ECLI:NL:RBNHO:2023:10510

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 september 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
10606681 \ WM VERZ 23-417
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens handelen in strijd met geslotenverklaring voor motorvoertuigen

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 19 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie, opgelegd aan betrokkene wegens het handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan twee wielen. Betrokkene had eerder een boete ontvangen, waartegen zij beroep had ingesteld bij de officier van justitie. Deze had het beroep ongegrond verklaard, waarna betrokkene zich tot de kantonrechter wendde.

Tijdens de zitting op 19 september 2023, waar zowel betrokkene als de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig waren, heeft betrokkene aangevoerd dat zij in het bezit is van een ontheffing en dat zij al twee jaar een andere auto heeft. Ze stelde dat zij het kenteken voor haar vergunning bij de gemeente had aangepast en dat zij onterecht meerdere boetes had ontvangen voor het rijden langs de geslotenverklaring.

De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft aangegeven dat er meerdere boetes aan betrokkene zijn opgelegd in korte tijd en heeft verzocht om de eerste boete in stand te laten, maar de daaropvolgende boetes te vernietigen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de opgelegde boetes als aparte overtredingen moeten worden beschouwd, maar heeft besloten de beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. Het beroep van betrokkene is gegrond verklaard, en de kantonrechter heeft bepaald dat de officier van justitie het betaalde bedrag aan betrokkene moet terugbetalen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Zaanstad
Zaaknummer : 10606681 \ WM VERZ 23-417
CJIB-nummer : 251289486
Uitspraakdatum : 19 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)
in de zaak van
[betrokkene]
(hierna te noemen: betrokkene).

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: handelen in strijd met een geslotenverklaring voor motorvoertuigen op meer dan 2 wielen.
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft aangevoerd dat zij in Oostzaan woont, in de Kerkstraat. Zij is in het bezit van een ontheffing en heeft al twee jaar een andere auto. Betrokkene is van mening dat zij het kenteken voor haar vergunning destijds bij de gemeente heeft aangepast. Betrokkene stelt dat zij al twee jaar langs deze geslotenverklaring rijdt en nu opeens zeven boetes heeft ontvangen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld dat aan betrokkene meerdere boetes in korte tijd zijn opgelegd en heeft de kantonrechter in lijn met het hof [1] verzocht om de eerste boete in stand te laten en de daaropvolgende boetes, tot het moment dat betrokkene er bekend mee is geworden, te vernietigen.
De kantonrechter stelt vast dat aan betrokkene meerdere boetes zijn opgelegd voor het handelen in strijd met gesloten verklaring. Op zichzelf moeten deze gedragingen worden aangemerkt als aparte en te onderscheiden overtredingen, waarvoor ook telkens een boete kan worden opgelegd. De kantonrechter volgt het voorstel van de vertegenwoordiger van de officier van justitie. Onderhavige boete is namelijk opgelegd voordat de eerste boete is verzonden. Gelet hierop ziet de kantonrechter aanleiding om de beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie te vernietigen. Het beroep is daarom gegrond.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de
boete is opgelegd;
‒ bepaalt dat de officier van justitie het bedrag dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terugbetaalt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. P.J. Jansen, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending:

Voetnoten

1.Vgl. het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 24 februari 2023, te vinden op rechtspraak.nl met zoekterm ECLI:NL:GHARL:2023:1663.