Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1] , wonende te [plaats 1]
[eiser 2]
[eiser 3]beiden wonende te [plaats 2]
[eiser 4]
[eiser 5]
[eiser 6]
[eiser 7]
[eiser 8]allen wonende te [plaats 3]
[eiser 9], wonende te [plaats 4]
[eiser 10]
[eiser 11]beiden wonende te [plaats 5]
[eiser 12]
[eiser 13]beiden wonende te [plaats 6]
[eiser 14]
[eiser 15]
[eiser 16]allen wonende te [plaats 7]
[eiser 17], wonende te [plaats 8]
[eiser 18], wonende te [plaats 9]
[eiser 19]
[eiser 20]beiden wonende te [plaats 7]
[eiser 21]
[eiser 22]beiden wonende te [plaats 10]
[eiser 23]
[eiser 24]
[eiser 25]allen wonende te [plaats 11]
[eiser 26], wonende te [plaats 1]
[eiser 27]
[eiser 28]beiden wonende te [plaats 12]
[eiser 29]
[eiser 30]
[eiser 31]allen wonende te [plaats 13]
[eiser 32]
[eiser 33]beiden wonende te [plaats 14]
[eiser 34]
[eiser 35]beiden wonende te [plaats 15]
[eiser 36], wonende te [plaats 16]
[eiser 37], wonende te [plaats 17]
[eiser 38], wonende te [plaats 2]
[eiser 39], wonende te [plaats 18]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 9.995,92, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de annuleringsdatum tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 996,75 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
I. Verklaart volmacht te verlenen aan de vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ProBe-ASP B.V., hierna te noemen ‘Aviclaim’, gevestigd te Breukelen en ingeschreven in het Handelsregister onder nummer 01169860, om namens ondergetekende in en buiten rechte op te treden, onder meer (maar niet uitsluitend) met het oog op het incasseren van een vordering(en) op de luchtvaartmaatschappij, en om in dat kader alles te doen wat tot het uitvoeren van onder meer de volgende werkzaamheden: -vordering indienen bij luchtvaartmaatschappij, - benaderen maatschappij op welke wijze dan ook, - gelden van de luchtvaartmaatschappij incasseren.” De conclusie is dan ook dat passagiers sub 10 tot en met sub 17, sub 19 tot en met sub 22, sub 32 en sub 33 Aviclaim hebben gemachtigd om de procedure namens hen te voeren. Voornoemde passagiers zijn derhalve ontvankelijk in hun vordering.
Passagiers sub 2, sub 3, sub 34 en sub 35
Wat de vraag betreft wie aansprakelijk is voor de betaling van de compensatie die verschuldigd is in geval van langdurige vertraging bij aankomst van rechtstreeks aansluitende vluchten, zoals die in het hoofdgeding, heeft het Hof verduidelijkt dat elke luchtvaartmaatschappij die ten minste één van deze rechtstreeks aansluitende vluchten heeft uitgevoerd deze compensatie verschuldigd is, ongeacht of de door haar uitgevoerde vlucht al dan niet aan de basis lag van de langdurige vertraging waarmee de passagier op zijn eindbestemming is aangekomen (zie in die zin arrest van 11 juli 2019, České aerolinie, C‑502/18, EU:C:2019:604, punten 20‑26)”. De kantonrechter acht deze beschikking ook van toepassing op de situatie waarin één van de rechtstreeks aansluitende vluchten is geannuleerd. Nu vast staat dat de vervoerder een gedeelte van de rechtstreeks aansluitende vluchten van passagiers sub 2, sub 3, sub 34 en sub 35 zou uitvoeren, kan de vervoerder, overeenkomstig de beschikking van het Hof van 12 november 2020, als de ‘luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert’ worden aangemerkt. Nu de vluchten zijn geannuleerd door de coronapandemie dient de vervoerder op grond van artikel 8 van de Verordening de ticketprijzen aan voornoemde passagiers te restitueren. De vordering van passagiers sub 2 en sub 3 (ter hoogte van € 1.125,38) en de vordering van de passagiers sub 34 en sub 35 (ter hoogte van € 1.132,12) zal dan ook worden toegewezen.
Ticket details & travel information” (productie 8 bij de dagvaarding) waarin onder vlucht LX737 en LX2152 staat vermeld “
operated by: Swiss International Air Lines”. Door de passagier wordt dit betwist en hij stelt zich op het standpunt dat de vervoerder het begrip uitvoerende luchtvaartmaatschappij onjuist uitlegt. Door de vervoerder wordt de inhoud van artikel 2 onder b van de Verordening miskend, aldus de passagier. Het Hof in het Thompson-Wirth arrest bepaalt namelijk dat voldaan moet zijn aan twee cumulatieve voorwaarden: een met de passagier gesloten overeenkomst en een luchtvervoershandeling die wordt uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij die het traject ervan vaststelt. Hierbij heeft de passagier aangegeven dat een maatschappij die besluit een bepaalde vlucht uit te voeren en hierdoor aanbod van luchtvervoer creëert en dit verkoopt, moet worden beschouwd als de luchtvaartmaatschappij die de vlucht uitvoert, aldus de passagier. De passagier verwijst naar het vonnis van 15 mei 2019 van de kantonrechter te Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2019:3794).
Passagiers sub 32 en sub 33
Passagiers sub 21 en sub 22
“het niet uitvoeren van een geplande vlucht waarop ten minste één plaats was geboekt”.De vervoerder heeft voldoende onderbouwd dat vluchten LH989 en LH996 zijn uitgevoerd. Derhalve is geen sprake geweest van een annulering in de zin van artikel 2 van de Verordening. Passagiers sub 21 en sub 22 kunnen dan ook niet op grond van artikel 8 van de Verordening restitutie van de ticketprijzen vorderen. Dat passagiers sub 21 en sub 22 van de vervoerder bericht hebben gekregen dat zij in verband met Covid-19 pandemie hun vlucht konden wijzigen of een voucher konden krijgen doet daar niets aan af. De vordering van passagiers sub 21 en sub 22 dient dan ook te worden afgewezen.
Passagier sub 37
Confirmación de Reservación” worden uitgevoerd door KLM, aldus de vervoerder. Door de passagier wordt dit betwist. De passagier heeft aangevoerd dat hij niet voor de KLM-vlucht terugbetaling vordert. De passagier vordert slechts de helft van de door hem betaalde ticketkosten terug. Dit is alleen voor de vluchten uitgevoerd door (of namens) de vervoerder, aldus passagier sub 37. De vervoerder heeft dit verweer niet weersproken. Nu de vervoerder de stelling van passagier sub 37 niet heeft weersproken, is de vervoerder op grond van artikel 8 van de Verordening gehouden om een gedeelte van de ticketprijs, ter hoogte van € 512,90, aan passagier sub 37 terug te betalen.
Wettelijke rente
6.De beslissing
€ 749,76, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf zeven dagen na annulering tot aan de dag der algehele voldoening;
29 juni 2022 te 10:00 uur;