Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
Boetebepaling
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 21 september 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure waarbij de eisende partij, vertegenwoordigd door mr. M. Raaijmakers, vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde onder andere een bedrag van € 15.153,00 aan schoonmaak- en herstelkosten en € 49.000,00 aan gederfde huurinkomsten als gevolg van de sluiting van de woning door de gemeente vanwege een aangetroffen hennepkwekerij. De kantonrechter heeft de vordering tot schoonmaak- en herstelkosten toegewezen, aangezien deze niet onrechtmatig of ongegrond werd bevonden. De vordering tot gederfde huurinkomsten werd echter slechts gedeeltelijk toegewezen, tot een bedrag van € 35.000,00, omdat de kantonrechter oordeelde dat volledige toewijzing naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Daarnaast heeft de kantonrechter de boetebedingen in de huurovereenkomst als onredelijk bezwarend aangemerkt, waardoor de gevorderde boete niet toewijsbaar was. De eisende partij had ook reputatieschade gevorderd, maar deze vordering werd afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing. De gedaagde partij werd grotendeels in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van in totaal € 50.153,00, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar, met de griffier aanwezig.