ECLI:NL:RBNHO:2022:18
Rechtbank Noord-Holland
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke handhavingszaak
Op 3 januari 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen Maatschap [verzoekster] en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beemster. De zaak betreft een verzoek om handhaving dat door [naam 1] en [naam 2] was ingediend in verband met een uitbreiding van een (koeien)stal op het perceel [perceel]. Het college heeft het verzoek om handhaving in een besluit van 18 januari 2019 afgewezen, wat in een beslissing op bezwaar op 27 mei 2019 werd gehandhaafd. Tegen deze beslissing hebben [naam 1] en [naam 2] beroep ingesteld, dat door de rechtbank op 13 oktober 2020 gegrond werd verklaard. De rechtbank heeft het college opgedragen een nieuw besluit te nemen, wat resulteerde in een herziening van het besluit op 10 augustus 2021, waarin het bezwaar gegrond werd verklaard en handhavend optreden werd aangekondigd.
Verzoekster heeft pro forma beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, maar trok dit beroep in na ontvangst van een waarschuwingsbrief van verweerder. Verzoekster verzocht de rechtbank om vergoeding van de proceskosten, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de waarschuwingsbrief in overeenstemming was met het handhavingsbeleid en dat er geen sprake was van tegemoetkomen in de zin van de relevante wetgeving. De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was om te concluderen dat verweerder in de proceskosten moest worden veroordeeld.