ECLI:NL:RBNHO:2023:1767
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding met verzoek om huurrecht van de echtelijke woning
In deze echtscheidingszaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 1 maart 2023, hebben beide partijen, de man en de vrouw, verzocht om het huurrecht van de echtelijke woning. De rechtbank heeft geoordeeld dat het huurrecht moet worden toegewezen aan de man, omdat de vrouw sinds oktober 2021 niet meer in de woning verblijft en inmiddels elders heeft gewoond. De man woont met hun twee meerderjarige dochters in de echtelijke woning en heeft onbetwist gesteld dat de dochters bij hem willen blijven wonen. De rechtbank heeft ook overwogen dat het belang van de dochters beter gediend is met de toewijzing van het huurrecht aan de man, omdat een toewijzing aan de vrouw zou betekenen dat de dochters zouden moeten verhuizen. De beslissing over de partnerbijdrage en de afwikkeling van de huwelijksgoederengemeenschap is aangehouden, en de rechtbank heeft bepaald dat de man huurder zal zijn van de woning met ingang van de inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw om het huurrecht af te wijzen.