ECLI:NL:RBNHO:2022:3855

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
6 april 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
9466654 \ CV EXPL 21-6595
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onverschuldigde betaling van naheffingskosten door expediteur

In deze zaak heeft de eiseres, handelend onder de naam [handelsnaam], een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, Boekuwzending.com B.V. (BUZ), wegens onverschuldigde betaling van naheffingskosten. De eiseres heeft pakketten laten vervoeren via BUZ, die op haar beurt de vervoerder DPD inschakelde. DPD heeft extra kosten in rekening gebracht bij BUZ voor pakketten die als 'overgroot' werden aangemerkt. BUZ heeft deze kosten doorberekend aan de eiseres, die deze bedragen heeft betaald, maar nu terugvordert omdat zij van mening is dat er geen grondslag is voor deze naheffingskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat BUZ geen recht had om de naheffingskosten door te berekenen aan de eiseres. De algemene voorwaarden van BUZ bieden geen basis voor het in rekening brengen van de kosten die DPD heeft opgelegd, aangezien BUZ niet zelf de metingen heeft verricht en niet heeft aangetoond dat de pakketten als NC-pakketten zijn behandeld. De kantonrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen en BUZ veroordeeld tot terugbetaling van € 2.069,10, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten van € 369,34 en de proceskosten aan de kant van de eiseres toegewezen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat BUZ ongelijk heeft gekregen en dat de kosten voor de procesvoering voor BUZ komen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9466654 \ CV EXPL 21-6595
Uitspraakdatum: 6 april 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiseres]handelend onder de naam
[handelsnaam]
wonende en zaakdoende te [plaats]
eiseres
verder te noemen: [eiseres]
gemachtigde: Arag Incasso
tegen
de besloten vennootschap
Boekuwzending.com B.V.
statutair gevestigd te Nieuw Vennep, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
verder te noemen: BUZ
verschenen bij [naam]
Samengevat
De gedaagde partij heeft als expediteur voor de eisende partij pakketten laten vervoeren door een vervoerder. De vervoerder heeft voor een aantal pakketten extra bedragen in rekening gebracht bij de gedaagde partij omdat die pakketten te groot zouden zijn. De gedaagde partij heeft daarvoor naheffingskosten doorberekend aan de eisende partij. Zij heeft de naheffingskosten betaald maar vordert die nu terug omdat zij vindt dat die bedragen onverschuldigd zijn betaald. De eisende partij krijgt gelijk. Een grondslag voor het in rekening brengen van de naheffingskosten ontbreekt, zodat de gedaagde partij die bedragen aan de eisende partij moet terugbetalen.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiseres] heeft bij dagvaarding van 24 september 2021 een vordering tegen BUZ ingesteld. BUZ heeft zowel mondeling als schriftelijk geantwoord. In de schriftelijke reactie heeft BUZ aangegeven DPD in vrijwaring te willen oproepen. Bij de mondelinge behandeling heeft BUZ dat verzoek weer ingetrokken.
1.2.
Op 14 maart 2022 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft [eiseres] bij aktes van 27 januari 2022 en van 1 maart 2022 nog stukken toegezonden.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] verkoopt onder de (handels)naam [handelsnaam] overschoenen. De overschoenen verstuurt zij in dozen. Voor de verzending van de pakketten maakt zij gebruik van de expediteursdiensten van BUZ. BUZ laat de pakketten verzenden door vervoerder DPD.
2.2.
Op de overeenkomst tussen [eiseres] en BUZ zijn de “Algemene Voorwaarden Boekuwzending.com B.V.” (hierna: de algemene voorwaarden) van toepassing. In die algemene voorwaarden staat, voor zover hier van belang, vermeld:
“(…) 2. Definities
(…)

Non-conveyablepakketofwelNC pakket: een pakket dat vanwege zijn vorm of aard aanvullend handmatig gesorteerd moet worden;
(…)
9.
9. Pakketten en pallets
9.1.
Boekuwzending is slechts gehouden zendingen in behandeling te nemen waarvan de labels, de verpakking, het gewicht en de omvang voldoen aan de volgende specificaties:
(…)
b. Voor pakketten is het maximale gewicht 31,5 kilogram; maximale lengte 175 centimeter en maximale omtrek (dubbele breedte plus dubbele hoogte plus lengte) 300 centimeter.
(…)
9.3.
Indien de verpakking, het gewicht of de omvang van het pakket niet voldoet aan de in lid 1 vermelde vereisten, kan Boekuwzending besluiten het desbetreffende pakket toch in behandeling te nemen als zogenaamd Non-conveyable-pakket (NC-pakket). NC-pakketten zijn pakketten die vanwege hun vorm of aard aanvullend handmatig gesorteerd moeten worden. De extra kosten die hiermee gepaard gaan, komen voor rekening van de Opdrachtgever.
(…)
11.8.
De tarieven zijn gebaseerd op de door de Opdrachtgever aangegeven maten en gewichten. Indien deze in werkelijkheid na meting door Boekuwzending hoger blijken te zijn, volgt een naheffing.(…)
2.3.
Indien de maximale omtrek van een pakket meer dan 300 centimeter is, noemt BUZ dit (in haar facturen) overgrootte. In de periode januari tot en met april 2020 heeft DPD metingen uitgevoerd ten aanzien van pakketten die [eiseres] via BUZ door DPD heeft laten vervoeren en geconstateerd dat bij een aantal pakketten sprake was van overgrootte. DPD heeft daarvoor extra kosten in rekening gebracht bij BUZ.
2.4.
Op 5 maart 2020 heeft [eiseres] een factuur ontvangen van BUZ van € 439,84 (inclusief btw) met betrekking tot vermeende overgrootte van acht pakketten, waarvoor een bedrag van € 45,00 (exclusief btw) per pakket in rekening is gebracht. Eveneens is tweemaal een bedrag ter hoogte van € 1,75 voor gewichtsoverschrijding in rekening gebracht.
2.5.
Vervolgens heeft [eiseres] op 16 april twee facturen en op 23 april 2020 één factuur van BUZ ontvangen van respectievelijk € 1.095,36, € 383,27 en € 163,35 (allen inclusief btw) vanwege overgrootte bij in totaal 30 verzonden pakketten en gewichtsoverschrijding bij vier pakketten.
2.6.
[eiseres] heeft de facturen betaald.

3.De vordering

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, BUZ primair veroordeelt tot terugbetaling van € 2.069,10 (inclusief btw) en subsidiair tot terugbetaling van het teveel betaalde bedrag nadat de kantonrechter in goede justitie de hoogte van de boete heeft bepaald, zowel primair als subsidiair te vermeerderen met de wettelijke rente, € 369,34 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, als ook de wettelijke rente over de nakosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat BUZ ten onrechte boetes bij haar in rekening heeft gebracht voor de overgrootte van verzonden pakketten, omdat zij heeft voldaan aan alle vereisten voor het verzenden van de pakketten. Een onderbouwing voor het opleggen van een boete van € 45,00 per pakket ontbreekt, zodat sprake is van onverschuldigde betaling. Als al sprake zou zijn van overgrootte, staan de eventuele afwijkingen van de pakketten niet in verhouding tot de opgelegde boete. Tot slot is onduidelijk op basis waarvan de boete in rekening kan en mag worden gebracht.

4.Het verweer

4.1.
BUZ betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat de toeslagen vanwege overgrootte terecht in rekening zijn gebracht op grond van de algemene voorwaarden. Uit de algemene voorwaarden volgt dat BUZ naheffingen die worden opgelegd door vervoerders (in dit geval DPD ter hoogte van € 39,45) mag doorbelasten aan klanten. Op grond van de lijst Tarieven Pakketten 2021 mag BUZ daarbovenop een kleine opslag, ter hoogte van € 4,75 aan administratiekosten in rekening brengen. DPD heeft meer depots uitgerust met meet- en weegsystemen waardoor de pakketten van [eiseres] nu allemaal worden gemeten en de pakkans groter is. De formaten die door DPD zijn gemeten zijn allemaal groter dan de maximale omtrek van 300 cm en dus zijn de naheffingen terecht door DPD opgelegd en vervolgens terecht door BUZ doorberekend aan [eiseres] .

5.De beoordeling

5.1.
Partijen noemen de door BUZ bij [eiseres] in rekening gebrachte kosten elk anders, [eiseres] spreekt over ‘boetes’ terwijl BUZ deze bedragen ‘toeslagen’ noemt. De kantonrechter zal de bedragen die gefactureerd zijn aanduiden als ‘de naheffingskosten’.
5.2.
[eiseres] beroept zich ter onderbouwing van haar vordering onder meer op onverschuldigde betaling. Volgens [eiseres] volgt niet uit de algemene voorwaarden dat BUZ bij haar een bedrag van € 45,00 in rekening mag brengen indien sprake is van overgrootte van de pakketten die zij laat vervoeren. BUZ beroept zich daartegenover met name op artikel 9.3. in combinatie met artikel 9.1 van de algemene voorwaarden. Uit deze artikelen volgt echter alleen dat BUZ extra kosten in rekening kan brengen indien de verpakking, het gewicht of de omvang van een pakket niet voldoen aan de eisen van artikel 9.1 en BUZ besluit om het desbetreffende pakket dan toch in behandeling te nemen. Het gaat dan om een NC-pakket dat handmatig gesorteerd moet worden. Uit de tekst van dit artikel blijkt dat het moet gaan om afwijkende pakketten waarbij BUZ zelf besluit die al of niet in behandeling te nemen. Ter zitting heeft BUZ weliswaar betoogd dat in dit geval sprake was van NC-pakketten en dat om die reden naheffingskosten in rekening zijn gebracht, maar zij heeft niet gesteld dat zij zelf heeft besloten de pakketten ondanks hun gestelde afwijkingen toch in behandeling te nemen. BUZ heeft juist toegelicht dat zij de pakketten nooit heeft gezien en dat DPD de pakketten bij [eiseres] heeft opgehaald en vervoerd. De situatie als bedoeld in artikel 9.3 van de algemene voorwaarden heeft zich hier dus niet voorgedaan. Daarbij heeft BUZ steeds herhaald dat de naheffingskosten die zij aan [eiseres] heeft gefactureerd de kosten zijn die DPD bij haar in rekening heeft gebracht wegens overgrootte en dat zij die mag doorberekenen aan [eiseres] . Het is dus DPD die de pakketten heeft aangemerkt als een NC pakket, als de totale afmetingen van een pakket te groot zouden zijn. Dat artikel 9.3 van de algemene voorwaarden ook ziet op pakketten die door de vervoerder worden aangemerkt als NC-pakket blijkt niet uit de tekst van dat artikel. Ook blijkt niet uit dat artikel dat in geval van door de vervoerder vastgestelde overgrootte, de kosten die de vervoerder daarvoor bij BUZ in rekening brengt door BUZ mogen worden doorberekend aan de klant. De artikelen 9.1. en 9.3 kunnen in dit geval dan ook niet de grondslag zijn voor het in rekening brengen van de naheffingskosten door BUZ aan [eiseres] .
5.3.
Voor zover BUZ zich nog beroept op artikel 11.8 van de algemene voorwaarden geldt het volgende. Op grond van dat artikel volgt een naheffing als de door de opdrachtgever aangegeven maten en gewichten na meting door BUZ hoger blijken te zijn. BUZ heeft toegelicht dat zij niet zelf de metingen heeft verricht, maar dat DPD dat heeft gedaan. Ook artikel 11.8 kan in dit geval dus geen grond zijn voor het in rekening brengen van de naheffingskosten.
5.4.
Uit de algemene voorwaarden blijkt dan ook niet van een grond die BUZ het recht geeft om extra kosten die DPD bij haar in rekening brengt door te berekenen aan [eiseres] in de vorm van naheffingskosten .
5.5.
BUZ beroept zich verder nog op de Nederlandse Expeditievoorwaarden (FENEX), die volgens artikel 1.7. van de algemene voorwaarden eveneens van toepassing zijn op de rechtsverhouding tussen BUZ en [eiseres] . Dit verweer is echter tardief. BUZ heeft hier pas ter zitting voor het eerst een beroep op gedaan zonder deze voorwaarden over te leggen en bovendien heeft zij slechts in het algemeen gewezen op deze voorwaarden zonder te verwijzen naar een specifiek artikel. BUZ had deze stelling eerder kunnen aanvoeren. Door dat pas ter zitting te doen en deze stelling ook niet specifiek te motiveren, heeft [eiseres] daar niet (voldoende) op kunnen reageren. De kantonrechter gaat hier dan ook aan voorbij.
5.6.
Uit het voorgaande volgt dat extra kosten die DPD factureert aan BUZ wegens overgrootte van pakketten niet als naheffingskosten door BUZ mogen worden doorberekend aan [eiseres] , omdat een grondslag daarvoor ontbreekt. Dat betekent dat [eiseres] de bedragen die BUZ aan haar gefactureerd heeft op 5 maart, 16 april en 23 april 2020 (r.o. 2.4 en 2.5) onverschuldigd heeft betaald. BUZ moet daarom de hiervoor betaalde bedragen ter hoogte van € 2.069,10 inclusief btw terug betalen aan [eiseres] . Daarbij is van belang om op te merken dat [eiseres] niet de volledige factuurbedragen vordert, omdat zij de kosten voor gewichtsoverschrijding die daarbij in rekening zijn gebracht wel erkent. De primaire vordering van € 2.069,10 zal worden toegewezen.
5.7.
De overige gronden die [eiseres] aan haar vordering ten grondslag heeft gelegd, te weten i) dat geen sprake was van overgrootte omdat zij aan alle vereisten heeft voldaan en ii) dat voor zover daarvan wel sprake was de in rekening gebrachte bedragen niet in verhouding staan tot de door DPD geconstateerde afwijkingen en de subsidiaire vordering hoeven niet meer te worden besproken, omdat de primaire vordering wordt toegewezen.
5.8.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar vanaf de datum van dagvaarding, nu door [eiseres] niet is gesteld op grond waarvan BUZ op een eerdere datum in verzuim was met terugbetaling van hetgeen onverschuldigd was betaald.
5.9.
[eiseres] maakt aanspraak op een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. De onderhavige vordering heeft geen betrekking op één van de situaties waarin het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. De vordering is immers gebaseerd op onverschuldigde betaling. De kantonrechter zal de vraag of buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd zijn toetsen aan de eisen voor dergelijke vorderingen zoals deze zijn geformuleerd in het Rapport BGK-integraal. De kantonrechter stelt vast dat [eiseres] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Zo heeft haar gemachtigde bij herhaling aanmaningen aan BUZ gezonden, waarin tevens inhoudelijk op de bezwaren van BUZ is ingegaan. Gelet daarop is voldoende gebleken van buitengerechtelijke werkzaamheden door de gemachtigde van [eiseres] om een vergoeding daarvoor te rechtvaardigen. De hoogte van het gevorderde bedrag is in overeenstemming met de tarieven die zijn weergegeven in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en worden geacht redelijk te zijn. De vordering van € 369,34 is daarom toewijsbaar.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van BUZ, omdat zij ongelijk krijgt. Ook de nakosten komen voor rekening van BUZ, voor zover deze kosten daadwerkelijk door [eiseres] worden gemaakt. De kosten van de dagvaarding zullen daarbij worden toegewezen tot het tarief dat op 24 september 2021, de datum van het uitbrengen van de dagvaarding, geldig was, plus eenmaal de kosten voor het uittreksel van de KvK aangezien gesteld noch gebleken is waarom hiervoor driemaal kosten in rekening zijn gebracht, totaal € 85,81 + 21% btw + € 4,86 = € 108,69.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt BUZ tot betaling aan [eiseres] van € 2.438,44, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 2.069,10 vanaf 24 september 2021 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt BUZ tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [eiseres] tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 108,69;
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 374,00;
6.3.
veroordeelt BUZ tot betaling van € 93,50 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door [eiseres] worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;
6.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter