Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
[eiser 1],
2.
[eiser 2],
[gedaagde 1],
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
1. De procedure
- de spreekaantekeningen van mr. Kanning,
2. Feiten
(…)
VIII. Beroep op legitieme.
Indien een afstammeling een beroep doet op zijn legitieme portie sluit ik hem en zijn afstammelingen uit als erfgenaam in mijn nalatenschap en bepaal dat zijn erfdeel toekomt aan mijn echtgenote. De legitimaris zal zijn vordering (met de eventueel daarover verschuldigde rente) uitsluitend geldend kunnen maken jegens mijn echtgenote welke vordering pas opeisbaar zal zijn bij haar overlijden.”
€ 3.500,-,
nietin geschil is hoe het testament moet worden uitgelegd. Alle partijen begrijpen het testament aldus dat erflater in artikel III [eiser 1], [eiser 2] en [gedaagde 1] tot erfgenaam heeft benoemd, tenzij [gedaagde 3] een beroep op zijn legitieme portie doet. In dat geval zijn [eiser 1] en [eiser 2] ingevolge artikel VIII niet langer erfgenaam, maar is alleen [gedaagde 1] nog erfgenaam.