ECLI:NL:RBNHO:2023:13536

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10573553
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst boot wegens non-conformiteit en schadevergoeding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een koper en verkoper van een boot. De koper, [eiser], had een speedboot gekocht van [gedaagde 1] voor een bedrag van € 3.950,00. Na de aankoop bleek de boot niet te voldoen aan de verwachtingen die de koper op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een consumentenkoop, omdat de verkoop niet plaatsvond in het kader van een professionele bedrijfsvoering van de verkoper. Desondanks was de verkoper verplicht om de boot in een deugdelijke staat te leveren. De door de koper ingeschakelde deskundige constateerde diverse gebreken aan de boot, waaronder een defect motorblok en een ongeschikte trailer. De kantonrechter ontbond de koopovereenkomst en veroordeelde de verkoper tot terugbetaling van de koopprijs en tot betaling van schadevergoeding ter hoogte van € 2.273,26, die de koper had geleden als gevolg van de non-conformiteit van de boot. De totale schadevergoeding die aan de koper werd toegewezen, inclusief de hoofdsom en bijkomende kosten, bedroeg € 5.948,26. De verkoper werd ook veroordeeld in de proceskosten van de koper.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 10573553 \ CV EXPL 23-3924
Vonnis van 13 december 2023
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: mr. M.L.J. Meijer,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende op een geheim adres in de gemeente [plaats 2] ,
2.
[gedaagde 2], handelend onder de naam
[bedrijf 1]en
[bedrijf 2],
wonende op een geheim adres in de gemeente [plaats 2] ,
gedaagde partijen,
hierna gezamenlijk te noemen: [gedaagden]
en ieder afzonderlijk: [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
gemachtigde: mr. A.B.J. Gemke.
De zaak in het kort
Het gaat hier niet om een consumentenkoop, maar dat neemt niet weg dat de gekochte boot wel aan de koopovereenkomst moet beantwoorden.
Uit de bevindingen van de door koper ingeschakelde deskundige leidt de kantonrechter af dat de gekochte boot niet aan de koopovereenkomst beantwoordt. De kantonrechter ontbindt daarom de koopovereenkomst en veroordeelt verkoper tot terugbetaling van de koopprijs van € 3.950,-. De kantonrechter veroordeelt verkoper tot betaling van de schade ter hoogte van € 2.273,26 die koper als gevolg van de non-conformiteit heeft geleden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in incident van de rechtbank Gelderland van 29 maart 2023 waarin de zaak naar deze rechtbank is verwezen en de daarin vermelde stukken,
- het tussenvonnis van 23 augustus 2023 van deze rechtbank waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte wijziging eis van [eiser] , inclusief producties 24 tot en met 26,
- de mondelinge behandeling van 24 november 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt,
- de spreekaantekeningen van [eiser] ,
- de spreekaantekeningen van [gedaagden] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
Eind 2021 bood [gedaagde 1] via Marktplaats een speedboot van het merk en type Glastron SV-173 inclusief trailer te koop aan voor een vraagprijs van € 4.495,00 (hierna: de boot). De marktplaats advertentie vermeldt voor zover relevant:

Glastron SV-173 Speedboot met 120 PK binnenboordmotor. Zowel van binnen als van buiten ziet deze boot er schitterend uit. De motor loopt perfect, starten en lopen. De trim van het staartstuk gaat goed naar boven en naar beneden. Het interieur is in goede staat. Al met al een mooie boot waar u nog vele zomers plezier van kunt beleven.”
2.2.
Op 22 december 2021 neemt [eiser] via het chatprogramma van Marktplaats contact op met [gedaagde 1] . In de dagen erna stelt [eiser] verschillende vragen over de boot die [gedaagde 1] vervolgens beantwoordt. Ook wordt er voor 3 januari 2022 een afspraak gemaakt om de boot te bezichtigen.
2.3.
De bezichtiging van de boot vond plaats in de winterstalling. Daarbij waren aanwezig: [gedaagde 1] , zijn vader [gedaagde 2] , [eiser] en zijn vader [betrokkene] . [eiser] en zijn vader hebben de boot bekeken. Hoewel [eiser] had gevraagd om een testvaart te maken, is dat niet gebeurd, omdat de accu van de boot niet goed zou werken.
2.4.
Onder de toezegging van [gedaagde 1] (en [gedaagde 2] ) [gedaagden] om nog een paar aandachtspuntjes aan te pakken, koopt [eiser] de boot inclusief trailer voor een koopprijs van € 3.950,00. De koopovereenkomst vermeldt voor zover relevant:

Glastron boot wordt verkocht voor het bedrag van 3950 euro.Een aantal puntjes worden nog aangepakt:
  • Registratie nummers worden geplakt
  • Accu wordt vervangen
  • Benzine slangen worden vervangen
  • Zeil wordt erbij geleverd met bevestiging
  • Boot wordt op naam koper gezet
Ook spraken partijen af dat de boot op naam van [eiser] gezet zou worden en dat de boot nog een aantal maanden in de winterstalling zou blijven staan.
2.5.
De ontmoeting voorafgaand aan de bezichtiging, de onderhandelingen en de afwikkeling van de koop hebben allemaal plaatsgevonden in het garagebedrijf van [gedaagde 2] .
2.6.
[eiser] heeft de koopprijs op 4 januari 2022 per bankoverschrijving aan [gedaagde 1] betaald.
2.7.
Rond 5 januari 2022 is de boot bij het RDW op naam van [eiser] gezet.
2.8.
Op 26 maart 2022 hebben [eiser] en zijn vader de boot bij [gedaagden] opgehaald en hebben zij de boot op de plaats van bestemming te water gelaten. De boot liep direct vol met water. De boot is vervolgens door de havenmeester uit het water gehaald. Achteraf bleek dat de lensplug ontbrak. Nadat [eiser] een nieuwe lensplug had aangeschaft en gemonteerd is de boot opnieuw te water gelaten. Vervolgens bleek dat de motor van de boot steeds afsloeg als gas werd gegeven. De boot was daardoor niet te manoeuvreren.
2.9.
Omdat [eiser] het onveilig vond om met de boot te varen, heeft hij de boot op 9 april 2022 naar [bedrijf 3] in [plaats 3] gebracht. Daar is de boot op 19 april 2022 geïnspecteerd. Er werden diverse gebreken aan de boot geconstateerd:
Staartstuk:
De power trim is defect, deze moet zorgen dat de motor op en neer gelaten kan worden;
De balgen tussen motorblok en staartstuk, zijn verrot (poreus en lek), bij een grotere scheur zinkt de boot binnen een paar minuten;
De kruiskop lagers zijn defect, er is duidelijk lager geruis hoorbaar;
De schroef is defect (krom) en is met 23 spits, veel te groot voor de motor die er in zit, de motor slaat daardoor continue af en verzuipt. Daar is onmogelijk mee te varen en daar heb je ook onmogelijk mee kunnen varen;
Geschatte kosten voor reparatie ca. Euro 2.000,-
Onder blok:
Het onder blok is gescheurd als gevolg van vorst. De scheur is moedwillig met een zeer goede primer en plamuur afgewerkt, zodat het voor een leek niet zichtbaar zou zijn. Water sijpelt uit het blok. Twee onafhankelijk vakmensen hebben hetzelfde geconcludeerd.
Geschatte kosten voor reparatie ca. Euro 4.000,-
Trailer:
Aan de trailer is op meerdere plekken gelast, dit is kennelijk absoluut verboden;
De trailer heeft naar alle waarschijnlijkheid ooit een aanrijding gehad, deze is krom;
Maar het ergste is dat de trailer geschikt is voor een gewicht van maximaal 690 kg. De trailer weegt zelf ca. 200 kg, dus theoretisch zou er een boot van 400 kg op mogen liggen, de Glastron weegt ca. 1.200 kg. De assen (torderen onder het gewicht) staan krom en het is levensgevaarlijk. De boot moet op een geremde trailer worden vervoerd; je mag er zoals de combinatie nu is niet eens mee op de weg;
Geschatte kosten ca. Euro 1.200,- (Euro 1.500 vervanger – euro 300,- inruil).
Elektronica:
De meeste elektronica is defect en moet nagekeken worden en vervangen, want geen van de lampen is aangesloten (dus geen defect lampje zoals was gezegd), er is lekspanning daardoor wordt de accu steeds leeg getrokken.
Slechts twee functies op het instrumentenpaneel werken, de rest is niet aangesloten, defect;
De sensoren van de trim, zijn niet aangesloten etc.
Geschatte kosten ca. Euro 1.200,-
Diversen, van kleinere betekenis:
De bodem van het interieur is op diverse plaatsen verrot, niet zichtbaar;
De carburateur moet schoongemaakt en de terugslagklep moet vervangen worden;
De kilometer teller is defect;
Keerkoppeling van voorruit naar achteruit is defect;
Afzuigslangen benzine dampen niet aangesloten of weg, levensgevaarlijk/explosie gevaar;
Etc. etc. etc.
Geschatte kosten ca. Euro 1.500,-”
2.10.
Nadien heeft [bedrijf 3] een (ongedateerd) schaderapport opgesteld waarin de hierboven genoemde gebreken zijn opgenomen. De conclusie van het schaderapport luidt:

Conclusie:
  • Aangezien de trailer niet geschikt is voor deze boot en daarbij in dermate slechte staat is, is het onverantwoordelijk om hier mee de weg op te gaan.
  • De boot met motor is in deze toestand niet in staat te water te laten en/of mee te varen.
  • De combinatie in deze toestand kunnen wij beschouwen als Total loss.
  • Een dergelijke combinatie, met de juiste trailer en in vaarbare toestand zal een waarde hebben tussen de € 4.500,- en € 5.000,-.”
2.11.
Per aangetekende brieven van 21 april 2022 en 3 mei 2022 heeft [eiser] [gedaagden] in gebreke gesteld en hen verzocht de geconstateerde gebreken te verhelpen of de schade aan [eiser] te vergoeden.
2.12.
Volgens [gedaagden] hebben zij de aangetekende brieven niet ontvangen, omdat de brieven waren gericht aan de vakgarage van [gedaagde 2] en de brieven door een stagiair waren aangenomen.
2.13.
Per aangetekende brief van 30 mei 2022 heeft [eiser] de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden. [eiser] heeft daarbij [gedaagden] verzocht om de koopprijs van € 3.950,- aan hem terug te betalen als ook de schade van € 1.563,30 (wekelijks oplopend) te vergoeden. Deze brief is niet bij [gedaagden] bezorgd en retour gekomen.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – na wijziging van eis – samengevat dat de kantonrechter bij een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. voor recht verklaart dat de koopovereenkomst tussen partijen ten aanzien van de boot rechtsgeldig door [eiser] is ontbonden;
II. voor recht verklaart dat [gedaagden] gehouden zijn mee te werken aan de ongedaanmakingsverbintenis,
III. [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt om aan [eiser] een bedrag van
€ 6.223,26 ter zake hoofdsom en schadevergoeding te betalen, vermeerderd met de buitengerechtelijke kosten en rente,
IV. [gedaagden] hoofdelijk veroordeelt in de (na)kosten van deze procedure.
3.2.
[eiser] legt aan zijn vordering ten grondslag dat sprake is van een consumentenkoop, omdat de boot via het bedrijf van [gedaagde 2] is verkocht. Daarbij beantwoordt de boot niet aan de koopovereenkomst, omdat de boot niet de eigenschappen heeft die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. [eiser] stelt dat hij daarom de koopovereenkomst mocht ontbinden en dat [gedaagden] op grond van de daaruit vloeiende ongedaanmakingsverbintenis de koopprijs moeten terugbetalen. Ten slotte dienen [gedaagden] de schade die [eiser] heeft geleden te vergoeden.
3.3.
[gedaagden] voeren verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Geen consumentenkoop
4.1.
In navolging van de uitspraak in het bevoegdheidsincident van rechtbank Gelderland van 29 maart 2023, is de kantonrechter van deze rechtbank ook van oordeel dat geen sprake is van een consumentenkoop tussen [eiser] en [gedaagden] Dat de ontmoeting voorafgaand aan de bezichtiging van de boot, de onderhandelingen en de afwikkeling van de koop in het garagebedrijf van [gedaagde 2] plaatsvonden, is daarvoor onvoldoende. Ter zitting heeft [gedaagde 2] toegelicht dat zijn garagebedrijf zich bezighoudt met de reparatie en verkoop van tweedehands auto’s. De verkoop van boten behoort niet tot de normale bedrijfsuitoefening van het bedrijf. Bovendien volgt zowel uit de marktplaatsadvertentie, waarin de boot te koop werd aangeboden, als de koopovereenkomst dat [gedaagde 1] de verkopende partij is. Geen van deze stukken vermelden het garagebedrijf. Ook heeft [eiser] de koopprijs per bankoverschrijving naar de privé bankrekening van [gedaagde 1] overgemaakt. [eiser] had daarom onvoldoende aanleiding om te denken dat hij met een professionele wederpartij te maken had.
4.2.
Dat betekent dat de koopovereenkomst (slechts) tot stand is gekomen tussen [eiser] en [gedaagde 1] . Het garagebedrijf van [gedaagde 2] en [gedaagde 2] in persoon zijn daarbij geen partij. Dat [gedaagde 2] wel betrokken is geweest bij de bezichtiging van de boot en daar (mogelijk) ook een actieve rol in heeft gehad verandert de zaak niet. Dat is bovendien eenzelfde situatie als waarin [eiser] en zijn vader zich bevinden. De vader van [eiser] was immers ook bij de bezichtiging aanwezig, maar hij is (ook) geen partij bij deze koopovereenkomst.
4.3.
Omdat [gedaagde 2] geen partij is bij de koopovereenkomst, heeft dat tot gevolg dat [eiser] niet in zijn vorderingen kan worden ontvangen voor zover deze zijn gericht tegen [gedaagde 2] .
De boot beantwoordt niet aan de koopovereenkomst; is non-conform
4.4.
Dat geen sprake is van een consumentenkoop neemt niet weg dat de afgeleverde boot wel aan de koopovereenkomst moet beantwoorden. De koper mag verwachten dat de afgeleverde zaak die eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. Wanneer de zaak, gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten beantwoordt de zaak niet aan de overeenkomst en is zij dus non-conform.
4.5.
Uit de Marktplaats advertentie volgt onder meer dat een gebruikte (tweedehands) boot te koop werd aangeboden waarvan de motor perfect zou lopen en de trim van het staartstuk goed naar boven en naar beneden zou gaan. In de koopovereenkomst die vervolgens gesloten werd, kwamen partijen overeen dat [gedaagde 1] nog een aantal reparaties aan de boot zou uitvoeren. Zo zou hij onder meer de accu en de benzine slangen vervangen. [eiser] wist dat hij een gebruikte boot kocht en mocht daarom niet verwachten dat de boot in perfecte (nieuw) staat zou verkeren, maar hij mocht wel verwachten dat hij veilig met de boot kon varen. Uit de bevindingen van [bedrijf 3] volgt echter dat de boot niet vaart en niet heeft kunnen varen en dat zij de boot (en trailer) als
total lossbeschouwd. De bevindingen van [bedrijf 3] vermelden onder meer dat het motorblok meerdere scheuren bevat, de brandstofleidingen niet juist zijn aangesloten en op diverse plaatsten lek zijn, de afzuigslangen voor benzinedampen niet zijn aangesloten en de schroef te groot is voor de motor waardoor deze steeds afslaat. Dit zijn allemaal gebreken die [eiser] niet had hoeven verwachten toen hij de boot kocht. Sterker nog, [gedaagde 1] verzekerde dat de motor het nog perfect zou doen (zie 2.1). Ook heeft hij bij het sluiten van de koopovereenkomst aan [eiser] toegezegd dat hij de benzine slangen zou vervangen. Gelet op de gebreken die nadien zijn geconstateerd, is niet gebleken dat [gedaagde 1] dat (deugdelijk) heeft gedaan. Van al deze en de andere gebreken die door [bedrijf 3] zijn geconstateerd kan bovendien niet gezegd worden dat die allemaal zijn ontstaan door een onjuiste tewaterlating. Weliswaar had [eiser] voordat de boot te water werd gelaten moeten controleren of de lensplug die meegeleverd had moeten worden ook daadwerkelijk in de boot aanwezig was, maar dat de geconstateerde gebreken het gevolg zijn van een onjuiste tewaterlating, zoals [gedaagde 1] aanvoert, is niet aannemelijk gelet op de aard van de gebreken. Hierbij geldt bovendien dat het aan [gedaagde 1] was om ervoor te zorgen dat dit essentiële onderdeel op de juiste wijze in de boot aanwezig was, zodat het in de eerste plaats aan hem te wijten was dat de boot bij de eerste tewaterlating zonk.
4.6.
Ook het verweer van [gedaagde 1] dat [eiser] niet aan zijn onderzoeksplicht heeft voldaan, houdt naar het oordeel van de kantonrechter geen stand. Uit de overgelegde berichtenwisselingen via het chatprogramma van Marktplaats en via Whatsapp volgt dat [eiser] al vanaf 23 december 2021 contact heeft met [gedaagde 1] over de boot en dat een bezichtiging van de boot op 3 januari 2022 plaats gevonden heeft. In die periode heeft [eiser] veel vragen gesteld over (de eigenschappen van) de boot. [gedaagde 1] heeft die vragen steeds beantwoord. Omdat de gevraagde motor-inspectie tijdens de bezichtiging niet kon plaatsvinden, omdat de accu leeg was, zegde [gedaagde 1] toe de accu en benzine slangen te vervangen. [gedaagde 1] verzekerde dat de boot, na die reparatie, heel goed zou varen. Hij had immers zelf nooit problemen met de boot gehad. Dat [gedaagde 1] zelf nagenoeg nooit in de boot had gevaren, is daarbij verzwegen. [eiser] hoefde dus niet te twijfelen dat de boot de eigenschappen, namelijk een varende boot met goed werkende motor, zou hebben, omdat [gedaagde 1] hem verzekerde dat de boot die eigenschappen zou hebben.
4.7.
De conclusie is dat de boot niet die eigenschappen heeft die [eiser] op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten. De boot beantwoordt daarom niet aan de koopovereenkomst. Met de brieven van 21 april 2022 en 3 mei 2022 heeft [eiser] [gedaagde 1] in gebreke gesteld. Daarop heeft [gedaagde 1] niet gereageerd, zodat hij in verzuim is komen te verkeren. [eiser] mocht daarom met zijn brief van 30 mei 2022 de koopovereenkomst ontbinden. Deze brief heeft [gedaagde 1] echter niet bereikt, zodat de koopovereenkomst niet buitengerechtelijk is ontbonden met de brief van 30 mei 2022. Desalniettemin zal de kantonrechter de koopovereenkomst tussen [eiser] en [gedaagde 1] met deze uitspraak ontbinden en bepalen dat ingevolge de ontbinding ongedaanmakingsverbintenissen op partijen rusten die meebrengen dat [eiser] [gedaagde 1] in de gelegenheid zal moeten stellen de boot op te halen en [gedaagde 1] de koopprijs aan [eiser] zal moeten terugbetalen.
4.8.
[eiser] heeft als gevolg van de non-conformiteit schade geleden. Volgens [eiser] bestaat de schade uit kosten voor de noodstalling bij [bedrijf 3] waar de boot sinds 9 april 2022 ligt, de kosten voor de deskundige en het opstellen van het schaderapport, de ligplaats voor de zomer waar [eiser] geen gebruik van heeft kunnen maken omdat hij niet met de boot kon varen en de aanschaf van diverse toebehoren voor de boot. De schade bedraagt volgens [eiser] in totaal een bedrag van € 2.273,26 en zal, uitgezonderd € 275,00 voor aanschaf diverse toebehoren, als onvoldoende weersproken worden toegewezen. Het bedrag van € 275,00 voor aanschaf diverse toebehoren wordt onder meer afgewezen omdat dit bedrag niet is onderbouwd.
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
3.950,00
- noodstalling tot en met maart 2023
- noodstalling april tot en met november 2023
- ligplaats zomer
- kosten deskundige
- schaderapport
269,96
240,00
331,00
157,30
1.000,00
+
Totaal
5.948,26
4.10.
[eiser] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld en onderbouwd waarom deze moeten worden toegewezen.
Proceskosten
4.11.
[gedaagde 1] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. [eiser] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging. Eisende partijen met een toevoeging betalen een lager griffierecht. Verder worden in dat geval de kosten van de deurwaarder voor het uitbrengen van het exploot en/of advertentiekosten van rijkswege vergoed. Die kosten zijn dus niet voor rekening van [eiser] . Deze partij heeft aan de deurwaarder slechts de in het exploot opgenomen kosten voor verschotten hoeven voldoen (artikel 40 lid 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000). Gelet op het voorgaande wordt [gedaagde 1] veroordeeld tot betaling aan [eiser] van het lagere griffierecht, de verschotten en ten slotte tot vergoeding van het hierna vast te stellen salaris van de gemachtigde. Deze vergoeding voor het salaris moet door de gemachtigde worden verrekend met de op grond van de Wet op de rechtsbijstand aan de gemachtigde toegekende vergoeding.
4.12.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiser] als volgt vastgesteld:
- dagvaarding
- griffierecht
137,79
86,00
- salaris gemachtigde
660,00
(2,00 punten × € 330,00)
Totaal
888,79
4.13.
[eiser] vordert daarnaast veroordeling van [gedaagde 1] in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak (zie HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853) levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten. De kantonrechter zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart [eiser] niet-ontvankelijk in zijn vorderingen tegenover [gedaagde 2] ,
5.2.
ontbindt de op 3 januari 2022 gesloten koopovereenkomst met betrekking tot de boot tussen [eiser] en [gedaagde 1] ,
5.3.
veroordeelt [gedaagde 1] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 5.948,26 aan hoofdsom en schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag, met ingang van 27 oktober 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt [gedaagde 1] in de proceskosten, aan de zijde van [eiser] tot dit vonnis vastgesteld op € 888,79,
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2023.
De griffier De kantonrechter