Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De feiten
Financiële contract overeenkomst’ (hierna: de overeenkomst) dat op 22 april 2017 zou zijn opgesteld en door [gedaagde] zou zijn ondertekend. Die overeenkomst luidt - voor zover van belang - als volgt:
Ik mevr. [eiseres] ben een financiële overeenkomst aan gegaan, met de heer R. [gedaagde] te wonend [adres] [postcode] [woonplaats]
Mijn cliënte is mevrouw [eiseres] . Zij gaf aan dat zij, ten tijde van haar affectieve relatie met u, een geldlening aan u heeft verstrekt ter hoogte van € 24.755,52 inclusief rente. Alsbijlagetreft u een foto aan van de door cliënte en u op 22 april 2017 getekende overeenkomst van geldlening.
Wij hebben besloten om juridische hulp in te gaan schakelen. Daar mevrouw [eiseres] niet bekend is. Zoals eerder in het telefoongesprek aangegeven. Daarnaast is er een vals contract opgesteld, waar ik nimmer voor getekend heb.”
Dank voor uw onderstaande bericht. Daarin is, tot mijn verbazing, niet uw telefonisch (bij monde van mevrouw [naam] ) gedane toezegging opgenomen om alle per bank van cliënte ontvangen bedragen terug te betalen met 150 euro per maand. Waarom bent u teruggekomen op uw toezegging van eerder vandaag?”
Van: [gedaagde] < [e-mailadres] >
Van: [e-mailadres] >
Graag verneem ik uw bevestiging van het volgende:
Dit is akkoord.”
Graag verwijs ik naar ons telefoongesprek van zojuist. Ik belde u nadat ik uw echtgenoot [gedaagde] eerder deze middag al gesproken had.
Uw cliënte mevrouw [eiseres] beweert dat ze een bedrag van € 24.755,52 aan mijn cliënt heeft geleend en dat ze met cliënt overeen is gekomen dat hij dit bedrag in termijnen terug zou betalen. Cliënt is echterniet bekend met uw cliënteen heeftderhalve geen contract getekend. De handtekening van cliënt is vervalst op de overeenkomst. Uw cliënt heeft niet bewezen dat het bedrag van € 24.755,52 aan cliënt is verstrekt.
Eiser blijft bij zijn standpunten zoals eerder ingenomen. Met name dat de gestelde contante betalingen nimmer door hem zijn ontvangen, en dat zijn handtekening onder de door uw cliënte opgestelde overeenkomst is vervalst.
Mijn cliënte gaat onder de hierna te noemen voorwaarden akkoord met de door u voorgestelde betalingsregeling voor door uw cliënt via zijn bankrekening ontvangen bedrag van € 4.828,45.
Financiële contract overeenkomst’. Bij beschikking van 7 oktober 2022 heeft de rechtbank dat verzoek toegewezen.
1. Met welke mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat de handtekening die linksonder is geplaatst op de financiële overeenkomst van 22 april 2017, van de heer [gedaagde] , geboren te [woonplaats] op [geboortedatum] , afkomstig is en door hem geplaatst is?”
8. Hypothesen
3.Het geschil
Financiële contract overeenkomst’ niet van hem afkomstig is.