ECLI:NL:RBNHO:2022:7759
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanslag forensenbelasting en de belastingplicht van mede-eigenaren
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 18 augustus 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de gemeente Uitgeest over een aanslag forensenbelasting. Eiser, die buiten de gemeente zijn hoofdverblijf heeft, ontving een aanslag van € 714 voor het jaar 2020. Hij betwistte de aanslag en stelde dat deze met de helft verminderd moest worden, omdat hij mede-eigenaar is van de woning waarop de aanslag betrekking heeft. De andere eigenaar is ingeschreven in de gemeente Uitgeest, waardoor alleen eiser belastingplichtig zou zijn.
De rechtbank oordeelde dat de aanslag forensenbelasting naar het juiste bedrag is opgelegd. De belastingplicht in de forensenbelasting wordt vastgesteld per persoon en niet per woning. De rechtbank stelde vast dat eiser voldoet aan de voorwaarden voor belastingplicht, aangezien hij meer dan 90 dagen per jaar de woning beschikbaar houdt en zijn hoofdverblijf buiten de gemeente heeft. De rechtbank erkende dat de systematiek van belastingheffing in dit geval een verschil in behandeling tussen eiser en de mede-eigenaar kan veroorzaken, maar oordeelde dat dit verschil gerechtvaardigd is en niet in strijd is met het discriminatieverbod.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft en de aanslag forensenbelasting ongewijzigd blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De rechtbank benadrukte dat de regels omtrent forensenbelasting geen mogelijkheid bieden om de belasting te verhalen op niet-belastingplichtige mede-eigenaren, en dat iedere belastingplichtige eigenaar hetzelfde bedrag betaalt, ongeacht het aantal eigenaren van de woning.