleitnota van [gedaagde].
2.2.
Van de zijde van [gedaagde] is voorafgaande aan de zitting om extra spreektijd gevraagd tijdens de zitting. Dit verzoek is toegewezen.
2.3.
Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling zijn verschenen namens Just Drive de heer [A.] (bedrijfsleider), bijgestaan door mr. Tuithof voornoemd en [gedaagde], bijgestaan door mr. Dijkstra voornoemd.
2.4.
Na de mondelinge behandeling zijn partijen in overleg getreden over een minnelijke oplossing. Op 20 december 2022 heeft mr. Dijkstra vonnis gevraagd.
2.5.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

3.De feiten

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting wordt in dit geding van het volgende uitgegaan.
3.1.
Just Drive heeft in 2021 een BMW met kenteken [kenteken] te koop aangeboden via een advertentie op Marktplaats. Tussen partijen is op 12 juni 2021 een koopovereenkomst tot stand gekomen voor een koopsom van € 46.180,-.
[gedaagde] heeft daarbij zijn BMW 120D ingeruild bij Just Drive voor een bedrag van
€ 7.500,- welk bedrag in mindering is gebracht op de hiervoor genoemde koopsom. Tevens heeft [gedaagde] voor een deel van de resterende koopsom financiering afgesloten.
3.2.
De BMW is op 24 juni 2021 geleverd aan [gedaagde]. [gedaagde] heeft daarna verschillende keren (nood-)reparaties laten uitvoeren aan de auto, onder andere door derden.
3.3.
[gedaagde] heeft in zijn brief van 9 juni 2022 aan Just Drive een beroep gedaan op ontbinding van de koopovereenkomst en Just Drive gesommeerd tot ongedaanmaking.
3.4.
[gedaagde] heeft deskundige Dekra ingeschakeld om onderzoek te doen naar de staat van de auto. Dat onderzoek is op 27 juli 2022 uitgevoerd en daarvan is op 9 augustus 2022 een rapport opgesteld.
3.5.
Per exploot van 26 juli 2022 heeft [gedaagde] Just Drive gedagvaard voor deze rechtbank. De rechtbank heeft de zaak doorverwezen naar de kantonrechter.
3.6.
Op 9 november 2022 is door de kantonrechter van deze rechtbank tussen partijen een verstekvonnis gewezen (hierna: het verstekvonnis), waarin Just Drive is veroordeeld tot betaling aan [gedaagde] van:
  • € 47.676,52, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 46.180,00 vanaf 17 juni 2022 tot aan de dag van algehele betaling;
  • € 7.904,35, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juli 2022 tot aan de dag van de gehele betaling:
  • de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [gedaagde] heeft vastgesteld op € 131,18 wegens dagvaardingskosten, € 693,00 wegens griffierecht, € 748,00 wegens salaris gemachtigde en € 124,00 aan nasalaris (voor zover daadwerkelijk kosten worden gemaakt), vermeerderd met de wettelijke rent over de proceskosten.
3.7.
Het verstekvonnis is op 18 november 2022 aan Just Drive betekend, waarbij bevel is gedaan binnen twee dagen tot betaling van € 57.863,60 over te gaan.
3.8.
[gedaagde] heeft op 23 november 2022 executoriaal derdenbeslag doen leggen onder de ING Bank ten laste van Just Drive. Dit beslag heeft voor een bedrag van € 294.903,03 doel getroffen. Het beslag is op 29 november 2022 aan Just Drive overbetekend.
3.9.
Just Drive heeft op 12 december 2022 verzet ingesteld tegen het verstekvonnis.

4.Het geschil

4.1.
Just Drive vordert samengevat - dat de voorzieningenrechter, bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair:
I. het door [gedaagde] ten laste van Just Drive gelegde beslag onder de ING direct opheft;
II. beveelt dat [gedaagde] zich dient te onthouden van het leggen van nieuwe beslagen totdat onherroepelijk is beslist in de bodemprocedure, op straffe van verbeurte van een dwangsom;
subsidiair:
I. het door [gedaagde] ten laste van Just Drive gelegde beslag onder de ING direct opheft voor zover de beslagen gelden de vordering zoals toegewezen in het verstekvonnis d.d. 9 november 2022 overstijgen;
II. [gedaagde] beveelt ING te bevelen de gelden tot het bedrag waarin Just Drive in het vonnis d.d. 9 november 2022 is veroordeeld binnen drie dagen na het in dezen te wijzen vonnis over te maken op de derdengeldrekening van Sandjay Tuithof Advocatuur B.V. (of zo nodig de derdengeldrekening van de advocaat van [gedaagde]) die pas tot uitkering van de gelden zal overgaan aan de partij aan wie de gelden toekomen, nadat onherroepelijk is beslist over het geschil,
of de ING te bevelen de gelden tot het bedrag waarin Just Drive in het vonnis d.d. 9 november 2022 is veroordeeld onder zich te houden totdat onherroepelijk is beslist over het geschil;
III. beveelt dat [gedaagde] zich dient te onthouden van het leggen van nieuwe beslagen totdat onherroepelijk is beslist in de bodemprocedure op straffe van verbeurte van een dwangsom;
een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding, te vermeerderen met nakosten.
4.2.
[gedaagde] voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
De vorderingen van Just Drive strekken tot opheffing van het ten laste van Just Drive gelegde executoriale beslag en tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis. Uitgangspunt is dat een veroordeling hangende een hogere voorziening uitvoerbaar dient te zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Afwijking van dit uitgangspunt kan worden gerechtvaardigd door omstandigheden die meebrengen dat het belang van de veroordeelde (in dit geval: Just Drive) bij behoud van de bestaande toestand zolang niet op het door hem ingestelde rechtsmiddel is beslist, of diens belang bij zekerheidstelling, ook gegeven dit uitgangspunt, zwaarder weegt dan het belang van degene die de veroordeling heeft verkregen (in dit geval: [gedaagde]) bij de uitvoerbaarheid bij voorraad daarvan.
5.2.
In het verstekvonnis van 9 november 2022 is geen gemotiveerde beslissing gegeven over de uitvoerbaarheid bij voorraad. Daarom moet worden aangenomen dat nog geen afweging van de belangen van partijen heeft plaatsgevonden aan de hand van de daarvoor van belang zijnde feiten en omstandigheden. De voorzieningenrechter moet deze afweging daarom alsnog maken. Hierbij moet de kans van slagen van een rechtsmiddel in beginsel buiten beschouwing blijven. Dit staat er niet aan in de weg dat de rechter in zijn oordeelsvorming betrekt of de bestreden beslissing berust op een kennelijke misslag (vgl. HR 20 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:2026).
5.3.
Bij de toepassing van deze maatstaf moet in het onderhavige geval in aanmerking worden genomen dat het hier gaat om de executie van een verstekvonnis, een titel die niet gebaseerd is op een inhoudelijke beoordeling van de aanspraken van de executant op grond van een behoorlijk debat.
5.4.
Een behoorlijke rechtsbedeling kan in een constellatie als de onderhavige niet plaats vinden zonder dat de voorzieningenrechter, zo goed en zo kwaad als dat in kort geding gaat, zich een voorlopig oordeel vormt over het achterliggende geschil.
5.5.
Gelet op hetgeen ter zitting is aangevoerd gaat het bij de inhoudelijke beoordeling van het geschil in essentie om de volgende vragen:
Is bij de totstandkoming van de koopovereenkomst door Just Drive voldoende (indringend) gecommuniceerd dat hier sprake was van een auto met een schadeverleden?
Is aannemelijk dat de auto gebreken vertoont die [gedaagde] bij de aanschaf van een auto van deze kwaliteit, leeftijd en prijs niet behoefde te verwachten?
Zijn de gebreken voldoende kenbaar gemaakt aan Just Drive?
Kan Just Drive nog steeds van [gedaagde] verlangen dat deze zich beperkt tot een claim, en herstel, onder de garantie?
Hoe moet de omstandigheid dat [gedaagde] inmiddels ruim 50.000 km met de auto heeft gereden in de beoordeling worden verdisconteerd?
Ad a.
5.6.
In het rapport van expertise van Dekra van 9 augustus 2022 is het volgende vermeld:

7. SCHADEVERLEDEN
Onderhavig voertuig betreft een gebruikt ingevoerd voertuig. Gezien de betaalde BPM, welke veel lager is dan de bruto BPM, zal het voertuig als schadevoertuig ingevoerd zijn.
Na import is er ook nog een achter schade vastgesteld.”
5.7.
Dat dit bij de verkoop van de auto is gecommuniceerd, is tegenover betwisting door [gedaagde] vooralsnog onvoldoende aannemelijk. Vast staat dat er in de advertentie niet over wordt gerept. Het verkoopgesprek zoals dat in de verklaring van de partner van [gedaagde] wordt gerelateerd ademt dezelfde sales-geur als deze advertentie.
Ad b.
5.8.
Voorop behoort te staan dat een koper van een vier jaar oude auto van een A-merk als BMW, met een cataloguswaarde van ruim € 85.000,-, een km stand van (ongeveer) 30.000 en een koopprijs van € 46.000,-, op basis van de aanprijzingen in de advertentie een aantal jaren en vele duizenden km aan probleemloze rijervaring mag verwachten. Dat geldt ook als de auto een schade-verleden heeft.
5.9.
Uit de overgelegde WhatsApp-communicatie wordt voldoende duidelijk dat de auto allerlei problemen en mankementen heeft vertoond. In dit geding kan niet worden vastgesteld wanneer deze zich voor het eerst hebben gemanifesteerd, hoe ernstig ze zijn, en of er een relatie is met het schade-verleden van de auto. Het feit dat er een jaar na aanschaf nog steeds problemen aan het licht traden geeft overigens wel te denken.
Ad c. en d.
5.10.
Uit de genoemde WhatsApp-communicatie moet worden geconcludeerd dat [gedaagde] zich veelvuldig met klachten bij Just Drive heeft gemeld. De voorzieningenrechter is vooralsnog van oordeel dat het moment van definitieve oplossingen ten tijde van het beroep op ontbinding wel was bereikt.
Ad e.
5.11.
Over deze vraag is door partijen niet gedebatteerd. Berekeningen op de ANWB-koerslijst laten zien dat de dagwaarde van deze auto op dit moment met een km stand van 80.000 slechts ca € 2.000,- lager is dan de dagwaarde van dezelfde auto met een km stand van 30.000.
Implicaties van het voorgaande en belangenafweging
5.12.
Gelet op hetgeen in het voorgaande is overwogen, acht de voorzieningenrechter het aannemelijk dat in verzet zal worden geoordeeld dat de ontbinding van de koopovereenkomst terecht door [gedaagde] is ingeroepen. Van een kennelijke misslag in het verstekvonnis is niet gebleken. Dat betekent dat moet worden gekoerst op ongedaanmaking (zoals ook in het verstekvonnis is beslist).
5.13.
Just Drive heeft haar belang bij de door haar ingestelde vorderingen toegelicht met het betoog dat het beslag van [gedaagde] ten laste van Just Drive onder ING doel heeft getroffen tot een bedrag van € 294.903,03, terwijl duidelijk is dat de vordering van [gedaagde] - hoe dan ook - veel lager is (volgens het bevel van 18 november 2022: € 57.863,60). Just Drive heeft bovendien aangevoerd dat het (gelet op haar verweren) aannemelijk is dat in de verzetprocedure de vorderingen van [gedaagde] niet (volledig) toegewezen zullen worden en zij in dat geval een serieus restitutierisico loopt indien de vordering van [gedaagde] reeds volledig (via het executoriaal derdenbeslag) is voldaan.
5.14.
[gedaagde] heeft ter onderbouwing van zijn belang bij de executie van het verstekvonnis aangevoerd dat hij voor de aankoop van de auto financiering heeft afgesloten ter hoogte van ongeveer de helft van de aankoopsom (van € 46.180,-). Zo lang hij die financiering niet kan aflossen zit hij “vast” aan deze auto (en moet hij in de auto blijven rijden) en kan hij geen andere auto aanschaffen.
5.15.
[gedaagde] heeft een gerechtvaardigd belang bij de executie van het verstekvonnis, welk vonnis geen kennelijke misslag bevat. De voormelde belangen tegen elkaar afwegend, komt de voorzieningenrechter daarom tot het oordeel dat de primaire vorderingen van Just Drive niet zonder meer kan worden toegewezen.
5.16.
Tezelfdertijd is de voorzieningenrechter van oordeel dat ongewijzigde instandhouding van het beslag door [gedaagde] misbruik van bevoegdheid zou opleveren, gelet op het tussen partijen vaststaande feit dat de beslagen tegoeden (€ 294.903,03) de veroordeling van Just Drive in het verstekvonnis ruimschoots overschrijden, terwijl [gedaagde] daarbij geen rechtens te respecteren belang heeft.
5.17.
Dit leidt ertoe dat de voorzieningenrechter de primaire vordering van Just Drive wel zal toewijzen, maar onder voorwaarden waarmee enerzijds, anticiperend op ongedaanmaking van de koopovereenkomst, tegemoet wordt gekomen aan het belang van [gedaagde] om van de auto te worden verlost, hetgeen niet kan zonder dat hij de financiering aflost, en anderzijds een voorziening wordt getroffen waarmee het door Just Drive gestelde restitutierisico enigermate wordt afgedekt. Die voorwaarden houden het volgende in:
Just Drive dient een bedrag van € 35.000,- (de dagwaarde van de auto volgens de ANWB koerslijst) te voldoen aan [gedaagde];
[gedaagde] dient de auto terug over te dragen aan Just Drive;
Just Drive dient vervolgens het restant van het bedrag waarin Just Drive in het vonnis van 9 november 2022 is veroordeeld te voldoen aan de derdengeldrekening van de advocaat van [gedaagde], onder de bepaling dat het daar blijft staan in afwachting van een instructie van de bodemrechter over de aanwending ervan;
een en ander op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
5.18.
Ook de gevorderde veroordeling van [gedaagde] om zich te onthouden van nieuwe beslagen wordt toegewezen, totdat in de verzetprocedure einduitspraak is gedaan. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
Proces- en nakosten
5.19.
[gedaagde] zal als de gedeeltelijk in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van Just Drive worden begroot op:
dagvaardingskosten: € 105,31;
griffierechten: € 676,00;
salaris advocaat:
€ 980,00;
totaal: € 1.761,31.
5.20.
Over de gevorderde nakosten overweegt de voorzieningenrechter dat volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) een veroordeling tot betaling van de proceskosten ook een veroordeling tot betaling van de nakosten omvat. Daarom zullen de nakosten niet afzonderlijk in d proceskostenveroordeling worden vermeld.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
heft het door [gedaagde] ten laste van Just Drive gelegde beslag onder de ING op;
6.2.
bepaalt dat Just Drive aan deze beslissing enkel rechten kan ontlenen indien Just Drive ING eerst (schriftelijk en onherroepelijk, met een kopie aan de advocaat van [gedaagde]) opdraagt om van het saldo op de beslagen bankrekening onmiddellijk na opheffing van het beslag de volgende betalingen te verrichten:
  • een bedrag van € 35.000,- aan [gedaagde] door storting op de derdengeldrekening van de advocaat van [gedaagde], die deze gelden direct mag uitkeren aan [gedaagde];
  • nadat de [gedaagde] de auto terug heeft overgedragen aan Just Drive: het restant van het bedrag waarin Just Drive in het vonnis van 9 november 2022 is veroordeeld, eveneens door storting op de derdengeldrekening van de advocaat van [gedaagde], onder de bepaling dat de advocaat van [gedaagde] deze gelden uitsluitend uitkeert overeenkomstig een daartoe strekkende instructie van de bodemrechter, of - eenparig - van partijen;
6.3.
beveelt [gedaagde] zich te onthouden van het leggen van nieuwe beslagen totdat in de verzetprocedure door de rechter een einduitspraak is gedaan, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,- per keer dat [gedaagde] toch tot beslaglegging overgaat met een maximum van € 50.000,-;
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Just Drive begroot op € 1.761,31;
6.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst af het anders of meer gevorderde
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. Schotman en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 20 december 2022. [1]

Voetnoten

1.type: 1538