Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 28 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan betrokkene voor het negeren van een rood verkeerslicht. De zaak is behandeld in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verbalisant, die de boete had opgelegd, direct zicht had op het verkeerslicht en dat dit licht op het moment van de overtreding ongeveer 2 seconden op rood stond. Betrokkene heeft in zijn beroepschrift aangevoerd dat de verbalisant het stoplicht niet had gezien en heeft een beroep gedaan op de ontruimingstijd tussen de stoplichten. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs biedt voor de overtreding. De kantonrechter heeft geen reden gezien om te twijfelen aan de verklaringen van de verbalisant, ondanks de argumenten van betrokkene.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien om de boete te matigen. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. M.M. Kruithof, bijgestaan door de griffier. Betrokkene heeft de mogelijkheid om binnen 6 weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, mits de boete meer dan € 70,00 bedraagt.