6.7De beroepsgrond slaagt. Het beroep van eiser is reeds hierom gegrond. Dat besluit komt wegens strijd met artikel 3:2 van de Awb en 7:12, eerste lid, van de Awb reeds hierom voor vernietiging in aanmerking.
7. Ter zitting heeft eiser desgevraagd betoogd dat hij zijn geboorteland wil laten wijzigen naar ‘Gazastrook en Westelijke Jordaanoever met inbegrip van Oost-Jeruzalem’, indien zijn geboorteland niet kan worden gewijzigd naar ‘Palestina’.
8. Verweerder heeft zich in het bestreden besluit op het standpunt gesteld dat Palestina niet als geboorteland kan worden opgenomen in de brp omdat Nederland Palestina niet als land heeft erkend. Verweerder heeft zich daarnaast ter zitting op het standpunt gesteld dat eiser in zijn verzoek van 18 maart 2021 niet heeft verzocht om zijn geboorteland te wijzigen naar ‘Gazastrook en Westelijke Jordaanoever met inbegrip van Oost-Jeruzalem’ en dat verweerder reeds daarom deze wijziging niet heeft opgenomen in de brp
9. Bij de beoordeling van eisers beroep acht de rechtbank het volgende kader van belang. Ingevolge artikel 5 van het Besluit basisregistratie personen, draagt een college er zorg voor dat het uitvoering geeft aan de wet op een wijze die overeenstemt met de systeembeschrijving. Gelet op artikel 2, aanhef en onder a, van de Regeling basisregistratie personen maakt het Logisch Ontwerp GBA, versie 3.9 (hierna: het Logisch Ontwerp) deel uit van de hiervoor bedoelde systeembeschrijving. Het Logisch Ontwerp biedt bij het invullen van een code om een land in de brp te registreren, zoals in dit geval een geboorteland, twee mogelijke waarden. Allereerst "een 4-cijferige code volgens de Tabel 34, Landentabel" en ten tweede de "standaardwaarde indien onbekend".
10. De rechtbank overweegt dat verweerder ten onrechte het verzoek van eiser om zijn geboorteland te wijzigen heeft afgewezen. Weliswaar wordt verweerder gevolgd in het standpunt dat ‘Palestina’ niet in de brp als geboorteland kan worden opgenomen, omdat dit land met de einddatum 14 mei 1948 in de Landentabel vermeld staat. Dit betekent echter niet dat verweerder eisers verzoek om die reden had moeten afwijzen. Zoals hiervoor is weergegeven, is het uitgangspunt dat de gegevens in de brp betrouwbaar en duidelijk moeten zijn. Het geboorteland van eiser moet dus op de juiste wijze in de brp worden geregistreerd. Niet in geschil is dat eiser is geboren in de Gazastrook. Verweerder heeft miskend dat ook voor de Gazastrook een code aan de Landentabelis toegevoegd, namelijk ‘Gazastrook en Westelijke Jordaanoever met inbegrip van Oost-Jeruzalem’ met als ingangsdatum 15 mei 1948. De wetgever heeft dit geregeld naar aanleiding van een uitspraak van de Afdeling van 11 april 2018waaruit volgt dat in het geval in de brp geen passende code voor een geboorteland kan worden gekozen, zoals in het geval van Palestijnen, niet valt in te zien waarom er in de Landentabel niet voor kan worden gekozen een gebied op te nemen dat recht doet aan het fysieke gebied waar de verzoeker is geboren.
De wetgever heeft hieraan gevolg gegeven. De rechtbank is van oordeel dat verweerder ten onrechte de geboorteplaats niet heeft gewijzigd van Egypte naar ‘Gazastrook en Westelijke Jordaanoever met inbegrip van Oost-Jeruzalem’. Het standpunt van verweerder dat eiser de Gazastrook, in plaats van Palestina, in zijn verzoekschrift had moeten opnemen voert naar het oordeel van de rechtbank te ver. Het was voor verweerder immers voldoende duidelijk dat eiser is geboren in de Gazastrook. Daarbij komt dat ook in de e-mail van de gemeente 's-Gravenhage die eiser bij zijn verzoek heeft gevoegd, wordt gewezen op deze wijziging van de Landentabel. Het lag op de weg van verweerder om eisers verzoek dan ook als zodanig op te vatten of eiser hierover te bevragen.
De beroepsgrond slaagt.