In deze civiele zaak, behandeld door de kantonrechter in Zaanstad, draait het om de vraag of consumenten de door een aannemer gecedeerde vordering voor reparatiewerkzaamheden aan hun dak moeten betalen. De kantonrechter oordeelt dat de consumenten de overeenkomst met de aannemer hebben ontbonden, waardoor de vordering tot betaling is komen te vervallen en niet meer kon worden gecedeerd. De vordering van de eiser, die als gemachtigde van de aannemer optreedt, wordt afgewezen. De zaak begint met een dagvaarding van de eiser op 12 oktober 2021, waarna de gedaagden schriftelijk hebben geantwoord. Tijdens de zitting op 15 april 2022 zijn de standpunten van beide partijen toegelicht. De feiten van de zaak tonen aan dat de aannemer, Huisbeheer, op 17 september 2020 overeenkomsten heeft gesloten met de gedaagden voor onderhoudswerkzaamheden aan hun dak. De gedaagden hebben echter de overeenkomst ontbonden, omdat de werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd. De kantonrechter concludeert dat de gedaagden gerechtigd waren de overeenkomst te ontbinden, en dat de vordering van de eiser, die voortkwam uit een cessie van de aannemer, niet meer geldig was. De kantonrechter wijst de vorderingen van de eiser af en legt de proceskosten op aan de eiser.