ECLI:NL:RBNHO:2022:2664

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 maart 2022
Publicatiedatum
28 maart 2022
Zaaknummer
9481955 \ CV EXPL 21-6821
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid Nederlandse rechter in geschil over domeinnaamregistratie en arbitrale uitspraak

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 30 maart 2022 uitspraak gedaan in een incident. De eiseres, wonende te Haarlemmermeer, heeft een vordering ingesteld tegen de vennootschap Rado Uhren AG, gevestigd in Zwitserland, met betrekking tot een geschil over de registratie van een Indiase domeinnaam. De eiseres stelt dat zij de domeinnaam te goeder trouw heeft geregistreerd, terwijl Rado een arbitrale uitspraak heeft verkregen die oordeelt dat de registratie te kwader trouw was. Rado heeft de kantonrechter verzocht zich onbevoegd te verklaren, omdat volgens haar de registratie van de domeinnaam onderworpen is aan een arbitraal beding dat geschillen in India moet beslechten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Nederland niet bevoegd is om van de vordering kennis te nemen. De rechter heeft vastgesteld dat het geschil een internationaal karakter heeft en dat de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan, niet in Nederland ligt. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de vordering van eiseres niet ontvankelijk is, omdat de arbitrale uitspraak in India moet worden aangevochten. De proceskosten zijn voor rekening van de eiseres, die ongelijk heeft gekregen in dit incident.

De uitspraak benadrukt de internationale aspecten van het privaatrecht en de noodzaak om arbitrale uitspraken in het juiste rechtsgebied aan te vechten. De beslissing van de kantonrechter om zich onbevoegd te verklaren, is in lijn met de geldende internationale verdragen en de Europese regelgeving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9481955 \ CV EXPL 21-6821
Uitspraakdatum: 30 maart 2022
Vonnis van de kantonrechter in het incident in de zaak van:
[eiseres]
wonende te [woonplaats]
eiseres in de hoofdzaak
verweerster in het incident
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: Stichting Juridisch Centrum
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Rado Uhren AG
gevestigd te Lengnau (Zwitserland)
gedaagde in de hoofdzaak
eiseres in het incident
verder te noemen: Rado
gemachtigden: mr. M.R. Rijks en mr. L.T. de Groot

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 30 augustus 2021 een vordering tegen Rado ingesteld. Rado heeft een incidentele conclusie genomen waarin wordt gesteld dat de kantonrechter onbevoegd is. [eiseres] heeft daarop schriftelijk gereageerd.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft op 25 februari 2005 de Indiase domeinnaam [domeinnaam] (hierna: de domeinnaam) laten registreren.
2.2.
Rado heeft [eiseres] op 21 juni 2021 verzocht de domeinnaam aan haar over te dragen.
2.3.
Rado heeft bij INRegistry te India een klacht ingediend over de registratie door [eiseres] van de domeinnaam. INRegistry is een Indiaas arbitrageinstituut dat bij registratie van een domeinnaam wordt geaccepteerd om geschillen over IN-domeinnamen te beoordelen.
2.4.
Op 19 augustus 2021 heeft een arbiter van INRegistry geoordeeld dat [eiseres] de domeinnaam te kwader trouw heeft laten registreren, en dat de domeinnaam aan Rado moet worden overgedragen.
2.5.
[eiseres] heeft geweigerd de domeinnaam aan Rado over te dragen.

3.De vordering in de hoofdzaak

3.1.
[eiseres] vordert in de hoofdzaak (samengevat):
A. de arbitrale uitspraak van 19 augustus 2021 te vernietigen,
B. Rado een dwangsom van € 25.000,00 op te leggen als nadeelcompensatie voor de inzet, het verlies, de kosten en investering in 15 jaar van [eiseres] als de domeinnaam aan Rado wordt toegewezen,
C. Rado te veroordelen om aan [eiseres] een nadeelcompensatie van € 7.000,00 te betalen,
D. Rado een dwangsom op te leggen van € 25.000,00 indien Rado op welke manier en om welke redenen dan ook het domein in haar beheer neemt gedurende de procedures,
een en ander een bedrag van € 25.000,00 niet te boven gaand,
E. met veroordeling van Rado in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering tot vernietiging van de arbitrage-uitspraak van 19 augustus 2021 ten grondslag dat de uitspraak onrechtmatig tot stand is gekomen, omdat er bij de arbitrageprocedure geen acht is geslagen op de geldende internationale arbitragebepalingen, omschreven in de op India toegesneden Indian Uniform Domain Name Dispute Resolution Policy (IUDRP), in samenhang met de Uniform Domain Name Dispute Resolution Policy (UDRP). Aan de overige vorderingen legt [eiseres] ten grondslag dat Rado in strijd met het eigendomsrecht van [eiseres] handelt door te trachten de domeinnaam van [eiseres] af te nemen. Verder stelt [eiseres] dat Rado haar onrechtmatig in arbitrage heeft betrokken.
3.3.
[eiseres] vordert daarbij ook Rado te veroordelen zekerheid te stellen voor de proceskosten.

4.Het geschil in incident

4.1.
Rado vordert primair dat de kantonrechter zich onbevoegd verklaart om van de zaak kennis te nemen, althans [eiseres] niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen. Subsidiair vordert Rado elke beslissing aan te houden totdat de tussen partijen uitgesproken arbitage-uitspraak onherroepelijk is geworden of op een eventueel appèl in arbitrage is beslist.
4.2.
Rado legt aan de vordering ten grondslag dat [eiseres] bij de registratie van de domeinnaam een arbitraal beding heeft aanvaard, dat bepaalt dat elk geschil over een '.IN domeinnaam' moet worden voorgelegd aan een arbiter in India. Omdat ook uit het Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (hierna: EVEX II) en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering geen bevoegdheid van een Nederlandse rechter valt af te leiden, dient de kantonrechter zich volgens Rado onbevoegd te verklaren.
4.3.
[eiseres] voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in incident

5.1.
[eiseres] stelt dat zij ingevolge de bepalingen van het IUDRP / UDRP binnen 10 dagen de arbitrale uitspraak bij de rechtbank van haar woonplaats kan bestrijden. Omdat [eiseres] woonplaats heeft in de gemeente Haarlemmermeer, is volgens [eiseres] de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, bevoegd van de vordering kennis te nemen.
5.2.
Het geschil tussen partijen heeft een internationaal karakter, nu Rado in Zwitserland is gevestigd. Het betreft hier een burgerlijke of handelszaak. Dit betekent dat als eerste aan de orde is de vraag of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Bij het beantwoorden van deze vraag moet worden uitgegaan van EVEX II.
5.3.
Ingevolge de algemene bevoegdheidsregel van artikel 2 EVEX II diende Rado in beginsel te worden gedagvaard voor een Zwitsers gerecht. Bij een vordering met een onrechtmatige daad als grondslag, zoals hier aan de orde, kent EVEX II tevens een aantal alternatieve bevoegdheidsbepalingen. Ingevolge artikel 5 lid 3 EVEX II kan een persoon die woonplaats heeft op het grondgebied van een door dit verdrag gebonden staat, in een andere door dit verdrag gebonden staat worden opgeroepen voor het gerecht van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen.
5.4.
Deze bepalingen in het EVEX II zijn materieel gelijk aan respectievelijk artikel 4 en artikel 7 aanhef en onder 2 Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (herschikking), PbEU 2012, L 351/1 (hierna: Brussel I bis-Verordening) en dienen, ondanks het feit dat de bepalingen zijn opgenomen in verschillende internationale regelingen, uniform te worden geïnterpreteerd. De rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) over deze regelingen en de voorlopers daarvan is daarbij leidend.
5.5.
Het begrip onrechtmatige daad moet autonoom worden uitgelegd. In dit geval is sprake van een vordering die erop is gericht Rado aansprakelijk te houden voor de schade die het gevolg is van de overdracht aan Rado van de domeinnaam op basis van een onrechtmatig verkregen arbitrale uitspraak. Een dergelijke vordering is te kwalificeren als een verbintenis uit onrechtmatige daad in de zin van de genoemde artikelen. In geval van een vordering op grond van onrechtmatige daad is de rechter van de plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan bevoegd om kennis te nemen van het geschil.
5.6.
Naar vaste Europese jurisprudentie kan de 'plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen' zowel de plaats zijn waar de schade is ingetreden (Erfolgsort) als de plaats van de gebeurtenis die met de schade in een oorzakelijk verband staat (Handlungsort).
5.7.
Met Rado is de kantonrechter van oordeel dat het 'Handlungsort' Zwitserland of India is. Het gestelde onrechtmatig handelen van Rado heeft zich uitsluitend afgespeeld in Zwitserland en/of India, waar de arbitrageprocedure heeft gespeeld. Voor zover [eiseres] schade heeft geleden, is die ontstaan door de onrechtmatige arbitrale uitspraak, en volgt hieruit dat Nederland niet kan gelden als 'Handlungsort'.
5.8.
De kantonrechter is van oordeel dat Nederland ook kan niet worden aangemerkt als 'Erfolgsort', als de plaats waar de schade is ingetreden. De stellingen van [eiseres] volgend lijdt [eiseres] schade doordat Rado in bezit wil komen van de te India geregistreerde domeinnaam op basis van een onrechtmatige Indiase arbitrage-uitspaak. De kantonrechter stelt vast dat de discussie over de rechthebbende op de domeinnaam volledig op India is toegespitst. Onder deze omstandigheden kan Nederland daarom niet als 'Erfolgsort' worden aangemerkt.
5.9.
Waar Nederland niet als 'Handlungsort' of 'Erfolgsort' kan worden aangemerkt, is de conclusie dat Nederland niet is de 'plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan of zich kan voordoen’. De Nederlandse rechter is daarom ook op grond van een alternatieve bevoegdheidsbepaling van EVEX II niet bevoegd van de vordering van [eiseres] kennis te nemen. De incidentele vordering tot onbevoegdheid zal daarom worden toegewezen.
5.10.
Omdat de kantonrechter zich onbevoegd zal verklaren, heeft [eiseres] geen belang bij de vordering om Rado te veroordelen tot zekerheidstelling van de proceskosten van de hoofdzaak.
5.11.
De proceskosten van het incident komen voor rekening van [eiseres] , omdat zij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
verklaart zich onbevoegd van de vordering kennis te nemen;
6.2.
veroordeelt [eiseres] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Rado tot en met vandaag vaststelt op € 249,00 voor salaris gemachtigde,
6.3.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter