Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker 2]
[verzoeker 4]
[verzoeker 6]
[erflater](overleden op [datum] )
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
geenspecifieke reden vereist is.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak gaat het om de huur van drie percelen grond waarop recreatiewoningen zijn gebouwd. De huurders beschouwen zichzelf als eigenaar van de recreatiewoningen, maar de verhuurder heeft de huur opgezegd. De huurders betogen dat er door verjaring een recht van opstal is ontstaan, en dat de opzegging in strijd is met de redelijkheid en billijkheid. De kantonrechter oordeelt dat de huurders niet aannemelijk hebben gemaakt dat er een opstalrecht is ontstaan, en dat de verhuurde grond niet kan worden gekwalificeerd als standplaats in huurrechtelijke zin. De huurovereenkomsten zijn voor onbepaalde tijd en kunnen door de verhuurder worden opgezegd zonder dat daarvoor een zwaarwegende reden nodig is. De kantonrechter wijst het verzoek van de huurders af en stelt hen in het ongelijk, waarbij zij nog een maand krijgen om de percelen te ontruimen.