In deze zaak vordert de eiser, die in dienst was bij Bespaarmetjedak B.V., nabetaling van provisie, vakantiedagen, een transitievergoeding en ingehouden loon. De eiser stelt dat hij recht heeft op deze betalingen, terwijl de gedaagde, Bespaarmetjedak B.V., gedeeltelijk erkent dat er bedragen verschuldigd zijn, maar zich beroept op verrekening vanwege een overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding door de eiser. De kantonrechter oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor zijn vorderingen, met uitzondering van een erkend bedrag van € 749,32 bruto aan provisie. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser af, maar erkent dat Bespaarmetjedak B.V. een tegenvordering heeft ingesteld wegens de overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding. De kantonrechter concludeert dat de eiser het nevenwerkzaamhedenbeding heeft geschonden en dat hij een boete van € 5.000,- heeft verbeurd. Na verrekening van de bedragen die Bespaarmetjedak B.V. aan de eiser verschuldigd was, resteert er een boetebedrag van € 3.380,75 dat de eiser aan Bespaarmetjedak B.V. moet betalen. De proceskosten komen voor rekening van de eiser, die ongelijk krijgt in deze procedure.