Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Het verloop van de procedure
Overwegingen
De uitspraak
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan over de verkeersboetes die zijn opgelegd aan betrokkene voor het overtreden van de geslotenverklaring van de Busbrug in Zaanstad. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er vanaf 2014 standaard matiging van boetes plaatsvond, waarbij iedere tweede en volgende boete tot 50% werd verlaagd. In deze uitspraak komt de kantonrechter terug op deze standaardmatige matiging en stelt dat in de toekomst per geval moet worden beoordeeld of matiging gerechtvaardigd is. Dit besluit is genomen naar aanleiding van de relevante omstandigheden van elk individueel geval, zoals de financiële situatie van betrokkene en de bekendheid met de situatie ter plaatse.
De procedure begon met het opleggen van administratieve sancties aan betrokkene, die hiertegen in beroep ging bij de officier van justitie. De officier verklaarde de beroepen ongegrond, waarna betrokkene beroep instelde bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 21 december 2021 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, maar betrokkene zelf niet. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de overgelegde bewijsstukken, waaronder schouwfoto's en rapporten.
De kantonrechter concludeert dat de borden ter plaatse goed zichtbaar waren en dat betrokkene zich had moeten vergewissen van de geldende verkeersregels. De kantonrechter heeft ook overwogen dat de standaardmatige matiging van boetes niet meer in lijn is met de huidige rechtspraak en dat elke zaak op zijn eigen merites moet worden beoordeeld. In dit specifieke geval heeft de kantonrechter geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven voor matiging van de boetes. De beroepen zijn ongegrond verklaard en verzoeken om proceskosten zijn afgewezen.