ECLI:NL:RBNHO:2023:12022
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de last onder dwangsom opgelegd op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening Zaanstad met betrekking tot drugshandel
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 24 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen een opgelegde last onder dwangsom op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) Zaanstad beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. S.G.H. Langeweg, had een last onder dwangsom ontvangen van de burgemeester van Zaanstad, die werd gehandhaafd na bezwaar. De last was opgelegd naar aanleiding van een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin werd gesteld dat eiser op 21 december 2021 met een aanzienlijke hoeveelheid softdrugs was aangetroffen. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester terecht de last onder dwangsom heeft opgelegd, omdat er voldoende aanwijzingen waren dat eiser zich schuldig maakte aan drugshandel, ondanks zijn verweer dat hij enkel in het bezit was van drugs voor eigen gebruik. De rechtbank concludeert dat de last onder dwangsom niet in strijd is met het lex certa-beginsel en dat er een reëel gevaar voor herhaling van overtredingen bestaat. De hoogte van de dwangsom wordt ook als proportioneel beoordeeld, ondanks de minderjarigheid van eiser. Het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de last onder dwangsom in stand blijft en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.