In deze zaak heeft Hiltermann Lease B.V. een geldvordering ingesteld tegen een gedaagde die niet is verschenen tijdens de zitting. De rechtbank heeft op 18 oktober 2023 vonnis gewezen in de zaak, waarin Hiltermann Lease vorderde dat de gedaagde een bedrag van € 37.518,08 zou betalen, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde had eerder een bedrag van € 36.945,85 onterecht ontvangen van Hiltermann Lease en was in verzuim met de terugbetaling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet op de zitting aanwezig was, ondanks een bevel om persoonlijk te verschijnen. De rechtbank heeft de onttrekking van de advocaat van de gedaagde, die zich kort voor de zitting had onttrokken, niet in overweging genomen, omdat deze mededeling te laat was ontvangen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde geen behoefte had aan een nieuwe advocaat, gezien zijn afwezigheid. Hiltermann Lease heeft onbetwist aangetoond dat de gedaagde in verzuim was en dat er redelijke incassokosten zijn gemaakt. De rechtbank heeft de vordering van Hiltermann Lease toegewezen en de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 5.543,71, vermeerderd met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.