ECLI:NL:RBNHO:2023:13694

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
10 januari 2024
Zaaknummer
AWB - 21 _ 5399
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Indeling van het product 'Vitamin D3 100 CWD' in de Gecombineerde Nomenclatuur en de gevolgen voor douanerechten

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2023 uitspraak gedaan over de indeling van het product 'Vitamin D3 100 CWD' in de Gecombineerde Nomenclatuur (GN) en de daaruit voortvloeiende douanerechten. Eiseres, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], had bezwaar gemaakt tegen een uitnodiging tot betaling van douanerechten van € 6.969,22, die door de inspecteur van de Douane was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de indeling van het product in de GN centraal staat in deze procedure. Eiseres betoogde dat het product moest worden ingedeeld onder GN-onderverdeling 2936 2900 00 als 'andere vitaminen', terwijl verweerder stelde dat het product onder GN-post 2106 9098 moest worden ingedeeld als overige producten voor menselijke consumptie.

De rechtbank heeft de feiten en de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Eiseres voerde aan dat de toevoegingen aan het product enkel dienden voor stabilisatie en houdbaarheid, terwijl verweerder betoogde dat de toevoegingen het product meer geschikt maakten voor bijzondere toepassingen. De rechtbank concludeerde dat de toevoegingen niet alleen dienden voor stabilisatie, maar dat het product door deze toevoegingen meer geschikt was gemaakt voor specifieke toepassingen dan voor algemeen gebruik. Hierdoor kon het product niet worden ingedeeld onder GN-post 2936.

De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en oordeelde dat de inspecteur de indeling van het product in GN-post 2106 9098 terecht had vastgesteld. Daarnaast werd eiseres een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, waarbij de rechtbank de immateriële schade vaststelde op € 1.000, verdeeld over de betrokken partijen. De uitspraak benadrukt het belang van de objectieve kenmerken van producten bij de indeling in de GN en de rol van de toevoegingen in de classificatie van douanerechten.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 21/5399

uitspraak van de meervoudige douanekamer van 22 december 2023 in de zaak tussen

[eiseres] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats] , eiseres

(gemachtigde: C. van Oosten),
en

de inspecteur van de Douane, kantoor Amsterdam, verweerder.

Inleiding

Dit beroep gaat over de indeling van het product “Vitamin D3 100 [Y] ” in de Gecombineerde Nomenclatuur (hierna: GN).
Verweerder heeft met dagtekening 17 januari 2021 een uitnodiging tot betaling (hierna: de utb) aan eiseres uitgereikt voor een bedrag van € 6.969,22 aan douanerechten.
Eiseres heeft daartegen op 24 februari 2021 bezwaar gemaakt. Eiseres heeft in het bezwaarschrift verweerder verzocht om rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) toe te staan.
Verweerder heeft bij brief van 24 september 2021 ingestemd met dit verzoek en het bezwaarschrift, de utb, en overige stukken doorgezonden naar de rechtbank. De rechtbank heeft deze brief op 28 september 2021 ontvangen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Eiseres heeft vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan verweerder.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 december 2023 te Haarlem. Namens eiseres zijn verschenen [naam 1] MSc (technical and quality expert en intern adviseur) en [naam 2] MSc (technical regulatory director), bijgestaan door haar gemachtigde. Namens verweerder zijn verschenen [naam 3] en [naam 4] (werkzaam bij het douanelaboratorium).

Overwegingen

Feiten
1. Op 21 augustus 2018 heeft eiseres via haar directe vertegenwoordiger [bedrijf] B.V. een aangifte IM A gedaan tot plaatsing van goederen onder de douaneregeling ‘in het vrij verkeer brengen’ met onder meer de volgende gegevens:
‘Aangiftenummer [# 1]
Aantal 12
Goederenomschrijving Vitamin D3 100CWS CAS 67-97-0
Goederencode 2936 2900
Prijs 5.400,00 USD
Netto massa 300 kg’
Voor deze goederencode gold op de aanvaardingsdatum een tarief van 0% douanerechten.
2. Op 21 augustus 2018 heeft een fysieke controle plaatsgevonden door verweerder. Er is een monster genomen ter analyse door het douanelaboratorium. Het douanelaboratorium heeft een monsteronderzoek uitgevoerd. Verweerder heeft de uitslag daarvan bij brieven van 10 april 2019 aan eiseres en [bedrijf] B.V. bekendgemaakt. In de uitslag van het monsteronderzoek staat onder meer:

“Monsteronderzoek – Vitamine D3 100 [X] poeder

Uitslag monsteronderzoek

Productkenmerken: wit poeder
Analyse Bevinding
Zetmeel/glucose ZETMGLUC (Q) 51,4% (m/m)
Sacharose/invertsuiker/isoglucose SUIKER_SI (Q) 31,3% (m/m)
Beschouwing ten aanzien van de indeling in de Gecombineerde Nomenclatuur:
Het product bevat een grotere hoeveelheid toevoegingen dan nodig zijn voor stabilisatie of vervoer en is meer geschikt gemaakt voor een bijzondere toepassing.
Het monster bestaat uit een product voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen met een melkvetpercentage van minder dan 26% en een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) van minder dan 60%.
Beschouwing ten aanzien van de Financiële landbouwregelingen bij invoer:
De aanvullende code is gebaseerd op de aanwezigheid van melkvet en melkproteïnen.
(…)

Advies goederencode: 2106 9098 497017”

3. De uitslag van het onderzoek en een voornemen tot correctie zijn bij brieven van 10 september 2019 aan eiseres meegedeeld. Eiseres heeft per e-mail van 16 september 2019 aan verweerder kenbaar gemaakt dat zij het niet eens is met de voorgenomen correctie.
4. Naar aanleiding van het onderzoek heeft verweerder de goederencode gewijzigd naar de door het douaneaboratorium geadviseerde TARIC-code 2106 9098 49 met aanvullende code 7017. Op 22 oktober 2019 heeft verweerder een utb uitgereikt voor een bedrag van € 522,89 aan invoerrechten.
5. Eiseres heeft op 6 november 2019 bezwaar gemaakt tegen de utb van 22 oktober 2019. Op 20 december 2019 verklaarde verweerder het bezwaar ongegrond. Eiseres heeft tegen die uitspraak op bezwaar beroep ingesteld, maar heeft dit beroep ingetrokken wegens termijnoverschrijding.
6. Op 17 januari 2021 heeft eiseres via haar directe vertegenwoordiger [bedrijf] B.V. een aangifte IM A gedaan tot plaatsing van goederen onder de douaneregeling ‘in het vrij verkeer brengen’ met onder meer de volgende gegevens:
‘Aangiftenummer [# 2]
Aantal colli 200
Goederenomschrijving Vitamin D3 100CWD
Goederencode 21069098 49 7017 0000
Douanewaarde € 59.185,74
Netto massa 5.000 kg’
7. Op 17 januari 2021 heeft verweerder de aangifte aanvaard en een utb uitgereikt voor een bedrag van € 6.969,22 aan douanerechten bestaande uit € 5.326,72, te weten 9% van de douanewaarde en € 1.642,50, te weten € 32,85 per 100kg).
8. Op 24 februari 2021 (op 26 februari 2021 door verweerder ontvangen) heeft eiseres hiertegen bezwaar gemaakt. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de goederen in de voornoemde aangifte onder een onjuiste goederencode zijn aangegeven en dat de goederen niet moeten worden ingedeeld in GN-onderverdeling 2106 9098 49 als overige producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, maar in GN-onderverdeling 2936 2900 00 als ‘andere vitaminen dan vitamine A, B, C, en E en derivaten’. Het tarief aan douanerechten bedraagt dan 0%. Eiseres heeft in het bezwaarschrift verweerder verzocht om rechtstreeks beroep op grond van artikel 7:1a van de Awb toe te staan. Verweerder heeft hiermee ingestemd.

Geschil9. In geschil is of de utb terecht aan eiseres is uitgereikt. Meer in het bijzonder houdt partijen verdeeld hoe het product ‘Vitamin D3 100CWD’ in de GN moet worden ingedeeld.

10. Eiseres betoogt dat het product moet worden ingedeeld in GN-onderverdeling 2936 2900 00 als ‘andere vitaminen dan vitamine A, B, C, en E en derivaten’. Zij stelt zich op het standpunt dat alle hulpstoffen zijn toegevoegd om de stabiliteit en de houdbaarheid tijdens het transport van de goederen, vanaf de fabricage in [land] tot de verwerking van het product tot een eindproduct in de vorm van bijvoorbeeld baby en/of dieetvoeding tot het gebruik van deze voedingsmiddelen door de eindgebruiker te behouden. Deze toevoegingen hebben niet geleid of zullen niet leiden tot een ander product of tot het meer geschikt maken van het product voor bijzondere toepassingen dan voor het gebruik in het algemeen. Vitaminen, waaronder vitamine D3, worden bijna altijd gebruikt voor de voeding van mens en dier, aldus eiseres.
Eiseres concludeert tot gegrondverklaring van het beroep en vernietiging van de utb. Eiseres verzoekt tevens om vergoeding van de proceskosten en vergoeding van immateriële schade.
11. Verweerder stelt zich primair op het standpunt dat indeling onder GS-post 2936 niet mogelijk is, omdat de combinatie van gemodificeerd zetmeel, Arabische gom én sacharose aan de vitamine D3 oliedispensie verdergaand is dan is toegestaan in de toelichting (Geharmoniseerd systeem (hierna: GS) en GN op post 2936. Het basisproduct vitamine D3 is door de toevoegingen en de bewerking sproeidrogen van aard veranderd. Verweerder stelt zich subsidiair op het standpunt dat het product door de veranderde aard technisch geschikt is gemaakt voor het gebruiksdoel ervan, namelijk het mengen met water based foods. Daardoor is het product méér geschikt gemaakt voor bijzondere toepassingen dan voor zijn gebruik in het algemeen.
Verweerder betoogt dat het product moet worden ingedeeld onder GN-post 21.06 gelet op het gebruiksdoel van het product, namelijk de toevoeging aan voeding en supplementen.
Verweerder concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.
12. Voor het overige verwijst de rechtbank naar de gedingstukken.

Relevante regelgeving

13. GN-post 2106 luidde ten tijde van de invoer, voor zover van belang, als volgt:
2106 Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen
2106 10 – proteïneconcentraten en getextureerde proteïnestoffen
2106 10 20 – – bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel
2106 10 80 – – andere
2106 90 – andere
2106 90 20 – – samengestelde alcoholhoudende preparaten, andere dan op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt voor de vervaardiging van dranken
– – suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen
2106 90 30 – – – isoglucose
– – – andere
2106 90 51 – – – – van lactose
2106 90 55 – – – – van glucose en van maltodextrine
2106 90 59 – – – – andere
– – andere
2106 90 92 – – – bevattende geen van melk afkomstige vetstoffen, sacharose, isoglucose, glucose of zetmeel, of bevattende minder dan 1,5 gewichtspercent van melk afkomstige vetstoffen, minder dan 5 gewichtspercenten sacharose of isoglucose, minder dan 5 gewichtspercenten glucose of zetmeel
2106 90 98 – – – andere
14. De Engelstalige toelichting van de IDR op GS-post 2106 luidde ten tijde van de invoer, voor zover van belang, als volgt:
(…)
The heading includes, inter alia :
(…)
(16) Preparations, often referred to as food supplements or dietary supplements, consisting of, or based on, one or more vitamins, minerals, amino acids, concentrates, extracts, isolates or the like of substances found within foods, or synthetic versions of such substances, put up as a supplement to the normal diet. It includes such products whether or not also containing sweeteners, colours, flavours, odoriferous substances, carriers, fillers, stabilisers or other technical aids. Such products are often put up in packaging with indications that they maintain general health or well-being, improve athletic performance, prevent possible nutritional deficiencies or correct sub-optimal levels of nutrients.
These preparations do not contain a sufficient quantity of active ingredients to provide therapeutic or prophylactic effect against diseases or ailments other than the relevant nutritional deficiencies. Other preparations with a sufficient quantity of active ingredient to provide a therapeutic or prophylactic effect against a specific disease or ailment areexcluded(heading 30.03 or 30.04).
(…)
15. De aantekening 1 op hoofdstuk 29 van de GN luidde ten tijde van de invoer, voor zover van belang, als volgt:

1. De posten van dit hoofdstuk hebben, voor zover uit de context niet het tegendeel blijkt, uitsluitend betrekking op:

geïsoleerde chemisch welbepaalde organische verbindingen, ook indien zij onzuiverheden bevatten;
mengsels van isomeren van eenzelfde organische verbinding (ook indien deze mengsels onzuiverheden bevatten), met uitzondering van mengsels van isomeren (andere dan stereo-isomeren) van al dan niet verzadigde acyclische koolwaterstoffen (hoofdstuk 27);
producten bedoeld bij de posten 2936 tot en met 2939, ethers, acetalen en esters van suikers en zouten daarvan, bedoeld bij post 2940 en producten bedoeld bij post 2941, al dan niet chemisch welbepaald;

(…)

producten bedoeld onder a), b), c), d) of e) hiervoor, waaraan een stabilisator (zelfstandigheden om het klonteren tegen te gaan daaronder begrepen) is toegevoegd, nodig voor de houdbaarheid of voor het vervoer;

(…)

16. GN-post 2936 luidde ten tijde van de invoer, voor zover van belang, als volgt:
2936 Provitaminen en vitaminen, natuurlijke of door synthese gereproduceerd (natuurlijke concentraten daaronder begrepen), alsmede derivaten daarvan, die hoofdzakelijk als vitaminen worden gebruikt, ook indien deze stoffen onderling zijn vermengd of in oplossing zijn gebracht
– vitaminen en derivaten daarvan, niet vermengd
2936 21 00 – – vitaminen A en derivaten daarvan
2936 22 00 – – vitamine B1 en derivaten daarvan
2936 23 00 – – vitamine B2 en derivaten daarvan
2936 24 00 – – D- en DL-pantotheenzuur (vitamine B3 of vitamine B5) en derivaten daarvan
2936 25 00 – – vitamine B6 en derivaten daarvan
2936 26 00 – – vitamine B12 en derivaten daarvan
2936 27 00 – – vitamine C en derivaten daarvan
2936 28 00 – – vitamine E en derivaten daarvan
2936 29 00 – – andere vitaminen en derivaten daarvan
2936 90 00 – andere, natuurlijke concentraten daaronder begrepen
17. De De Engelstalige toelichting van de IDR op GS-post 2936 luidde ten tijde van de invoer, voor zover van belang, als volgt:

GENERAL

This sub-Chapter covers active substances which constitute a group of compounds of fairly complex chemical composition, essential for the proper functioning and harmonious development of the animal and vegetable organism.
They have mainly a physiological action and are used in medicine or industry because of their individual characteristics.
In this Sub-Chapter, the term “derivatives” refers to chemical compounds which could be obtained from a starting compound of the heading concerned and which retain the essential characteristics of the parent compound, including its basic chemical structure.
(…)
Vitamins are active agents, usually of complex chemical composition, which are obtained from outside sources and are essential for the proper functioning of human or other animal organisms. They cannot be synthesised by the human body and must therefore be obtained in final or nearly final form (provitamins) from outside sources. They are effective in relatively minute amounts and may be regarded as exogenous biocatalysts, their absence or deficiency giving rise to metabolic disturbances or “deficiency diseases”.
This heading includes:
(a)Provitamins and vitamins, whether natural or reproduced by synthesis, and derivatives thereof used primarily as vitamins.
(b)Concentrates of natural vitamins(e.g., of vitamin A or of vitamin D); these are enriched forms of these vitamins. These concentrates may be used as such (e.g., for adding to animal feeding stuffs), or they may be worked up for the isolation of the vitamin.
(c)Intermixtures of vitamins, of provitamins or of concentrates, such as, for instance, natural concentrates of vitamins A and D in various proportions, to which an additional quantity of vitamin A or D has been added subsequently.
(d)The above products diluted in any solvent(e.g., ethyl oleate, propane-1,2-diol, ethanediol, vegetable oils).

The products of this heading may be stabilised for the purposes of preservation or transport:

- by adding anti-oxidants,
- by adding anti-caking agents(e.g., carbohydrates),
- by coating with appropriate substance (e.g., gelatin, waxes or fats), whether or not plasticised, or
- by adsorbing on appropriate substances (e.g., silicic acid),
providedthat the quantity added or the processing in no case exceeds that necessary for their preservation or transport and that the addition or processing does not alter the character of the basic product and render it particulary suitable for specific use rather than for general use.
List of products which are to be classified as provitamins or vitamins within the meaning of heading 29.36.
The list of products in each of the following groups is not exhaustive. The products listed are examples only.
(…)
(K) VITAMINS D AND DERIVATIVES THEREOF USED PRIMARILY AS VITAMINS
(…)
(2)Vitamin D3and derivatives thereof with similar activity.
(a)
Vitamin D3or activated or irradiated 7-dehydrocholesterol(cholecalciferol). White crystalline powder. It deteriorates slowly when exposed to air; insoluble in water, soluble in fats. It can be extracted from fish oil and from fish liver oil, but is generally obtained by activating or irradiating provitamin D3. It has a stronger activity than vitamin D2.
(b)
Activated or irradiated 7-dehydrocholesteryl acetate and other fatty acid esters of vitamin D3.
(c)
Vitamin D3-cholesterol molecular compound.
18. De toelichting op GN-post 2936 – voor zover van belang en ten tijde van belang – vermeldt het volgende:
De producten van deze post mogen:

in olieachtige vorm zijn gestabiliseerd,

met een omhulsel van hiervoor geschikte hulpstoffen, zoals gelatine, was, vet, diverse soorten rubber of cellulosederivaten, in de vorm van microcapsules zijn gestabiliseerd,

aan siliciumdioxide zijn geadsorbeerd.
Toevoeging van weekmakers of antikleefmiddelen is niet van invloed op de indeling.
Adsorptieproducten die aan ionenwisselaars zijn gebonden, behoren niet tot deze post en moeten naar samenstelling en gebruik worden ingedeeld.

Beoordeling door de rechtbank

Procedurele overwegingen
19. Met toepassing van artikel 7:1a van de Awb wordt in afwijking van artikel 7:1 van de Awb het bezwaarschrift van eiseres van 24 februari 2021 in het kader van een rechtstreeks beroep behandeld als beroepschrift, waarbij de indeling van het door eiseres ingevoerde product ‘Vitamin D3 100CWD’ in de GN centraal staat.
Indeling
20. Voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen, de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken en de algemene indelingsregels. Het is vaste jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie (het Hof van Justitie), dat in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in het algemeen moet worden gezocht in hun objectieve kenmerken en eigenschappen, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdelingen en de hoofdstukken zijn omschreven. Hierbij vormen de GS- en de GN-toelichtingen nuttige aanwijzingen voor de tariefindeling, ook al zijn deze toelichtingen slechts uitleggingen en rechtens niet bindend (zie onder meer Hof van Justitie 26 april 2017, C-51/16, Stryker EMEA Supply Chain Services BV, ECLI:EU:C:2017:298, punten 39 en 45). De inhoud van GS- en GN- toelichtingen moet in overeenstemming zijn met de GN-bepalingen en mag de strekking daarvan niet wijzigen. Toelichtingen moeten, indien zij in strijd blijken met de tekst van de GN-posten en de aantekeningen bij de afdelingen of hoofdstukken, terzijde worden geschoven (zie onder meer Hof van Justitie 26 november 2015, C-44/15, Duval GmbH & Co, KG., ECLI:EU:C:2015:783, punt 24).
21. Mede aan de hand van het ter zitting getoonde product stelt de rechtbank de volgende objectieve kenmerken en eigenschappen van het product vast. Het product bestaat uit een wittig fijnkorrelig poeder. Uit het dossier blijkt dat het product in een gesloten verpakking zit, waarbij de buitenverpakking bestaat uit een kartonnen doos en de binnenverpakking bestaat uit een aluminium zak, per verpakking met een nettomassa van 25 kilogram.
Het product is als volgt samengesteld (in gewichtspercentages):
  • minimaal 0,25% vitamine D3;
  • Tussen de 47 en 52% gemodificeerd zetmeel (microcapsulering);
  • Tussen de 30 en 32% sacharose (stabilisator van het omhulsel);
  • Tussen de 5 en de 10% Arabische gom (microcapsulering);
  • 12% geraffineerde zonnebloemolie (microcapsulering);
  • Maximaal 0,2% DL-alpha tocopherol (E30) (antioxidant ter voorkoming oxidatie van de zonnebloemolie)
Het product wordt gebruikt bij de fabricage van diverse voedingsmiddelen onder meer als toevoeging aan babyvoeding en dieetvoeding om zodoende te kunnen voldoen aan de dagelijkse hoeveelheden vitamine D3 die door de Gezondheidsraad worden aanbevolen.
22. Bij de aangifte op 21 augustus 2018 is het product ingevoerd als “Vitamin D3 100CWS”, waarbij [X] stond voor [X] . Tussentijds is de naam van het product gewijzigd. Het onderhavige product is bij aangifte van 17 januari 2021 ingevoerd als Vitamin D3 100CWD. De afkorting [Y] staat voor [Y] . Tot de gedingstukken behoort het document “Statement with regards to Change of Product Name”, waarin eiseres verklaart dat het product is hernoemd en dat de samenstelling en eigenschappen identiek zijn. Tussen partijen is niet in geschil dat, ondanks de naamswijziging, de samenstelling en de eigenschappen van het product ongewijzigd zijn gebleven.
23. Ter zitting heeft eiseres een demonstratie gegeven, door een flinke lepel van het product toe te voegen aan een glas water en vervolgens te roeren. De rechtbank heeft waargenomen dat de vloeistof in het glas een melkachtige kleur kreeg. Het wittige fijnkorrelige poeder was niet meer als poeder zichtbaar in het water. Na een half uur was op de bodem van het glas een deel van het poeder zichtbaar. De rechtbank merkt hierbij op dat het product niet is bestemd om te worden toegevoegd aan water maar wordt, zoals onder overweging 21. is vermeld, gebruikt bij de fabricage van diverse voedingsmiddelen onder meer als toevoeging aan babyvoeding en dieetvoeding. Nog afgezien van de (relatief grote) hoeveelheid poeder die bij de demonstratie aan het glas water is toegevoegd en de omstandigheden waaronder dit heeft plaatsgevonden, kan de rechtbank ook om deze reden aan de waarneming tijdens de demonstratie geen gevolgtrekking verbinden voor (het gebrek aan) de oplosbaarheid van het goed.

GN-post 2936

24. Eiseres stelt zich op het standpunt dat de capsulering van de vitamine D3 in het product noodzakelijk is om de stabiliteit van het product gedurende de zogenaamde ‘shelf-life’ te verlengen en te garanderen. Door capsulering wordt blootstelling aan de buitenlucht van vitamine D3 zo veel mogelijk voorkomen. Daarbij worden verschillende ingrediënten gebruikt, die elk een specifieke stabilisering- en antioxidatiefunctie hebben en die absoluut noodzakelijk zijn, te weten:
  • zetmeel, als emulgator in de strijd tegen de oxidatie,
  • Arabische gom, voor microcapsulering en antioxidantkwaliteiten, en
  • sucrose, als zuurstofremmer.
Eiseres stelt zich op het standpunt dat al deze ingrediënten noodzakelijk zijn voor de lange houdbaarheid en het bewaren op kamertemperatuur.
25. De rechtbank is van oordeel dat het product niet kan worden ingedeeld in GN-post 2936 en overweegt daartoe als volgt.
26. In aantekening 1 op hoofdstuk 29 van de GN staat limitatief opgesomd op welke producten de posten van dat hoofdstuk betrekking hebben. De producten bedoeld bij post 2936 waaraan een stabilisator (zelfstandigheden om het klonteren tegen te gaan daaronder begrepen) is toegevoegd, nodig voor de houdbaarheid of voor het vervoer, kunnen worden ingedeeld in GN-post 2936. Uit de toelichting IDR op GS-post 2936 volgt dat de producten van die post mogen zijn gestabiliseerd voor de houdbaarheid of voor het vervoer:
- door de toevoeging van antioxidanten,
- door de toevoeging van stoffen om het klonteren te voorkomen (bijvoorbeeld koolhydraten),
- door het omhullen met geschikte substanties (bijvoorbeeld gelatine, was of vetstoffen), al dan niet met een weekmaker,
- door adsorptie op daartoe geschikte stoffen (bijvoorbeeld kiezelzuur),
op voorwaarde dat de toegevoegde hoeveelheid of de bewerking niet verdergaand is dan nodig is voor de houdbaarheid of het vervoer en het basisproduct door deze toevoeging of bewerking niet van aard wordt veranderd en niet méér geschikt wordt gemaakt voor bijzondere toepassingen dan voor zijn gebruik in het algemeen.
27. De rechtbank is van oordeel dat door de toevoeging van bestanddelen die niet louter dienen ter stabilisatie voor de houdbaarheid of voor het vervoer, het product niet voor indeling in GN-post 2936 in aanmerking komt. Mede uit de Toelichting IDR op GS-post 2936 volgt dat vitamine D3 instabiel is en niet oplosbaar is in water, maar wel in oliën. Het product bevat 12% geraffineerde zonnebloemolie, waarin de vitamine D3 is opgelost. Eiseres heeft het product echter een productnaam gegeven met daarin de afkorting [X] dan wel [Y] . Dit betekent dat er een expliciete bewerking of toevoeging moet hebben plaatsgevonden om het product de eigenschap “ [X] ” of “ [Y] ” te geven, om het mogelijk te maken om het product toe te voegen aan producten op waterbasis. De rechtbank vindt steun voor deze opvatting in de door eiseres overgelegde documenten “Product information Sheet” en “Statement referring to the composition, properties and application of Vitamin D3 100 [X] ”. In het door eiseres overgelegde document “Product information Sheet” staat: “Forms a relatively stable suspension with cold water”. Ter zitting heeft eiseres toegelicht dat dit betekent dat het product zonder bijvoegingen bruikbaar is voor instant oplossingen. In het door eiseres overgelegde document “Statement referring to the composition, properties and application of Vitamin D3 100 [X] ” staat: “It is intended for general fortification of (water-based) foods, dry food products as well as dietary supplements.” De rechtbank overweegt verder dat het product 0,25% vitamine D3 bevat. Dit maakt het product beter geschikt om gedoseerd toe te voegen aan voeding, om zodoende te kunnen voldoen aan de dagelijkse hoeveelheden vitamine D3 die door de Gezondheidsraad worden aanbevolen. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de bestanddelen van het product niet slechts dienen ter stabilisatie van vitamine D3 voor de houdbaarheid of het vervoer, maar dat het product meer geschikt is gemaakt voor bijzondere toepassingen dan voor gebruik in het algemeen.
28. Eiseres verwijst ter onderbouwing van haar standpunt tevens naar door haar overgelegde passages uit het proefschrift van Anisa Loewen,
Optimizing the loading of vitamin A and vitamin D into re-assembled casein micelles and investigating the effect of micellar complexation on vitamin D stability. University of British Columbia, 2014). De rechtbank overweegt dat de overgelegde passages onderschrijven dat zonder toevoegingen of bewerkingen vitamine D3 instabiel is en een (relatief) korte houdbaarheid heeft, maar zij bieden geen onderbouwing voor het standpunt van eiseres dat alle aan het product toegevoegde stoffen nodig zijn ter stabilisatie voor de houdbaarheid of het vervoer. Nu de bewijslast daarvan op eiseres rust en zij haar standpunt niet op andere wijze heeft onderbouwd, kan het beroep op passages uit dit proefschrift het beroep niet doen slagen.
GN-post 2106
29. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het product, gelet op het gebruiksdoel van het product, namelijk de toevoeging aan babyvoeding en dieetvoeding, terecht heeft ingedeeld in GN-postonderverdeling 2106 9098, als overige producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen. Volgens de toelichting IDR op GS-post 2106 omvat de post preparaten, vaak voedingssupplementen of dieetsupplementen genoemd, bestaande uit, of op basis van, een of meer vitaminen, mineralen, aminozuren, concentraten, extracten, isolaten of dergelijke stoffen die in voedingsmiddelen worden aangetroffen, of synthetische versies van dergelijke stoffen, opgemaakt als een aanvulling op het normale dieet. Daaronder vallen dergelijke producten zelfs indien deze ook zoetstoffen, kleurstoffen, smaakstoffen, reukstoffen, dragers, vulstoffen, stabilisatoren of andere technische hulpmiddelen bevatten. Dergelijke producten zijn dikwijls opgemaakt in verpakkingen met aanduidingen dat zij bestemd zijn om het organisme gezond te houden, atletische prestaties te verbeteren, mogelijke voedingstekorten te voorkomen of suboptimale niveaus van voedingsstoffen te corrigeren.
Het product is volgens de bestemming (onderdeel van) een voedingssupplement, op basis van vitamine D3, en bedoeld om te worden gebruikt als toevoeging aan babyvoeding en dieetvoeding om zodoende te kunnen voldoen aan de dagelijkse hoeveelheden D3 die door de Gezondheidsraad worden aanbevolen. Gelet op de samenstelling (bevat zetmeel en sacharose) is indeling in GN-post 2106 9098 juist.
30. Voor zover eiseres heeft betoogd dat indeling in GN-post 2106 niet mogelijk is omdat er geen sprake is van een eindproduct, volgt de rechtbank eiseres niet in haar standpunt. Noch uit bewoordingen van de posten en de postonderverdelingen noch uit de toelichting volgt dat enkel eindproducten kunnen worden ingedeeld in GN-post 2106.

Conclusie en gevolgen

31. Gelet op het vorenoverwogene dient het beroep ongegrond te worden verklaard.
Verzoek om vergoeding van immateriële schade
32. Eiseres heeft verzocht om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn. Ingevolge het arrest van de Hoge Raad van 19 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:252, wordt indien de redelijke termijn is overschreden, behoudens bijzondere omstandigheden, verondersteld dat de belanghebbende immateriële schade heeft geleden in de vorm van spanning en frustratie. Voor een uitspraak in eerste aanleg heeft te gelden dat deze niet binnen een redelijke termijn geschiedt indien de rechtbank niet binnen twee jaar nadat die termijn is aangevangen uitspraak doet, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden. De termijn vangt als regel aan op het moment waarop verweerder het bezwaarschrift ontvangt. Indien de redelijke termijn is overschreden, dient als uitgangspunt voor de schadevergoeding een tarief te worden gehanteerd van € 500 per half jaar dat die termijn is overschreden, waarbij ter bepaling van de totale vergoeding de geconstateerde overschrijding naar boven wordt afgerond. Voor de behandeling van een bezwaar is een termijn van zes maanden redelijk en voor de behandeling van een beroep een termijn van anderhalf jaar.
33. De termijn van twee jaar geldt ook in gevallen als het onderhavige, waarin rechtstreeks beroep wordt ingesteld tegen een primair besluit (vgl. de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 18 oktober 2017, ECLI:NL:RVS:2017:2815, en van de Centrale Raad van Beroep van 11 oktober 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:3129).
34. In dit geval vangt de redelijke termijn aan met het indienen van het bezwaarschrift (tevens verzoek rechtstreeks beroep). Het bezwaarschrift is op 24 februari 2021 door verweerder ontvangen. De rechtbank doet op 22 december 2023 uitspraak. Er is aldus een tijdsverloop tussen de ontvangst van het bezwaarschrift en de uitspraak van de rechtbank van (naar boven) afgerond 34 maanden. De redelijke termijn is dus met tien maanden overschreden (vgl. het onder overweging 32 genoemde arrest van de Hoge Raad, rechtsoverweging 3.4.2). Daarmee correspondeert een vergoeding van immateriële schade van € 1.000.
35. Van de overschrijding met afgerond tien maanden is een periode van afgerond twee maanden toe te rekenen aan verweerder, die het bezwaarschrift op 28 september 2021, afgerond acht maanden na ontvangst, aan de rechtbank heeft verzonden. Het restant van acht maanden wordt toegerekend aan de beroepsfase. Verweerder dient daarom 2/10 deel van € 1.000 te betalen (€ 200) en de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) 8/10 deel (€ 800).
Proceskosten en griffierecht36. De proceskosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 209,25 (1 punt voor het indienen van het verzoek om schadevergoeding met een waarde per punt van € 837 en een wegingsfactor 0,25, nu de proceskostenvergoeding uitsluitend wordt toegekend vanwege de vergoeding van door eiseres geleden immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn, vgl. het arrest van de Hoge Raad van 10 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1526).
37. Op grond van het onder overweging 32 genoemde arrest van de Hoge Raad (r.o. 3.14.2), zal de vergoeding van dit bedrag deels moeten plaatsvinden door verweerder en deels door de minister van Justitie en Veiligheid, waarbij om redenen van eenvoud en uitvoerbaarheid dient te worden uitgegaan van een verdeling waarbij ieder van hen de helft betaalt. Hetzelfde heeft te gelden voor de vergoeding van het griffierecht.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • veroordeelt verweerder tot vergoeding aan eiseres van de aan de bezwaarfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op een bedrag van € 200;
  • veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding aan eiseres van de aan de beroepsfase toerekenbare immateriële schade, vastgesteld op een bedrag van € 800;
  • veroordeelt verweerder en de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) in de proceskosten van eiseres, ieder tot een bedrag van € 104,68, en
  • draagt verweerder en de minister van Justitie en Veiligheid op het betaalde griffierecht aan eiseres te vergoeden, ieder tot een bedrag van € 180.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.J. Richters, voorzitter, en mr.drs. C.M. van Wechem, en mr. dr. C.A. Schreuder, leden, in aanwezigheid van mr. W.G. van Gastelen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 22 december 2023.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de douanekamer van het gerechtshof Amsterdam waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van het gerechtshof Amsterdam vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.