Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 januari 2022,
- de aanvullende productie G11 van de zijde van de man,
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens houdende vermeerdering van eis met producties 10 t/m 15 van de zijde van de vrouw,
- de mondelinge behandeling van 24 februari 2022, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden,
- de pleitaantekeningen van mr. Hijnen n.a.v. akte vermeerdering eis in conventie.
2.De zaak in het kort
3.Feiten
aan de man wordt toegedeeld de echtelijke woning, tegen een waarde van € 127.500,-- onder de opschortende voorwaarde dat de vrouw als hoofdelijk schuldenaar zal worden ontslagen uit haar verplichtingen verbonden aan de op deze woning rustende hypothecaire schuld.
De man neemt hierbij de hypotheekschuld geheel voor zijn rekening en zal deze als zijn eigen schuld voldoen; de man vrijwaart de vrouw voor alle aanspraken na de overnamedatum voortvloeiende uit de hypotheekschuld.
In verband met de voormelde overbedelingen zijn de deelgenoten overeengekomen als volgt:
Over de hoofdsom is vier procent (4%) rente verschuldigd tot het moment van opeisbaarheid en vanaf dat moment de alsdan geldende wettelijke rente;
De hoofdsom moet in zijn geheel worden afgelost op de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd van de man;
De vrouw is te allen tijde bevoegd tot tussentijdse boetevrije aflossing van de hoofdsom of een gedeelte daarvan;
De hoofdsom eveneens direct opeisbaar bij beslag op een goed van de vrouw, bij faillissement of surséance van de vrouw of aanvraag daartoe, en in alle andere gevallen waarin zij het vrije beheer over een of meer van haar goederen verliest, alsmede bij haar overlijden;
Alle betalingen moeten geschieden op de wijze als de man aangeeft;
De vrouw kan zich niet beroepen op verrekening.
zij hebben ieder het hen toekomende ontvangen;
zij verlenen elkaar met betrekking tot de verdeling van het registergoed over en weer kwijting en décharge;
zij doen afstand van het recht om op grond van enige bepaling van het Burgerlijk Wetboek ontbinding of vernietiging van deze verdeling te vorderen, waaronder mede begrepen afstand van het recht op vernietiging wegens dwaling omtrent de waarde van het registergoed, aangezien ieder van de deelgenoten de verdeling te zijnen bate of schade aanvaardt.’
4.Het geschil
in conventie
OVERNAME SCHULD; BETALING
vanaf het moment van opeisbaarheid tot aan de algehele dag van voldoening;
de hoofdsom is opeisbaar vanaf het moment van het verlijden van de onderhavige akte van partiële verdeling en levering;
het restant vande hoofdsom is eveneens direct opeisbaar bij beslag van een goed van de vrouw, bij faillissement of surséance van de vrouw of aanvraag daartoe, en in alle andere gevallen waarin zij het vrije beheer over een of meer van haar goederen verliest, alsmede bij haar overlijden;
5.De beoordeling
in conventie
6.De beslissing
OVERNAME SCHULD; BETALING’ onder punt 2, artikel 1 en onder de rubriek ‘
SLOTVERKLARINGEN’, in die zin dat aan het hierin bepaalde geen rechtsgevolg toekomt,