Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Artikel 2.1 luidt, voor zover van belang, als volgt:
1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren, voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. het bouwen van een bouwwerk,
c. het gebruiken van gronden in strijd met een bestemmingsplan (…)
Artikel 2.12 luidt, voor zover van belang, als volgt:
1. Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en:
a. indien de activiteit in strijd is met het bestemmingsplan (…)
2° in de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gevallen (…)
Bijlage II van het Besluit omgevingsrecht
Artikel 4 luidt, voor zover van belang, als volgt:
Voor verlening van een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de wet van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt afgeweken, komen in aanmerking:
(…)
4. een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte aan of op een gebouw, een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw, de uitbreiding van een bouwwerk met een bouwdeel van ondergeschikte aard dan wel voorzieningen gericht op het isoleren van een gebouw (…)
Bestemmingsplan Vijfhoek/Heiliglanden – De Kamp
Artikel 1.18 luidt als volgt:
Begane grond: een bouwlaag waarvan het vloerniveau (nagenoeg) ter hoogte van het aansluitende peil ligt.
Artikel 1.39 luidt als volgt:
Dakterras: een met een omheining afgezette buitenruimte op een gebouw.
Artikel 1.66 luidt, voor zover van belang, als volgt:
Peil:
a. voor een bouwwerk, waaraan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang (…)
Artikel 13.2.3 luidt, voor zover van belang, als volgt:
(…)
c. een dakterras is toegestaan, mits:
gesitueerd op een aan- of uitbouw;
het dakterras van binnenuit wordt ontsloten;
privacyschermen niet hoger zijn dan 1,5 m en niet dieper dan 2,5 m;
de afstand tussen de tegenoverliggende achtergevels van de hoofdbebouwing minimaal 15 m bedraagt;
de diepte van het dakterras niet meer bedraagt dan 2,5 m gemeten vanuit de achtergevel;
voorzien van een erfafscheiding met een maximale hoogte van 1,2 m;
er geen overige bouwwerken op het dakterras worden geplaatst.
Artikel 13.3 luidt, voor zover van belang, als volgt:
(…)
b. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 13.2.3 en toestaan dat een dakterras met een grotere diepte dan maximaal 2,5 m achter de achtergevelrooilijn wordt gebouwd.
c. Het bevoegd gezag toetst bij de toepassing van de afwijkingsbevoegdheden als bedoeld in 13.3 of geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het straat- en bebouwingsbeeld;
de cultuurhistorische waarden;
de privacy en bezonning van de omwonenden;
de verkeerssituatie ter plaatse;
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
In het bepaalde onder 4.6 staat, voor zover van belang, het volgende:
(…)
Visie
(…)
Privacy wordt uit de ruimtelijke toetsing gehaald. Er wordt in een bestemmingsplan een standaard maat toegestaan. Daar mag van worden afgeweken mits er een verklaring van geen bezwaar kan worden overhandigd van direct omwonenden.
Dakterrassen op hoofdbebouwing worden met een ontheffing mogelijk gemaakt. Criterium hierbij is vooral de invloed op het straatbeeld en het bouwblok.
Afweging vindt plaats op ruimtelijke basis de aanwezigheid van een buitenruimte bij een woning speelt geen hoofdrol meer.
Er is een zichtbaarheidsregel opgesteld voor dakterrassen op de hoofdbebouwing, waarbij de impact op de omgeving zoveel mogelijk wordt beperkt. Afstand hekwerken tot voorgevel: bij een straatprofiel breder dan 20m, 4m tot de dakrand, bij een straatprofiel < 20m 2m tot dakrand. Aan de achterzijde hekwerk 2m van de dakrand.
Andere bouwwerken dan een valbeveiliging zijn niet toegestaan. Toegang tot het dakterras vanuit de ondergelegen verdieping vindt plaats door middel van een luik/dakraam.