ECLI:NL:RBNHO:2023:12176

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
10643440 \ WM VERZ 23-1153
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen administratieve sanctie wegens overschrijding maximumsnelheid op autosnelweg

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 18 september 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan de betrokkene wegens het rijden van 26 km per uur harder dan toegestaan op een autosnelweg buiten de bebouwde kom. De betrokkene had tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 18 september 2023 was de vertegenwoordiger van de officier van justitie aanwezig, terwijl de betrokkene zelf niet verscheen. De vertegenwoordiger handhaafde de beslissing van de officier van justitie en verzocht de kantonrechter om het beroep ongegrond te verklaren. De kantonrechter overwoog dat de officier van justitie een gemotiveerde beslissing had gegeven en dat er geen redenen waren om te twijfelen aan de juistheid van de meting, die was uitgevoerd met mobiele radarapparatuur.

De kantonrechter concludeerde dat de betrokkene onvoldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd om aan de juistheid van de meting te twijfelen. De stelling van de betrokkene dat het onwaarschijnlijk was dat zijn voertuig 130 kilometer per uur had gereden, werd niet onderbouwd en werd door de kantonrechter als niet aannemelijk beschouwd. De kantonrechter verklaarde het beroep ongegrond en handhaafde de opgelegde boete, zonder aanleiding te zien om deze te matigen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknummer : 10643440 \ WM VERZ 23-1153
CJIB-nummer : [nummer]
Uitspraakdatum : 18 september 2023
Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) en proces-verbaal van de zitting
in de zaak van
naam : [betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

Het verloop van de procedure en het proces-verbaal van de zitting

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 18 september 2023. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene is niet verschenen.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft op de zitting meegedeeld de beslissing en het standpunt te handhaven en heeft de kantonrechter verzocht om het beroep ongegrond te verklaren.
De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 26 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (bord A1).
Betrokkene is het niet eens met de beslissing van de officier van justitie en heeft in het beroepschrift kort samengevat aangevoerd dat sprake is van een motiveringsgebrek omdat daarin niet is ingegaan op de gronden die betrokkene heeft aangevoerd in het beroepschrift bij de officier van justitie. Betrokkene heeft twijfels over de juistheid van de meting, ook gegeven de locatie waar de meting is gedaan en voert aan dat het onwaarschijnlijk is dat zijn voertuig 130 kilometer per uur heeft gereden.
Ten aanzien van de motivering van de beslissing van de officier van justitie
Betrokkene heeft aangevoerd dat in de beslissing van de officier van justitie niet is ingegaan op de verweren die betrokkene in zijn beroepschrift heeft aangevoerd. De kantonrechter overweegt dat de officier van justitie op een beroep een (juist) gemotiveerde beslissing dient te geven. In dit geval is aan die eis voldaan. De officier van justitie heeft in zijn beslissing overwogen dat er geen redenen zijn om te twijfelen aan de juistheid van de ambtsedige verklaring van de verbalisant en de meting die is uitgevoerd, omdat is voldaan aan de wettelijke vereisten. Dat is in dit geval voldoende. Een juiste motivering behelst niet dat afzonderlijk op ieder door betrokkene aangevoerd verweer of omstandigheid wordt ingegaan.
Ten aanzien van het beroep tegen de initiële beschikking
Een daartoe aangewezen ambtenaar kan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wahv een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de vermelding dat de toegestane maximumsnelheid ter plaatse 100 km/u bedroeg. De snelheidsmeting is volgens de gegevens in het zaakoverzicht uitgevoerd door middel van mobiele radarapparatuur, meer specifiek een MultaRadar CT. Bij rijrichting is vermeld dat het voertuig reed van Velsen naar Badhoevedorp en de pleeglocatie is de A9 links, bij hectometerpaal 46.8.
Verder bevat het dossier een foto van de gedraging. Hierop is voornoemd voertuig te zien. De gegevens in de databalk komen overeen met de gegevens in het zaakoverzicht.
Ten aanzien van de stelling dat niet duidelijk is op welk voertuig de verrichte snelheidsmeting betrekking heeft, overweegt de kantonrechter als volgt. In de handleiding van de MultaRadar CT, te vinden op www.politie.nl, staat dat de eerste rijstrook, de rijstrook is die het dichtst bij het meetsysteem ligt. Dit betekent dat de gegevens op de foto aansluiten bij de beeldweergave op de foto. Het voertuig van de betrokkene bevond zich op “Lane 3”. Nu uit de gegevens in de databalk boven de foto blijkt dat de snelheidsmeting betrekking heeft op het voertuig in “Lane 3” en niet is betwist dat het voertuig van de betrokkene op “Lane 3” reed, ziet de kantonrechter geen aanleiding om aan te nemen dat het meetresultaat bij een ander voertuig dan dat van betrokkene hoort.
Dat de weg op de plaats van meting een bocht maakt is door betrokkene niet onderbouwd en dat blijkt ook niet uit Google Maps. De kantonrechter gaat daarom voorbij aan het verweer dat de meting niet betrouwbaar zou zijn omdat deze zou zijn uitgevoerd op een plaats waar de weg een bocht maakt.
De stelling van betrokkene, dat het onwaarschijnlijk is dat zijn voertuig 130 kilometer per uur rijdt, is niet onderbouwd en acht de kantonrechter niet aannemelijk. De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken die zich in het dossier bevinden voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Betrokkene heeft onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 110,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Datum toezending: