Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagden]
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
I. voor recht verklaart dat gedaagde partijen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor alle schade die voortvloeit uit het ongeval op 19 februari 2017;
II. voor recht verklaart dat gedaagde partijen hoofdelijk gehouden zijn om de materiële en immateriële geleden en nog te lijden schade te vergoeden die het gevolg is van het ongeval;
4.De beoordeling
“Er was op die derde lesavond geen moment dat ik dacht dat [D] tijdens de 4e avond niet zou slagen. Ze deed het allemaal heel netjes.”
“Tijdens les 3 had ik op geen moment het idee dat [D] of [P] het examen in les 4 niet zou halen.”
Daarnaast was sprake van het reguliere toezicht in de hal. Er werd ook vanachter de bar gelet op de aanwezigen in de hal en er waren nog andere medewerkers/instructeurs in de hal. Zo verklaarde [P] dat ze door een medewerker erop werd aangesproken om haar vest dicht te ritsen voordat zij ging klimmen.