ECLI:NL:RBNHO:2023:1129

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 februari 2023
Publicatiedatum
14 februari 2023
Zaaknummer
10242547 CV EXPL 22-7288
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van restantbedrag en proceskosten in verstekzaak

In deze zaak heeft de eisende partij, Zalando Payments GmbH, de gedaagde partij gedagvaard. De gedaagde partij is niet verschenen, waardoor de kantonrechter verstek heeft verleend. De eisende partij vordert een betaling van € 72,31, vermeerderd met wettelijke rente over een bedrag van € 69,43 vanaf 9 december 2022, alsook een veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten. De vordering betreft het restantbedrag van een eerdere vordering die in een procedure van 13 november 2020 was ingesteld, waarbij de gedaagde partij al was veroordeeld tot betaling van € 500,00. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij ook het restantbedrag van € 69,43 dient te betalen, aangezien deze al eerder was veroordeeld. De kantonrechter heeft de vordering van de eisende partij toegewezen en de gedaagde partij in het ongelijk gesteld, wat leidt tot een veroordeling in de proceskosten. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 72,31, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 103,33 voor dagvaardingskosten, € 128,00 voor griffierecht en € 39,00 voor het salaris van de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken door mr. I. de Greef op 1 februari 2023 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10242547 CV EXPL 22-7288
Uitspraakdatum: 1 februari 2023
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Zalando Payments GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
de eisende partij
gemachtigde: R. Slagman
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats] , gemeente [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
De eisende partij heeft de gedaagde partij gedagvaard. Tegen de gedaagde partij is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
De eisende partij vordert veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van € 72,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 69,43 vanaf 9 december 2022 tot de algehele voldoening. Daarnaast vordert zij veroordeling van de gedaagde partij in de proceskosten.
2.2.
De eisende partij stelt dat haar vordering het restantbedrag betreft van de vordering die zij bij dagvaarding van 13 november 2020 heeft ingesteld en in die procedure heeft beperkt tot een bedrag van € 500,00.
2.3.
Nu de kantonrechter bij verstekvonnis van 17 februari 2021 de gedaagde partij reeds heeft veroordeeld tot betaling aan de eisende partij van een bedrag van € 500,00, is de gedaagde partij gehouden om ook het restantbedrag van € 69,43 te betalen. De kantonrechter wijst de vordering dan ook toe. Ook de gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt.
2.4.
De gedaagde partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 72,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 69,43 vanaf 9 december 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
€ 103,33 wegens dagvaardingskosten,
€ 128,00 wegens griffierecht en
€ 39,00 wegens salaris gemachtigde;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter