ECLI:NL:RBNHO:2023:1104

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
9841540 CV EXPL 22-2483
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incasso van zorgkosten met betrekking tot een factuur en de gevolgen van niet tijdige betaling

In deze zaak heeft Infomedics B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wegens het niet tijdig betalen van een factuur voor zorgkosten. De factuur, gedateerd op 18 september 2021, betrof een bedrag van € 196,98, waarvan € 21,69 door de zorgverzekeraar werd vergoed. De gedaagden moesten nog € 175,29 betalen. Na meerdere betalingsherinneringen en aanmaningen, heeft Infomedics de vordering op 6 april 2022 via een deurwaarder aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] betekend. Op diezelfde dag hebben de gedaagden het bedrag van € 175,29 betaald, maar Infomedics vorderde ook wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.

De kantonrechter oordeelde dat de gedaagden wettelijke rente en incassokosten verschuldigd waren, omdat zij de factuur te laat hadden betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de betaling van de hoofdsom eerst in mindering moet worden gebracht op de kosten, waardoor er nog een bedrag van € 40,00 resteerde. Dit bedrag werd toegewezen, evenals de proceskosten van Infomedics, die in totaal op € 315,20 werden begroot. De tegenvordering van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] werd afgewezen, omdat de kantonrechter oordeelde dat Infomedics terecht de vordering had ingesteld.

De uitspraak benadrukt de verplichtingen van debiteuren bij het niet tijdig betalen van facturen en de gevolgen daarvan, zoals het ontstaan van wettelijke rente en incassokosten. De kantonrechter heeft de vordering van Infomedics toegewezen en de gedaagden veroordeeld tot betaling van het resterende bedrag en de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9841540 CV EXPL 22-2483
Uitspraakdatum: 8 februari 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Infomedics B.V.m.h.o.d.n.
Infomedics Factoring, UwNota.nl, DFA Services en Infomedics DFA,
gevestigd en kantoorhoudende te Almere
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
verder te noemen: Infomedics
gemachtigde: [betrokkene 2] Incasso en Gerechtsdeurwaarders te Amersfoort
tegen

1.[gedaagde 1]

2.
[gedaagde 2]
beide wonende te [plaats]
gedaagden in conventie
eisers in reconventie
verder te noemen: [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
procederend in persoon.

1.Het procesverloop

1.1.
Infomedics heeft bij dagvaarding van 6 april 2022 een vordering tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ingesteld. [gedaagde 1] heeft mede namens [gedaagde 2] mondeling geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
Infomedics heeft hierop schriftelijk gereageerd (repliek), waarna [gedaagde 1] en [gedaagde 2] een schriftelijke reactie (dupliek) hebben gegeven. Infomedics heeft de gelegenheid gekregen om te reageren op de bij dupliek overgelegde stukken, van welke gelegenheid zij gebruik heeft gemaakt. Bij brief van 23 december 2022 heeft de kantonrechter partijen meegedeeld dat de verdere behandeling van de zaak is aangehouden.

2.De zaak in het kort

2.1.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben een factuur van Infomedics niet tijdig betaald. Partijen discussiëren over de vraag of [gedaagde 1] en [gedaagde 2] daarom bijkomende kosten moeten betalen. De kantonrechter oordeelt dat wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten verschuldigd zijn geraakt, doordat de factuur te laat betaald is. De betaling moet eerst in mindering worden gebracht op de kosten, zodat nog een deel aan hoofdsom resteert. Over dit restant moet wettelijke rente betaald worden.

3.Feiten

3.1.
Op 18 september 2021 heeft Infomedics een factuur aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gestuurd die ziet op de kosten van een medische behandeling voor hun dochter [betrokkene 1]. Volgens de factuur bedragen de totale kosten € 196,98, waarvan een bedrag van € 21,69 wordt betaald door de zorgverzekeraar. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] moesten nog € 175,29 betalen.
3.2.
Omdat de factuur niet betaald werd, heeft Infomedics meerdere betalingsherinneringen aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gestuurd, op 28 oktober 2021 en 25 november 2021. Toen betaling opnieuw uitbleef heeft Incassobureau CMIB namens Infomedics nogmaals twee aanmaningen aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gestuurd, op 23 december 2021 en op 20 januari 2022.
3.3.
De vordering is op 21 februari 2022 overgedragen aan de huidige gemachtigde, [betrokkene 2] Incasso en Gerechtsdeurwaarders (hierna: [betrokkene 2]). [betrokkene 2] heeft [gedaagde 1] en [gedaagde 2] op 23 februari 2022 namens Infomedics een brief gestuurd waarbij hen de mogelijkheid is geboden om de vordering van € 175,29 zonder bijkomende kosten te voldoen. De brief bleek echter per abuis op naam te zijn gesteld van de zoon van [gedaagde 1] en [gedaagde 2].
3.4.
Op 6 april 2022 heeft de deurwaarder de dagvaarding betekend aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben diezelfde dag nog een bedrag van € 175,29 betaald.

4.De vordering

4.1.
Infomedics vordert dat de kantonrechter [gedaagde 1] en [gedaagde 2] veroordeelt tot betaling van € 217,12 en betaling van de wettelijke rente over € 175,29 vanaf 24 maart 2022 totdat de vordering helemaal betaald is. Ook vordert Infomedics vergoeding van de proceskosten.
4.2.
Infomedics legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] als ouders de factuur voor de behandeling van hun minderjarige kind moeten betalen. Een deel van de factuur (€ 21,69) is bij de zorgverzekeraar gedeclareerd, waarna een bedrag van € 175,29 resteerde. Daarnaast wil Infomedics dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten betalen.

5.Het verweer en de tegenvordering

5.1.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] erkennen de hoofdsom, maar betwisten dat zij bijkomende kosten moeten betalen. Zij voeren aan dat zij de factuur nooit hebben ontvangen. Zij begrepen niet waar de brief van 23 februari 2022 van de deurwaarder over ging, omdat zij geen openstaande rekeningen voor hun zoon hadden. Daarop hebben zij meerdere keren geprobeerd telefonisch contact te krijgen met de deurwaarder, maar er werd niet opgenomen. Uiteindelijk zou de deurwaarder terugbellen, maar dit is nooit gebeurd. Pas bij ontvangst van de dagvaarding op 6 april 2022 werd duidelijk dat het ging om een rekening voor hun dochter. [gedaagde 1] heeft diezelfde dag het bedrag van € 175,29 betaald.
5.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] vorderen bij wijze van tegenvordering schadevergoeding van € 115,-. Dit bedrag bestaat uit € 15,- parkeergeld en € 100,- voor het opnemen van een vrije dag om naar de zitting te komen om verweer te voeren.

6.Het verweer tegen de tegenvordering

6.1.
Infomedics betoogt dat de tegenvordering niet is onderbouwd met stukken en ook niet juridisch is onderbouwd. Ook is het gevorderde bedrag buitenproportioneel. Voor zover [gedaagde 1] en [gedaagde 2] recht zouden hebben op enige vorm van vergoeding, wat in dit geval niet het geval is omdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] in persoon procederen, dan kan dit hooguit salaris gemachtigde zijn overeenkomstig de staffel.

7.De beoordeling

Infomedics gerechtigd als eisende partij?
7.1.
Naar aanleiding van het tussenvonnis in een andere zaak van 21 december 2022 (zaak Y, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder het nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:11558) heeft de kantonrechter de behandeling van deze zaak aangehouden in afwachting van de reactie van Infomedics in zaak Y over de vraag of zij gerechtigd was om als eisende partij op te treden. Op 1 februari 2023 heeft de kantonrechter in zaak Y een eindvonnis gewezen (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder het nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:616). Daarin is op basis van de toelichting en de overgelegde stukken vastgesteld dat Infomedics van Infomedics Finance B.V. als eigenaar van de vordering een volmacht heeft gekregen om de vordering te incasseren en dat het vorderingsrecht van Infomedics daarmee vast staat. Ook heeft de kantonrechter daarin overwogen dat zij in zijn algemeenheid begrijpt dat Infomedics en Infomedics Finance B.V. op dezelfde manier contracteren met de zorgverleners met wie zij een factoringovereenkomst sluiten. Ook in deze zaak is sprake van een dergelijke overeenkomst en hebben de zorgverlener, Infomedics en Infomedics Finance B.V. dezelfde werkwijze gehanteerd. Gelet daarop staat vast dat Infomedics gerechtigd is om de vordering in deze zaak te innen.
de vordering
7.2.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben het bedrag van € 175,29 dat zijzelf op basis van de factuur moesten betalen niet betwist. Zij hebben dit bedrag uiteindelijk op 6 april 2022 ook betaald. De vraag is of [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ook bijkomende kosten moeten betalen De kantonrechter oordeelt dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ook bijkomende kosten verschuldigd zijn geraakt, omdat zij de factuur niet tijdig hebben betaald. Dit wordt hierna toegelicht.
7.3.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] voeren aan dat zij de factuur van Infomedics van 18 september 2021 nooit hebben ontvangen, omdat hun adres vaak wordt verward met een ander adres. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben echter niet betwist dat zij de betalingsherinneringen als genoemd in r.o. 3.2. hebben ontvangen zodat zij in elk geval naar aanleiding daarvan op de hoogte hadden kunnen zijn van de vordering. Daarnaast is van belang dat de brief die [betrokkene 2] op 23 februari 2022 heeft gestuurd een onjuiste tenaamstelling had, maar dat [betrokkene 2] vervolgens een aangepaste brief met de juiste tenaamstelling heeft verzonden op 1 maart 2022. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben weliswaar betwist dat zij die brief hebben ontvangen maar Infomedics heeft met de uitdraai uit haar systeem voldoende aannemelijk gemaakt dat deze brief op 1 maart 2022 aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] is verstuurd. In deze brief is vermeld dat als niet binnen vijftien dagen zal worden betaald, wettelijke rente en incassokosten bij het openstaande bedrag opgeteld zullen worden. Ervan uitgaande dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] deze brief uiterlijk op 7 maart 2022 hebben ontvangen, hadden zij vanaf die datum veertien dagen de tijd om de hoofdsom te betalen. Zij hebben de factuur echter pas op 6 april 2022 betaald. Omdat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] de factuur te laat betaald hebben, zijn zij in beginsel wettelijke rente over de (nog openstaande) hoofdsom verschuldigd en incassokosten. Infomedics heeft het bedrag aan incassokosten terecht bepaald op € 40,00.
7.4.
Uit de factuur volgt dat de zorgverzekeraar al een bedrag van € 21,69 heeft betaald, zodat een hoofdsom resteert van € 175,29. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] waren dan ook wettelijke rente verschuldigd over het bedrag van € 175,29 en niet, zoals Infomedics vordert, over een hoofdsom van € 196,98. Infomedics heeft de gevorderde rente dus niet op de juiste manier berekend zodat deze niet toewijsbaar is.
7.5.
Op grond van het voorgaande waren [gedaagde 1] en [gedaagde 2] aan Infomedics verschuldigd:
Hoofdsom € 175,29 Incassokosten
€ 40,00
Totaal € 215,29
Op grond van artikel 6:44 van het Burgerlijk Wetboek zal de betaling van € 175,29 eerst in mindering worden gebracht op de kosten en daarna op de hoofdsom. Er resteert dan dus een bedrag van (€ 175,29 + € 40,00 – € 175,29 =) € 40,00 aan hoofdsom. Dat bedrag zal worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 6 april 2022.
7.6.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] krijgen ongelijk en daarom heeft Infomedics recht op vergoeding van de door haar gemaakte proceskosten. Infomedics heeft de vordering terecht ingesteld omdat zij voor het uitbrengen van de dagvaarding ondanks aanmaningen geen betaling van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] heeft ontvangen. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben de hoofdsom immers pas betaald nadat zij de dagvaarding hebben ontvangen. De proceskosten worden tot op heden voor Infomedics begroot op € 109,20 voor de dagvaarding, € 128,00 bedrag aan griffierecht en € 78,00 aan salaris voor de gemachtigde van Infomedics (2,0 punten x tarief € 39,00). Dat is in totaal € 315,20.
de tegenvordering
7.7.
Omdat de vordering van Infomedics wordt toegewezen, zal de door [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gevorderde schadevergoeding worden afgewezen. Infomedics heeft haar vordering namelijk terecht ingesteld.
7.8.
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen van partijen en de omstandigheid dat partijen bij repliek en dupliek van de vordering van Infomedics ook op de tegenvordering zijn ingegaan zullen de proceskosten van de tegenvordering aan de kant van Infomedics worden begroot op nihil.

8.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
8.1.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling aan Infomedics van € 40,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 6 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
8.2.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Infomedics tot en met vandaag begroot op € 315,20;
8.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
8.4.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
8.5.
wijst de vordering af;
8.6.
veroordeelt [gedaagde 1] en [gedaagde 2] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Infomedics tot en met vandaag begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter