Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 november 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie (boete) opgelegd aan de betrokkene voor het doorrijden bij een rood verkeerslicht. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde M.J.M. Bergers van Boete.nu, stelde dat de geeltijd van het verkeerslicht te kort was, waardoor hij niet op verantwoorde wijze kon stoppen. De gemachtigde voerde aan dat de boete niet had mogen worden opgelegd, omdat de gedraging niet aan de betrokkene kon worden verweten en dat het openbaar ministerie in strijd met zijn eigen beleidsregels handelde, wat in strijd zou zijn met artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De kantonrechter oordeelde dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, voldoende was vastgesteld. De rechter verwees naar foto’s in het dossier die aantonen dat het verkeerslicht al 2,9 seconden geel en 0,4 seconden rood licht uitstraalde op het moment dat het voertuig van de betrokkene de stopstreep passeerde. De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene niet tijdig had kunnen stoppen, maar dat dit een omstandigheid was die voor zijn rekening kwam.
De rechter stelde vast dat de eis in het Beleidskader flitspalen dat de geeltijd van de verkeersregelinstallatie (VRI) moet voldoen aan de minimum eisen van CROW geen beleidsregel is in de zin van artikel 3, derde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Woerdman, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken.