Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[handelsnaam]
1.Het procesverloop
2.Feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
(…) Dank voor u e-mail Graag eerst dan u aanbetaling van 10.000 euro voor overname kosten. Conform afspraak (…)’ Dat [gedaagde] zich deze reactie niet kan herinneren en niet meer terug kan vinden in haar mailbox, zoals zij aanvoert, doet niet af aan het (onweersproken) feit dat [gedaagde] deze reactie naar [eiser] heeft verstuurd. De kantonrechter gaat er daarom vanuit dat [gedaagde] de e-mail van 20 mei 2021 van [eiser] heeft ontvangen en dus (in ieder geval) vanaf die datum bekend was met het bankrekeningnummer van [eiser] . Gelet op de in de e-mail van 20 mei 2021 door [eiser] aan [gedaagde] gegunde nadere betalingstermijn van zeven werkdagen, stelt de kantonrechter vast dat [gedaagde] op 29 mei 2021 in verzuim is geraakt ten aanzien van de betaling van het resterende btw-bedrag van € 1.411,25.