Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2], handelend onder de naam
[bedrijf 1]en
[bedrijf 2],
1.De procedure
2.Feiten
Glastron SV-173 Speedboot met 120 PK binnenboordmotor. Zowel van binnen als van buiten ziet deze boot er schitterend uit. De motor loopt perfect, starten en lopen. De trim van het staartstuk gaat goed naar boven en naar beneden. Het interieur is in goede staat. Al met al een mooie boot waar u nog vele zomers plezier van kunt beleven.”
Glastron boot wordt verkocht voor het bedrag van 3950 euro.Een aantal puntjes worden nog aangepakt:
- Registratie nummers worden geplakt
- Accu wordt vervangen
- Benzine slangen worden vervangen
- Zeil wordt erbij geleverd met bevestiging
- Boot wordt op naam koper gezet”
Conclusie:
- Aangezien de trailer niet geschikt is voor deze boot en daarbij in dermate slechte staat is, is het onverantwoordelijk om hier mee de weg op te gaan.
- De boot met motor is in deze toestand niet in staat te water te laten en/of mee te varen.
- De combinatie in deze toestand kunnen wij beschouwen als Total loss.
- Een dergelijke combinatie, met de juiste trailer en in vaarbare toestand zal een waarde hebben tussen de € 4.500,- en € 5.000,-.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
total lossbeschouwd. De bevindingen van [bedrijf 3] vermelden onder meer dat het motorblok meerdere scheuren bevat, de brandstofleidingen niet juist zijn aangesloten en op diverse plaatsten lek zijn, de afzuigslangen voor benzinedampen niet zijn aangesloten en de schroef te groot is voor de motor waardoor deze steeds afslaat. Dit zijn allemaal gebreken die [eiser] niet had hoeven verwachten toen hij de boot kocht. Sterker nog, [gedaagde 1] verzekerde dat de motor het nog perfect zou doen (zie 2.1). Ook heeft hij bij het sluiten van de koopovereenkomst aan [eiser] toegezegd dat hij de benzine slangen zou vervangen. Gelet op de gebreken die nadien zijn geconstateerd, is niet gebleken dat [gedaagde 1] dat (deugdelijk) heeft gedaan. Van al deze en de andere gebreken die door [bedrijf 3] zijn geconstateerd kan bovendien niet gezegd worden dat die allemaal zijn ontstaan door een onjuiste tewaterlating. Weliswaar had [eiser] voordat de boot te water werd gelaten moeten controleren of de lensplug die meegeleverd had moeten worden ook daadwerkelijk in de boot aanwezig was, maar dat de geconstateerde gebreken het gevolg zijn van een onjuiste tewaterlating, zoals [gedaagde 1] aanvoert, is niet aannemelijk gelet op de aard van de gebreken. Hierbij geldt bovendien dat het aan [gedaagde 1] was om ervoor te zorgen dat dit essentiële onderdeel op de juiste wijze in de boot aanwezig was, zodat het in de eerste plaats aan hem te wijten was dat de boot bij de eerste tewaterlating zonk.