In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 8 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, dat op 4 mei 2022 had besloten om de kinderen van eiser uit te schrijven uit de basisregistratie personen (Brp) naar Rusland. Het college verklaarde het bezwaar van eiser niet-ontvankelijk, omdat de gronden van bezwaar niet tijdig waren ingediend. Eiser had echter aangevoerd dat de Algemene termijnenwet (Atw) van toepassing was, waardoor de termijn voor het indienen van de gronden was verlengd tot 8 augustus 2022. De rechtbank oordeelde dat verweerder in redelijkheid niet tot niet-ontvankelijkheid had kunnen besluiten, omdat de gronden van bezwaar tijdig waren ingediend volgens de Atw. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw inhoudelijk te beslissen op het bezwaar van eiser. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van proceskosten aan eiser.