ECLI:NL:RBNHO:2022:2685
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van parkeerkosten en schadevergoeding na vermeend 'treintje rijden' op parkeerterrein
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Parkeerbeheer IJmuiden aan Zee B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die op 22 mei 2021 het parkeerterrein aan de Kennemerboulevard te IJmuiden zou hebben verlaten door middel van 'treintje rijden'. Dit houdt in dat de gedaagde zonder te betalen het terrein verliet door direct achter een voorganger aan te rijden. Parkeerbeheer IJmuiden vorderde betaling van € 366,45, bestaande uit het tarief voor een verloren parkeerkaart, een aanvullende schadevergoeding en buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde een parkeerovereenkomst heeft gesloten door het binnenrijden van de parkeeraccommodatie. De kern van het geschil was of de gedaagde daadwerkelijk het parkeerterrein door middel van 'treintje rijden' heeft verlaten. De gedaagde betwistte dit en voerde aan dat hij contant had betaald voor zijn parkeerkaart bij de receptie van het hotel, maar de kwitantie niet had bewaard. Hij verzocht om videobeelden ter ondersteuning van zijn verhaal, maar deze waren niet meer beschikbaar.
De kantonrechter oordeelde dat Parkeerbeheer IJmuiden niet voldoende bewijs had geleverd dat de gedaagde het parkeerterrein onrechtmatig had verlaten. De rechter concludeerde dat niet was komen vast te staan dat de gedaagde door middel van 'treintje rijden' het parkeerterrein had verlaten, en wees de vordering van Parkeerbeheer IJmuiden af. Tevens werden de proceskosten voor rekening van Parkeerbeheer IJmuiden gesteld, omdat zij ongelijk kreeg in deze zaak.