Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
23 augustus 2022. Daarbij is verzocht om de rechtbank uiterlijk 1 augustus 2022 te berichten of zij gebruik wenst te maken van het recht om te worden gehoord. Aangekondigd is dat de rechtbank er bij gebreke van een tijdige reactie vanuit gaat dat Evenblij-Vaten instemt met het verzoek en niet wenst te worden gehoord. Op de openbare oproeping is geen reactie gekomen van Evenblij-Vaten. De rechtbank heeft vervolgens aan [verzoeker] meegedeeld dat de reeds geplande zitting op 23 augustus 2022 – overeenkomstig zijn verzoek – geen doorgang zal hebben.
2.Het verzoek
3.De beoordeling
4.De beslissing
17 augustus 2022.