ECLI:NL:RBNHO:2022:3854

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 april 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
9528720 \ CV EXPL 21-7514
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenuitspraak inzake vordering tot betaling van een openstaande schuld tussen een Chinese leverancier en een Nederlandse vennootschap

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, op 13 april 2022 een tussenuitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de rechtspersoon Yunling Electric & Technology Co. Ltd, gevestigd in China, en The Good Products B.V., gevestigd in Nederland. Yunling heeft een vordering ingesteld tegen The Good Products wegens een openstaande schuld van € 11.648,20, die voortvloeit uit een samenwerkingsovereenkomst met Service Points. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Yunling de juiste eisende partij is, ondanks dat er enige onduidelijkheid bestond over de rol van Service Points in deze zaak. De kantonrechter heeft de eisende partij, Yunling, in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van de hoogte van de vordering, aangezien The Good Products de hoogte van de vordering betwist. De kantonrechter heeft de zaak aangehouden voor bewijslevering en verdere beoordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor partijen om duidelijkheid te scheppen over hun onderlinge afspraken en de bewijsvoering in civiele procedures.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9528720 \ CV EXPL 21-7514
Uitspraakdatum: 13 april 2022
Tussenvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Yunling Electric & Technology Co.Ltd
gevestigd te Dongguan City (China)
eiseres
verder te noemen: Yunling
gemachtigde: Juristu Incassodiensten B.V.
procesgemachtigde: P. de Ruijter
tegen
de besloten vennootschap
The Good Products B.V.
gevestigd te Haarlem en kantoorhoudende te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: The Good Products
gemachtigde: mr. M.I. Westerbeek-Ovink

1.Het procesverloop

1.1.
Yunling heeft bij dagvaarding van 26 oktober 2021 een vordering tegen The Good Products ingesteld. The Good Products heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 21 januari 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.
1.3.
De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 16 februari 2022 voor akte uitlating partijen omtrent de verdere voortzetting van de zaak. Bij e-mail van 16 februari 2022 heeft The Good Products de kantonrechter verzocht om vonnis te wijzen. Yunling heeft geen akte meer genomen.

2.De feiten

2.1.
The Good Products verkoopt op haar website(s) verschillende producten.
2.2.
Op 26 november 2020 heeft The Good Products een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Service Points (mede handelend onder de naam Goodiefix). Op grond hiervan hebben The Good Products en Service Points tot eind januari 2021 zaken met elkaar gedaan. Service Points fungeerde daarbij als Nederlandse contactpersoon tussen Yunling en The Good Products. Yunling leverde producten die werden verkocht op de website van The Good Products.
2.3.
The Good Products stemde met Service Points af welke producten, afkomstig van Yunling, zij wilde aanbieden aan haar klanten. Service Points vulde vervolgens de prijs van de desbetreffende producten in op een Excellijst. The Good Products gaf vervolgens in de Excellijst met een ‘yes’ of ‘no’ aan of orders verwerkt konden worden.
2.4.
Tussen 9 februari 2021 en 13 april 2021 hebben The Good Products en Service Points veelvuldig via Whatsapp contact gehad over het betalen van ‘de leverancier’.
2.5.
Bij brief van 19 april 2021 heeft de gemachtigde van Yunling, onder meer, geschreven:

(…) Goodiefix te Echt, heeft ons een vordering ter hand gesteld ontstaan uit een openstaande vordering. (…)
Thans delen wij u mede dat wij u namens Goodiefix ingebreke stellen. (…)
2.6.
The Good Products heeft hierop bij e-mail van 19 april 2021 als volgt gereageerd:

(…) U geeft aan dat wij een openstaande bedrag hebben van 11.648,20 (ex invordering kosten) Wij zijn het niet eens met deze vordering.
Kunt u aantonen dat dit bedrag is gebaseerd op producten die zijn gestuurd voor een van de webshops die onder ons vallen? Zo ja. Dan zie ik deze stukken graag tegemoet.
Wij kunnen aantonen dat wij meermaals hebben aangegeven te stoppen met het verwerken van de producten ivm de slechte communicatie omtrent de inkoop prijzen. Waarna alsnog (zonder onze toezegging) geen gehoor werd gegeven aan onze opdracht om het doorvoeren van de verkoop orders te staken. (…)
2.7.
De gemachtigde van Yunling heeft hierop bij e-mail van 12 mei 2021 verwezen naar stukken.
2.8.
De gemachtigde van The Good Products heeft vervolgens bij brief van 1 juni dan wel 11 juni 2021 als volgt gereageerd:

(…) Cliënt heeft een aantal websites, waarop zij verschillende soorten producten te koop aanbiedt en deze vervolgens betrekt bij een (Chinese) leverancier. (…)
Reeds in december 2020 (zie bijgaande WhatsApp gesprekken) geeft cliënt aan dat de orders veel duurder zijn dan partijen onderling hadden afgesproken. Zo waren er meerdere orders waarbij een aanbieding was afgesproken van 1+1 gratis, maar deze aanbieding niet verwerkt werd, waardoor soms de inkoopprijs zelfs hoger werd dan de verkoopprijs. Service Points erkent in de WhatsApp gesprekken dat dit niet de bedoeling is. Tevens geeft Service Points aan dat cliënt toegang zal krijgen tot een digitale portal, waarop zij alle verwerkte orders, prijzen en nieuwe orders zelf kan zien. Deze toegang is er echter tot op heden niet gekomen.
Cliënt geeft meerdere malen aan dat orders alleen verwerkt mogen worden op het moment dat er overeenstemming is over de hoeveelheden, de prijs en de kwaliteit en nadat zij hiervoor akkoord heeft gegeven.
Begin januari komt Service Points met de mededeling dat cliënt een ‘schuld’ bij de leverancier zou hebben ter hoogte van om en nabij € 10.000,-. Cliënt wordt hierdoor overrompeld. Toen er volgens Service Points een bedrag bij de leverancier openstond van € 6.000,-, heeft cliënt aangegeven dat zij voor dit bedrag een betalingsregeling wilde treffen, hoewel zij de opbouw en de hoogte van het bedrag betwistte, omdat zij de samenwerking met Service Points en de leverancier graag wilde voortzetten. (…)
Ondertussen liet Service Points nog steeds orders verwerken en producten verzenden aan klanten, zonder dat cliënt hiervan op de hoogte was.(…)
Als er al een schuld zou bestaan – hetgeen cliënt betwist-, dan is die aan de leverancier verschuldigd en niet aan Service Points zelf. (…)”
2.9.
Yunling heeft op 30 juli 2021 een volmacht aan Service Points verleend. Hierin staat onder meer: “
(…) With this authorization, the warranter indicates that the authorized representative is aware of the contents of the claim and will act on behalf of the principal. (…)

3.De vordering

3.1.
Yunling vordert dat de kantonrechter The Good Products veroordeelt tot betaling van € 13.395,43, te vermeerderen met wettelijke (handels)rente en proceskosten.
3.2.
Yunling legt aan de vordering ten grondslag dat The Good Products tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Yunling heeft diensten (de kantonrechter begrijpt; producten) aan The Good Products geleverd en The Good Products komt ondanks aanmaningen, haar betalingsverplichting ter hoogte van € 11.648,20 niet na. Yunling maakt dan ook nog aanspraak op dit bedrag. Daarnaast vordert Yunling een bedrag van € 1.747,23 aan buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente vanaf 16 april 2021.

4.Het verweer

4.1.
The Good Products betwist de vordering (gedeeltelijk). Zij voert aan – samengevat – dat Yunling niet voldoet aan haar stelplicht. Het is The Good Products niet duidelijk door wie de vordering is ingesteld en welke bedragen zij aan wie verschuldigd zou zijn. De dagvaarding is hier evenmin eenduidig over. The Good Products is alleen met Service Points een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. In de aanmaningsbrief van 19 april 2021 staat ook dat Service Points en niet Yunling de opdrachtgever is van de vordering.
4.2.
The Good Products voert verder aan dat zij nog een bedrag is verschuldigd, maar betwist, om verschillende redenen, de hoogte van de vordering. Bij brief van 1 juni 2021 heeft de gemachtigde van The Good Products zich gemeld bij Service Points en aangegeven dat zij openstaat voor overleg. Hierna is niets meer vernomen, tot aan de dagvaarding van Yunling van 26 oktober 2021.

5.De beoordeling

5.1.
Door de vestigingsplaats van Yunling heeft deze zaak internationale aspecten. De kantonrechter zal eerst beoordelen of haar rechtsmacht toekomt, en zo ja, welk recht van toepassing is.
5.2.
Yunling is gevestigd in China - een niet EU-lidstaat - en The Good Products is gevestigd in Nederland, zodat de Nederlandse rechter op grond van artikel 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) rechtsmacht toekomt. Op grond van artikel 99 Rv is de rechter van de woonplaats van gedaagde bevoegd. The Good Products is statutair gevestigd te Haarlem. De kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem is dan ook bevoegd om kennis te nemen van de vordering.
5.3.
Partijen hebben zich niet uitgelaten over het toepasselijke recht. Zowel Yunling als The Good Products heeft in haar processtukken verwezen naar Nederlands recht. De kantonrechter concludeert hieruit dat partijen, al dan niet achteraf en/of stilzwijgend, een rechtskeuze hebben gedaan voor Nederlands recht.
5.4.
Tussen partijen is ten eerste in geschil of Yunling of Service Points de juiste eisende partij is. De dagvaarding en bijgevoegde producties, met name de aanmaningsbrief van 19 april 2021, zijn hierover immers tegenstrijdig. Niet in geschil is dat Yunling, anders dan Service Points, geen (schriftelijke) overeenkomst is aangegaan met The Good Products.
5.5.
Desgevraagd is ter zitting nader toegelicht dat Yunling Service Points heeft gemachtigd om de vordering namens haar te innen. Service Points fungeerde verder in de onderlinge verhoudingen als tussenpersoon voor zowel Yunling als The Good Products, aldus Yunling. De kantonrechter is van oordeel dat, hoewel het in eerste instantie op de weg van Yunling had gelegen om hier bij dagvaarding al duidelijkheid over te scheppen en de overgelegde ‘power of attorney’ zeer summierlijk is, hiermee voldoende aannemelijk is gemaakt dat Yunling ten aanzien van de onderhavige vordering de juiste wederpartij van The Good Products is. Dit temeer, omdat The Good Products in haar schrijven van 1 juni dan wel 11 juni 2021 heeft aangegeven dat indien zij al een bedrag verschuldigd zou zijn, zij dit aan de (Chinese) leverancier is verschuldigd en niet aan Service Points. Niet in geschil is dat The Good Products producten heeft afgenomen van Yunling.
5.6.
Yunling heeft ter onderbouwing van (de hoogte van) haar vordering enkel een -slecht leesbaar- screenshot van een Excel sheet overgelegd. Het ligt ingevolge artikel 150 Rv op de weg van de partij die zich op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten beroept, in dit geval Yunling, om haar vordering te stellen en zo nodig te bewijzen. De stelplicht komt erop neer dat van Yunling mag worden verwacht dat zij de feiten en omstandigheden waarop zij haar vordering baseert, voldoende feitelijk stelt en concreet en gemotiveerd onderbouwt. Ter zitting heeft Yunling aangegeven dat er geen facturen aan de vordering ten grondslag liggen maar dat de hoogte van de vordering uit een Excel bestand volgt. In dit Excel bestand zijn in verschillende tabbladen alle orders en betalingen verwerkt. Yunling biedt aan dit bestand alsnog te overleggen.
5.7.
Een partij krijgt pas de gelegenheid om bewijs te leveren als daartoe een relevant bewijsaanbod is gedaan en bovendien is voldaan aan de stelplicht. Het had, zoals reeds is overwogen, op de weg van Yunling gelegen om haar vordering direct bij dagvaarding, onder overlegging van alle relevante bewijsmiddelen, te onderbouwen. Door dit na te laten is voor zowel The Good Products als de kantonrechter onduidelijk hoe de (hoogte van de) vordering tot stand is gekomen. The Good Products heeft echter erkend dat zij nog een bedrag is verschuldigd voor de afgenomen producten. Zij betwist alleen de hoogte van de vordering. The Good Products voert daartoe aan dat zij meerdere malen heeft verzocht om een onderbouwing van het gevorderde bedrag en dat zij heeft aangegeven dat gestopt dient te worden met het verwerken van orders. The Good Products vermoedt dat een groot deel van de vordering ziet op orders van een minicamera waarvoor The Good Products geen toestemming heeft gegeven. Daarnaast zijn voor meerdere producten aanbiedingen niet verwerkt en dubbele verzendkosten berekend waardoor de inkoop duurder werd dan de verkoop en The Good Products hierop verlies heeft geleden. Daarbij waren klanten niet tevreden en zijn veel klachten ontvangen. The Good Products voert voorts aan dat zij al meerdere betalingen heeft verricht en dat zij geen zicht heeft gehad op de verwerkte orders, prijzen en nieuwe orders, omdat zij nooit toegang heeft gekregen tot de digitale portal.
5.8.
Gelet op bovengenoemde erkenning van The Good Products ten aanzien van het bestaan van een vordering enerzijds en betwisting van de hoogte hiervan anderzijds, zal de kantonrechter Yunling overeenkomstig haar bewijsaanbod in de gelegenheid stellen om haar stelling dat de hoogte van de vordering op The Good Products € 11.648,20 bedraagt nader te onderbouwen. Vervolgens zal The Good Products in de gelegenheid worden gesteld om hier nog op te reageren.
5.9.
De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
laat Yunling toe tot het leveren van bewijs van haar stelling dat The Good Products gehouden is om nog een bedrag van € 11.648,20 aan hoofdsom aan Yunling te voldoen;
6.2.
bepaalt dat bewijslevering door middel van het overleggen van stukken plaatsvindt vóór of uiterlijk op de rolzitting van
11 mei 2022te 10:00 uur;
6.3.
wanneer Yunling voor bewijslevering getuigen wil laten horen, moeten uiterlijk op deze rolzitting ook het aantal en de personalia van de getuigen worden opgegeven evenals de verhinderdata van
beidepartijen, de gemachtigden en - voor zover mogelijk - van de getuigen. Daarna zal een tijdstip voor het verhoor worden bepaald;
6.4.
uitstel wordt in beginsel niet verleend. Bij het ontbreken van tijdig bericht van Yunling wordt er van uitgegaan dat zij geen gebruik wenst te maken van de gelegenheid tot bewijslevering;
6.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter