Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
12 juli 2023de stellingen in de dagvaarding nader toe te lichten door de inlichtingen te verstrekken zoals hiervoor is overwogen;
Rechtbank Noord-Holland
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, is de eisende partij, NS Reizigers B.V., vertegenwoordigd door de Landelijke Associatie Van Gerechtsdeurwaarders B.V., in een civiele procedure tegen een gedaagde partij die in persoon procedeert. De gedaagde heeft de vordering erkend, die betrekking heeft op een bedrag van € 175,52 voor reiskosten en huur van een OV-fiets, welke onbetaald zijn gelaten ondanks aanmaningen. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een reisovereenkomst volgens artikel 8:100 van het Burgerlijk Wetboek, en dat de eisende partij voldoende heeft aangetoond dat aan de informatieplichten is voldaan.
De rechtbank behandelt ook de kwalificatie van de overeenkomst voor het huren van een OV-fiets, die als een overeenkomst binnen de verkoopruimte wordt gekwalificeerd. De kantonrechter is verplicht om ambtshalve te toetsen op mogelijke oneerlijke bedingen in de algemene voorwaarden, zoals voorgeschreven door de Europese Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. De rechtbank benadrukt dat de bedingen in de algemene voorwaarden duidelijk en begrijpelijk moeten zijn voor de consument.
In deze zaak wordt specifiek gekeken naar de algemene voorwaarden van NS en de productvoorwaarden van NS Flex en NS OV-fiets. De rechtbank constateert dat het incassokostenbeding in de productvoorwaarden van NS OV-fiets niet oneerlijk is, maar dat er twijfels zijn over het incassokostenbeding in de productvoorwaarden van NS Flex. De eisende partij wordt opgedragen om een nadere toelichting te geven op deze bedingen. De beslissing over verdere stappen in de procedure wordt aangehouden tot de eisende partij aan deze verplichting heeft voldaan.