ECLI:NL:RBNHO:2022:6902

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
4 augustus 2022
Zaaknummer
9951460
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot ondercuratelestelling van wilsonbekwame betrokkene

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondercuratelestelling van een betrokkene, die als wilsonbekwaam werd beschouwd. Het verzoek was ingediend door de gemachtigde van de betrokkene, mr. A.C. Mens, op basis van de stelling dat de betrokkene niet in staat was zijn financiële en persoonlijke zaken naar behoren te behartigen door een verstandelijke beperking. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 mei 2022 werd bevestigd dat de betrokkene niet zelfstandig kon wonen en veel begeleiding nodig had. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene niet in staat was het verzoek te overzien en dat het verzoek in werkelijkheid afkomstig was van zijn pleegvader, [pleegvader 1], en diens gemachtigde, mr. A.C. Mens. Dit leidde tot de conclusie dat de belangen van de betrokkene niet goed werden behartigd, aangezien hij werd gedwongen partij te kiezen in een conflict tussen zijn pleegvaders. De kantonrechter besloot daarom het verzoek tot ondercuratelestelling niet-ontvankelijk te verklaren, omdat de betrokkene niet in staat was het verzoek in te dienen. De beschikking werd gegeven door mr. M.T. Goossens en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknummer: 9951460 CB VERZ 22-67 SB
Uitspraakdatum:

Beschikking van de kantonrechter

Op verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 1] ,
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
gemachtigde: mr. A.C. Mens.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 6 mei 2022;
  • de bereidverklaring van de voorgestelde curator.
Op 23 mei 2022 heeft een mondelinge behandeling van het verzoek plaatsgevonden.

beoordeling

Het verzoek strekt tot ondercuratelestelling van betrokkene.
Mr. A.C. Mens voert namens betrokkene aan dat hij niet in staat is zijn financiële en persoonlijke zaken en belangen naar behoren te behartigen als gevolg van zijn verstandelijke beperking. Ter onderbouwing van het voorgaande heeft mr. A.C. Mens medische stukken gevoegd bij het verzoekschrift waaruit blijkt dat betrokkene wilsonbekwaam is. Om in de belangenbehartiging van betrokkene te voorzien is daarom de ondercuratelestelling van betrokkene verzocht. Betrokkene heeft twee pleegvaders die hem verzorgen en begeleiden. Te weten, [pleegvader 1] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 2] , van wie het adres bekend is bij deze rechtbank, hierna ook te noemen: [pleegvader 1] , gemachtigde mr. A.C. Mens en de heer [pleegvader 2] , geboren te [geboorteplaats 3] op [geboortedatum 3] , van wie het adres bekend is bij deze rechtbank, hierna ook te noemen: [pleegvader 2] , gemachtigde mr. W.R.S. Ramhit. De heer
is niet langer in staat deze taak op zich te nemen. Hij is depressief en ligt de hele dag in bed. Mr. A.C. Mens verzoekt daarom namens betrokkene enkel [pleegvader 1] te benoemen tot curator.
De kantonrechter overweegt als volgt.
Uit de stukken, zoals door mr. A.C. Mens gevoegd bij het verzoekschrift, is gebleken dat bij betrokkene sprake is van een licht verstandelijke beperking. Betrokkene kan niet zelfstandig wonen en behoeft veel begeleiding. Dit beeld is ter zitting bevestigd. Betrokkene bleek niet in staat de strekking van het verzoek te overzien. Hij kon enkel aangeven dat hij wilde dat de ruzies tussen zijn pleegvaders stoppen en dat hij geen schulden wil hebben. Gelet op het niveau van betrokkene is hij ook niet in staat zelfstandig een advocaat te raadplegen. Hieruit maakt de kantonrechter op dat het verzoek in realiteit afkomstig is van [pleegvader 1] en zijn gemachtigde,
mr. A.C. Mens. Hiermee handelen zij niet in het belang van betrokkene, aangezien betrokkene op deze wijze wordt gedwongen partij te kiezen in het geschil tussen zijn pleegvaders. Bovendien wordt betrokkene geconfronteerd met kosten door het inschakelen van een advocaat, terwijl bekend is bij zowel [pleegvader 1] als mr. A.C. Mens dat hij niet in staat is het verzoek te begrijpen. Gelet op het voorgaande staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat betrokkene wilsonbekwaam is en als gevolg daarvan niet in staat is het verzoek in te dienen. De kantonrechter beslist daarom als volgt.

beslissing

De kantonrechter verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter