In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 12 juli 2022, wordt het beroep van eisers tegen het besluit van de burgemeester van Bloemendaal om een aanlijn- en muilkorfgebod op te leggen voor hun hond, beoordeeld. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en het gebod in stand blijft. De zaak betreft een hond die betrokken was bij meerdere bijtincidenten, waaronder een ernstig geval waarbij een meisje gewond raakte. De burgemeester had op basis van een bestuurlijke rapportage en rapporten van gedragstherapeuten besloten tot het opleggen van het gebod. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen, gezien de incidenten en de risico's die de hond kan vormen voor (kleine) kinderen. De rechtbank benadrukt dat de burgemeester beoordelingsruimte heeft en dat de rechtbank alleen toetst of de burgemeester redelijk heeft gehandeld. De eisers, die de hond bezitten, hebben niet overtuigend aangetoond dat de burgemeester onterecht heeft gehandeld. De rechtbank wijst erop dat de lengte van de maatregel niet disproportioneel is, omdat er mogelijkheden zijn voor herbeoordeling van de situatie. De uitspraak bevestigt de noodzaak van het aanlijn- en muilkorfgebod om de veiligheid van anderen te waarborgen.