ECLI:NL:RBNHO:2022:2379
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Last onder dwangsom opgelegd aan Stichting Stadslandbouw Hoorn wegens overtreding van de Wet natuurbescherming
Op 17 maart 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Stadslandbouw Hoorn (verzoekster) en het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland (verweerder). De zaak betreft een verzoek om voorlopige voorziening naar aanleiding van een besluit van verweerder van 23 november 2021, waarbij verzoekster werd gelast om uiterlijk op 1 mei 2022 uitvoering te geven aan een herstelplicht, op straffe van een dwangsom van € 25.000. Verzoekster heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek behandeld op 3 maart 2022. Verzoekster heeft betoogd dat zij niet in strijd heeft gehandeld met de Wet natuurbescherming (Wnb) en dat er geen ecologische schade is aangericht. Verweerder heeft echter gesteld dat verzoekster de zorgplicht uit artikel 1.11 van de Wnb heeft geschonden door zonder voorafgaand onderzoek bomen en struiken te verwijderen, wat mogelijk negatieve gevolgen heeft gehad voor beschermde diersoorten.
De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster onzorgvuldig heeft gehandeld door geen natuurwaardenonderzoek uit te voeren voordat zij de werkzaamheden uitvoerde. De voorzieningenrechter concludeerde dat verweerder bevoegd was om handhavend op te treden en dat de opgelegde last onder dwangsom terecht was. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en de voorzieningenrechter benadrukte dat de schending van de zorgplicht op zich al voldoende was om de herstelplicht op te leggen. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.