Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.
1. De burgemeester is belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.
2. De burgemeester is bevoegd bij de uitoefening van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn.
3. De burgemeester is belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op het in het eerste lid bedoelde toezicht.
Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Zaanstad
1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.
1. Het is verboden een horecabedrijf te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester.
2. Het is verboden een commercieel horecabedrijf voor het publiek geopend te hebben als de exploitant of de leidinggevende niet in de inrichting aanwezig is.
3. De exploitant en de leidinggevende doen wat nodig is voor een goede gang van zaken in het horecabedrijf en in de directe omgeving daarvan en zijn verantwoordelijk voor een deugdelijke exploitatie.
1. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 en 1:8 weigert de burgemeester de aangevraagde horeca-exploitatievergunning of trekt deze in indien:
b. de exploitant of leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag is;
2. De burgemeester kan de vergunning als bedoeld in het eerste lid geheel of gedeeltelijk weigeren of intrekken, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf en/of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de aanwezigheid van het horecabedrijf, dan wel indien de veiligheid en gezondheid van de bezoekers van die inrichting, gelet op de wijze waarop die inrichting zal worden of wordt geëxploiteerd, in gevaar gebracht kan worden en daar redelijkerwijze niet in kan worden voorzien door het stellen van voorschriften en/of beperkingen. Bij de toepassing van de genoemde weigeringsgronden houdt de burgemeester rekening met:
a. het karakter van de straat en de wijk, waarin het horecabedrijf is gelegen of zal zijn gelegen;
b. de aard van het horecabedrijf;
c. de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van het horecabedrijf;
d. de wijze van exploitatie van de vergunninghouder en leidinggevende(n) in dit horecabedrijf of andere horecabedrijven.
Artikel 2:28c (deels)
Onverminderd de in artikel 1:6 en 2:28b genoemde gronden voor het intrekken of wijzigen van een vergunning, en onverminderd de bepalingen van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, kan de burgemeester de exploitatievergunning tijdelijk of voor onbepaalde tijd geheel of gedeeltelijk intrekken of wijzigen indien:
d. in strijd is gehandeld met artikel 2 en/of 3 van de Opiumwet of aannemelijk is dat de exploitant of leidinggevende betrokken is bij of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten in verband met activiteiten als bedoeld in artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet;
e. aannemelijk is dat de exploitant of de leidinggevende betrokken is, of hem ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten in of vanuit het horecabedrijf, die gevaar kunnen veroorzaken voor de openbare orde of een bedreiging vormen voor het woon- of leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf dan wel als naar het oordeel van de burgemeester de wijze van bedrijfsvoering of het levensgedrag als bedoeld in artikel 2:28b, een dergelijk gevaar of bedreiging vormen;
f. de exploitant of de leidinggevende toelaat of gedoogt dat in zijn horecabedrijf strafbare en/of beboetbare feiten worden gepleegd;
i. de vergunninghouder, exploitant of leidinggevende bij of krachtens deze verordening gestelde regels niet nakomt;
j. de vergunninghouder, exploitant of leidinggevende de aan de vergunning verbonden voorschriften of beperkingen niet nakomt.
Artikel 2:30a (deels)
1.De burgemeester kan een horecabedrijf tijdelijk of voor onbepaalde tijd sluiten indien:
b. het horecabedrijf wordt geëxploiteerd in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;
c. zich een of meer van de in artikel 2:28b en c genoemde situaties voordoen.
Horeca sanctiestrategie en Sluitingenbeleid Zaanstad
Artikel
(APV)
Overtreding
Maatregel
1e constatering
Maatregel
2e constatering
Maatregel
3e constatering
Maatregel
4e constatering
2:28, eerste lid, onder a, APV
Exploitatie zonder horeca-exploitatievergunning
Bevel tot sluiting voor onbepaalde tijd, tenzij er sprake is van directe voortzetting of overname van een horecabedrijf
2:28, eerste lid, onder a, APV
Exploitatie terras door non- horecabedrijf zonder horeca-exploitatie- en terrasvergunning
Waarschuwing
Last onder dwangsom
€500-€3000 per geconstateerde overtreding met een maximumbedrag van €12.000
Last onder dwangsom verhoogd
€1000-€6000 per geconstateerde overtreding met een maximumbedrag van €12.000
Last onder bestuursdwang (terras verwijderen)
2:28, eerste lid, onder a, APV
Exploitatie terras door horecabedrijf zonder terrasvergunning
Waarschuwing
Last onder dwangsom
€500-€3000 per geconstateerde overtreding met een maximumbedrag van €12.000
Last onder bestuursdwang (terras verwijderen)
Intrekking horeca- exploitatievergunning
2:28, tweede lid, APV, i.s.m. 24, eerste of tweede lid, DHW
Afwezigheid leidinggevende/vergunninghouder
Waarschuwing
Tijdelijke sluiting voor de duur van 1 week
Tijdelijke sluiting voor de duur van 2 weken
Intrekking horeca- exploitatie-vergunning en indien van toepassing DHW-vergunning
2:28, tweede lid, APV, i.s.m. 24, eerste of tweede lid, DHW
Afwezigheid leidinggevende/
vergunninghouder
enafwezigheid personeel
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden) en gelijktijdige intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28b, eerste lid, onder b, APV
Exploitant in enig opzicht van slecht levensgedrag
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden) en gelijktijdige intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning.
2:28b, eerste lid, onder b, APV
Leidinggevende in enig opzicht van slecht levensgedrag
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden), afhankelijk van feiten en omstandigheden uitschrijving leidinggevende van vergunning dan wel intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning.
2:28c, aanhef en onder a, APV
Artikel 36 WOK activiteiten (illegaal gokken)
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden), intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28c, aanhef en onder b, APV
Aanwezigheid wapen(s) (waarvoor geen vergunning, ontheffing, verlof is verleend)
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden), tenzij beleidsregel sluiting publiek toegankelijk gebouw van toepassing. Intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28c, aanhef en onder c, APV
Naar zijn oordeel de openbare orde gevaar loopt of het woon- en leefklimaat in de omgeving van het horecabedrijf door de aanwezigheid van het horecabedrijf nadelig wordt beïnvloed;
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden), intrekking horeca-exploitatievergunning.
2:28c, aanhef en onder d, APV
Handel in drugs, dan wel aanwezigheid van drugs (zoals bedoeld in de artikelen 2 en 3 Opiumwet) of aannemelijk is dat exploitant/leidinggevende betrokken is bij/ernstige nalatigheid verweten kan worden i.v.m. activiteiten artikel 13b Opiumwet.
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging met 3 maanden), tenzij beleidsregel 13b Opiumwet van toepassing. Intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning.
2:28c, aanhef en onder e, APV
Ernstige nalatigheid exploitant/leidinggevende: gevaar openbare orde, veiligheid of zedelijkheid en/of bedreiging woon- en leefklimaat
Bevel tot directe sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging 3 maanden) en intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28c, aanhef en onder f, APV
Exploitant/leidinggevende toelaat/gedoogd dat strafbare en/of beboetbare feiten worden gepleegd in het horecabedrijf
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging 3 maanden) en intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28c, aanhef en onder g, APV
Het geopend blijven van een horecabedrijf vormt gevaar openbare orde gevaar en/of bedreiging woon- en leefklimaat
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging 3 maanden) en intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28c, aanhef en onder h, APV
Artikel 2 Wet Arbeid Vreemdelingen
verbod een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning
Bevel tot tijdelijke sluiting voor de duur van 4 weken (indien nodig verlenging 3 maanden) en intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
2:28c, aanhef en onder i, APV
De vergunninghouder, exploitant of leidinggevende bij of krachtens deze verordening gestelde regels niet nakomt
Afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding of het voorschrift zal een van de sanctiemiddelen zoals beschreven in paragraaf 3.4 worden ingezet, tenzij sprake is van verzwarende omstandigheden of gevaar voor de openbare orde conform dit beleid.
2:28c, aanhef en onder j, APV
In strijd met vergunningvoorschriften en / beperkingen
Afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding of voorschrift zal een van de sanctiemiddelen zoals beschreven in paragraaf 3.4 worden ingezet, tenzij sprake is van verzwarende omstandigheden of gevaar voor de openbare orde conform dit beleid.
2:29, eerste lid, onder a, APV
Bezoekers toe laten /te laten verblijven tussen 00:00u-07:00u
Waarschuwing
Terugbrengen sluitingstijd naar 22:00 uur voor de duur van 1 week
Tijdelijke sluiting voor de duur van 1 week
Intrekking horeca- exploitatievergunning
2:29, eerste lid, onder b, APV
Bezoekers toe laten /te laten verblijven tussen 02:00u-07:00u
Waarschuwing
Terugbrengen sluitingstijd naar 22:00 uur voor de duur van 1 week
Tijdelijke sluiting voor de duur van 1 week
Intrekking horeca- exploitatievergunning
2:29, eerste lid, onder c, APV
Bezoekers toe laten 03:00u-07:00u
Waarschuwing
Terugbrengen sluitingstijd naar 22:00 uur voor de duur van 1 week
Tijdelijke sluiting voor de duur van 1 week
Intrekking horeca- exploitatievergunning
2:29, eerste lid, onder c, APV
Bezoekers te laten verblijven tussen 05:00u-07:00u
Waarschuwing
Terugbrengen sluitingstijd naar 22:00 uur voor de duur van 1 week
Tijdelijke sluiting voor de duur van 1 week
Intrekking horeca- exploitatievergunning
2:31 APV, 2:30c, vijfde en zesde lid, APV
Betreden van / zonder toestemming laten verblijven/toelaten bezoekers in door de burgemeester gesloten horecabedrijf
Intrekking horeca-exploitatievergunning en DHW-vergunning indien van toepassing.
Alcoholwet
Artikel 8 (deels)
1. Leidinggevenden van het horecabedrijf en het slijtersbedrijf voldoen aan de volgende eisen:
b. zij zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag.
1. Het is verboden een horecalokaliteit of een slijtlokaliteit voor het publiek geopend te houden indien in de inrichting niet aanwezig is:
a. een leidinggevende die vermeld staat op het aanhangsel bij de vergunning, bedoeld in artikel 29, tweede lid, met betrekking tot die inrichting of een andere vergunning van dezelfde vergunninghouder.
1. Een vergunning wordt door de burgemeester ingetrokken, indien:
b. niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikelen 8 en 10 geldende eisen;
c. zich in de betrokken inrichting feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
2. Een vergunning kan door de burgemeester worden ingetrokken indien de vergunninghouder de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel de aan een vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen, niet nakomt.
4. De vergunning kan in ieder geval worden ingetrokken, indien:
c. een aan de vergunning verbonden voorschrift of een beperking waaronder de vergunning is verleend, is overtreden.
d. hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Alcoholwet, waarin rechtmatig het horecabedrijf als bedoeld in dat artikellid wordt uitgeoefend:
1°.waar het café en het restaurantbezoek op zichzelf staat en waar geen andere activiteiten plaatsvinden, waaraan een zelfstandige betekenis kan worden toegekend.
1. De vergunning kan slechts worden verleend, indien zij betreft het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten:
a. in een hoogdrempelige inrichting.
1. De vergunning wordt ingetrokken:
b. indien voor een inrichting, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid, onder a en b, niet de vergunning van kracht is, die ingevolge de voor die inrichting geldende bepalingen is vereist.