ECLI:NL:RBNHO:2022:2456
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig nemen van besluit in bestuursrechtelijke procedure
Op 24 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zaanstad. De eiser had op 31 januari 2022 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder op zijn verzoek om medewerking op basis van artikel 96 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het verzoek van eiser niet kan worden aangemerkt als een aanvraag in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat er geen publiekrechtelijke handeling is verricht waarover een besluit kan worden genomen.
De rechtbank heeft verder overwogen dat, ingevolge artikel 8:54 van de Awb, zij het onderzoek kan sluiten indien zij kennelijk onbevoegd is of het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Aangezien het verzoek van eiser niet voldoet aan de vereisten van een aanvraag, is verweerder niet in gebreke tijdig te beslissen. Hierdoor staat de mogelijkheid tot het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen niet open. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is en heeft dit in haar beslissing bevestigd.
De uitspraak is gedaan door mr. E. Jochem, rechter, en is openbaar uitgesproken. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling en tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan binnen zes weken na verzending van de uitspraak door de griffier.