3.5.1Aanpassing van het bouwvlak
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van de vormverandering en of het vergroten van het bestaande bouwvlak, met dien verstande dat:
de vormverandering en/of vergroting uitsluitend betrekking mag hebben op de zone van 25 m rondom het bestaande bouwvlak;
ij vormverandering van het bouwvlak de totale oppervlakte van het bouwvlak niet mag worden vergroot;
bij vergroting van bestaande bouwvlakken die reeds 1,5 ha zijn mag de vergroting ten hoogste 15% bedragen;
het bouwvlak dient gesitueerd te zijn aan een weg;
de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig mogen worden geschaad;
er mogen geen beperkingen optreden in het woon- en leefklimaat van de omliggende woningen.
3.5.2Nevenactiviteiten en agrarische verbreding
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 teneinde de volgende niet-agrarische nevenactiviteiten en agrarische verbreding toe te staan:
opslag en stalling van mobiele kampeermiddelen;
hovenier;
ondergeschikte maatschappelijke voorzieningen;
ondergeschikte dagrecreatie, zoals een pluktuin, vlindertuin en daarmee gelijk te stellen activiteiten;
verhuur van niet-gemotoriseerde voertuigen ten behoeve van de dagrecreatie, zoals fietsen- en/of huifkarrenverhuur;
dierenpension;
hobbymatige paardenhouderij;
detailhandel als bedoeld onder 11;
categorie 1 zoals bedoeld in bijlage 3, Staat van Horeca-activiteiten;
agrarische verbreding uitsluitend is toegestaan binnen het bouwvlak, met uitzondering van een paardenbak ten behoeve van een hobbymatige paardenhouderij;
de activiteiten worden gehuisvest in bestaande bebouwing, niet zijnde kassen, met uitzondering van de (woon)zorgboerderijen waarvoor beperkte uitbreiding van bebouwing mogelijk is;
de (ver)nieuwbouw voor (woon)zorgboerderijen heeft een streekeigen agrarische uitstraling, passend bij het gebied;
er geen buitenopslag plaatsvindt;
de agrarische bedrijfsvoering de hoofdfunctie blijft;
nevenactiviteiten dan wel agrarische verbreding mogen maximaal 25% van het bestaand gezamenlijk vloeroppervlak van de bedrijfsbebouwing beslaan met een maximum van 300 m²;
de in het gebied aanwezige waarden niet onevenredig worden aangetast;
als gevolg van de nevenactiviteit en/of de agrarische verbreding de verkeersafwikkeling niet onevenredig wordt belast;
in geval van publieksaantrekking dient voorzien te worden in voldoende parkeergelegenheid binnen het bouwvlak;
de agrarische verbreding en/of nevenactiviteit mag niet meldings- of vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer, of een aan deze wet verbonden regeling, tenzij is aangetoond dat de betreffende activiteit(en) geen onevenredige milieubelasting opleveren voor de omgeving;
verkoop is uitsluitend toegestaan op kleine schaal, voor zover direct verbonden aan het functionerend agrarisch bedrijf of in de directe omgeving daarvan geproduceerde en/of bewerkte primaire agrarische producten, tot een maximaal verkoopvloeroppervlak van 50 m2 per agrarisch bedrijf;
horecavoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan op kleine schaal, tot een maximaal bedrijfsvloeroppervlak van 25 m2 per agrarisch bedrijf;
verblijfsrecreatie dan wel dagrecreatieve voorzieningen zijn toegestaan tot een maximaal oppervlak van 250 m2 per agrarisch bedrijf;
als gevolg van de agrarische verbreding en/of de nevenactiviteiten de bestaande bedrijfsvoering en de ontwikkelingsmogelijkheden van de omringende bedrijven en/of omringende agrarische (bedrijfs)activiteiten niet onevenredig worden beperkt;
nevenactiviteiten en agrarische verbreding niet langer zijn toegestaan indien geen sprake meer is van een volwaardig bedrijf.
3.5.3Verblijfsrecreatie
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 ten behoeve van het toestaan van kleinschalige kamperen alsmede bed & breakfast, met dien verstande dat:
het aantal kampeerplaatsen ten behoeve van mobiele kampeermiddelen per agrarisch bedrijf niet meer dan 30 bedraagt;
het aantal trekkershutten per agrarisch bedrijf ten hoogste 2 bedraagt met een oppervlakte van maximaal 28 m2 en een bouwhoogte van ten hoogste 4,5 m per trekkershut;
de trekkershutten binnen het bouwvlak dienen te worden geplaatst
het aantal kamers voor bed & breakfast per agrarisch bedrijf ten hoogste 3 bedraagt;
r geen nieuwe bebouwing mag worden gebouwd, met uitzondering van sanitaire voorzieningen met een oppervlakte van ten hoogste 50 m², een goothoogte en bouwhoogte van respectievelijk ten hoogste 3 m en 6 m, mits deze noodzakelijk zijn;
de kampeerplaatsen binnen een bouwvlak, dan wel op een afstand van ten hoogste 50 meter van een bouwvlak dienen te zijn gelegen;
kampeermiddelen als bedoeld onder a en b uitsluitend aanwezig zijn gedurende het strandseizoen;
omliggende agrarische bedrijven niet onevenredig in hun bestaande bedrijfsvoering, de ontwikkelingsmogelijkheden en de omringende agrarische (bedrijfs-)activiteiten worden beperkt;
de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 4 m bedraagt ten behoeve van het plaatsen van afschermende beplanting.