ECLI:NL:RBNHO:2023:1879

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
3 maart 2023
Zaaknummer
10262245 AO VERZ 22-146
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en toekenning van vergoedingen in verband met onregelmatige urenregistratie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [verzoeker] en Swissport Cargo Services The Netherlands B.V. [verzoeker] was werkzaam als Manager Airside bij Swissport en is op 1 november 2022 op staande voet ontslagen. Swissport stelde dat er dringende redenen waren voor het ontslag, waaronder onregelmatigheden in de urenregistratie. De kantonrechter oordeelde echter dat het ontslag niet rechtsgeldig was, omdat een dringende reden ontbrak. De kantonrechter concludeerde dat Swissport onvoldoende rekening had gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker], die 58 jaar oud was en hartproblemen had. De kantonrechter wees het verzoek van [verzoeker] om een billijke vergoeding, een transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe. De billijke vergoeding werd vastgesteld op € 70.000,00 bruto, de vergoeding wegens onregelmatige opzegging op € 24.567,85 bruto en de transitievergoeding op € 28.803,47 bruto. Swissport werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10262245 \ AO VERZ 22-146
Uitspraakdatum: 1 maart 2023
Beschikking in de zaak van:
[verzoeker]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: [verzoeker]
gemachtigden: mr. N. Adnani en mr. L. Smit
tegen
de besloten vennootschap
Swissport Cargo Services The Netherlands B.V.,
gevestigd te Schiphol
verwerende partij
verder te noemen: Swissport
gemachtigden: mr. M.R. van Hall en mr. I. Arts
De zaak in het kort
Swissport heeft [verzoeker] op staande voet ontslagen. De kantonrechter is met [verzoeker] van oordeel dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat een dringende reden ontbreekt. Swissport heeft ook onvoldoende rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] . Het verzoek van [verzoeker] om toekenning van een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging wordt toegewezen. Het tegenverzoek van Swissport tot veroordeling van [verzoeker] tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek gedaan, primair om een ontslag te vernietigen, en subsidiair om toekenning van onder meer een billijke vergoeding. Swissport heeft een verweerschrift en tegenverzoeken ingediend.
1.2.
Op 25 januari 2023 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Partijen hebben daar hun standpunten toegelicht en vragen beantwoord. De griffier heeft daarvan aantekeningen gemaakt. [verzoeker] en Swissport hebben ook pleitaantekeningen overgelegd. Vóór de mondelinge behandeling hebben [verzoeker] en Swissport op 2, 19 en 24 januari 2023 nog aanvullende stukken toegezonden. Op 13 januari 2023 heeft [verzoeker] zijn verzoek vermeerderd.

2.Feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren op 1 april 1964, was in dienst bij Swissport. Laatstelijk vervulde [verzoeker] de functie van Manager Airside tegen een salaris van € 4.549,60 bruto per maand exclusief vakantiegeld.
2.2.
Vanuit zijn functie gaf [verzoeker] leiding aan de werknemers van de afdeling Ramp en de afdeling Transport. Op de afdeling Ramp houdt men zich (kort gezegd) bezig met het in- en uitladen van vrachtvliegtuigen. Op de afdeling Transport houdt men zich (kort gezegd) bezig met het in- en uitladen van passagiersvliegtuigen. [verzoeker] werkte zelf ook regelmatig mee. Het werk en de arbeidsomstandigheden zijn zwaar. Er is een personeelstekort.
2.3.
Swissport werkt met een tijdregistratiesysteem, te weten het Time & Attendance-registratiesysteem (hierna: T&A-systeem).
2.4.
[verzoeker] was ten aanzien van de werknemers van de afdelingen Ramp en Transport verantwoordelijk voor de urenregistratie in het T&A-systeem. De leidinggevende van [verzoeker] ontving regelmatig overzichten waarop de overtredingen van de Arbeidstijdenwet stonden. Dit overzicht werd met [verzoeker] besproken.
2.5.
Naar aanleiding van een door het in Zwitserland gevestigde hoofdkantoor van Swissport aangekondigde audit, hebben Tungsten Security & Consultancy (hierna: Tungsten Security) en Bedrijfsrecherche Nederland B.V. op verzoek van Swissport onderzocht of zich afwijkingen en/of onregelmatigheden hebben voorgedaan in het T&A-systeem en zo ja, of deze te herleiden zijn naar specifieke medewerkers van Swissport (hierna: het T&A-onderzoek).
2.6.
Het T&A-onderzoek heeft eerst steekproefsgewijs op alle afdelingen van Swissport plaatsgevonden. Omdat er alleen op de afdeling Ramp en, in mindere mate, op de afdeling Transport onregelmatigheden werden aangetroffen, zijn die afdelingen in de periode van 1 januari 2022 tot 1 september 2022 nader onderzocht.
2.7.
Het T&A-onderzoeksrapport over [verzoeker] dateert van 26 oktober 2022 (hierna: het onderzoeksrapport). Daarin is – kort gezegd – door Tungsten Security geconcludeerd dat [verzoeker] om onduidelijke redenen, aan diverse medewerkers van de afdeling Ramp bewust (significant) meer arbeidsuren heeft toegekend dan dat zij feitelijk hebben gewerkt, waarmee [verzoeker] hen tot koste van Swissport heeft bevoordeeld.
2.8.
Op 28 oktober 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen [vertegenwoordiger 1] van Tungsten Security (hierna: [vertegenwoordiger 1] ), [vertegenwoordiger 2] van Bedrijfsrecherche Nederland B.V. (hierna: [vertegenwoordiger 2] ) en [verzoeker] . Tijdens dit gesprek hebben [vertegenwoordiger 1] en [vertegenwoordiger 2] [verzoeker] een verklaring laten ondertekenen, waarin onder meer het volgende staat: ‘
(…) Ik moet alle klokverschillen, dan heb ik het over 70 % handmatig corrigeren. Dat moet, omdat er vrijwel altijd afwijkingen zijn in het rooster en de daadwerkelijke arbeidstijden waarop de ‘kisten’ worden afgehandeld. Ik moet dus alles rechttrekken. De flexibiliteit is daadwerkelijk nodig om een dienst efficiënt te laten verlopen. (…) Het zou goed kunnen zijn dat ik aanpassingen heb gedaan, die niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid. Dat is niet goed van mij en heb daarmee geprobeerd om de administratie kloppend te maken. Mensen gaan doorgaans naar huis wanneer het werk klaar is. Dan hebben we het niet meer over rooster- of kloktijden. (…) Ik heb in ieder geval nooit medewerkers de opdracht gegeven om bewust niet te klokken. Mensen klokken wellicht niet, omdat ze zelf weten dat ze teveel uren hebben gewerkt. Ik kijk naar de kloktijden en valideer eventuele afwijkingen. (…) Mijn huidige leidinggevende is [leidinggevende] en met hem heb ik al het voorgaande besproken. We hebben het over de belangen van Swissport gehad en waren het er over eens dat de operatie altijd voorrang moest hebben! (…) [leidinggevende] is op de hoogte van alle overtredingen die bewust worden gemaakt. [leidinggevende] geeft mij opdracht het ‘gewoon’ te regelen, wetende dat ik dingen doe die niet door de beugel kunnen. (…) Als er sprake is van een ‘no klok’ procedure kan het goed zo zijn dat ik deze niet gevolgd heb. Er moet altijd een reden zijn om niet te klokken. (…) Ik heb geen passend antwoord op uw vraag, waarom ik niet de juiste procedure heb gevolgd. Ik zit midden in de operatie en heb het heel erg druk. Ongeveer eens in de 14 dagen houd ik mij bezig met het controleren van de kloktijden. Ik heb altijd gedacht dat het goed ging en mijn best gedaan. Het komt mij vreemd voor dat medewerkers totaal niet op zijn komen dagen en waarvan ik wel de uren heb toegekend. (…) Ik ben er erg blij mee dat er eindelijk een grondige audit plaatsvindt en hoop dat het een positief effect heeft op de werkdruk. (…)
2.9.
Aansluitend aan het gesprek met [vertegenwoordiger 1] en [vertegenwoordiger 2] hebben [director] HR director Swissport en [manager] , HR manager Swissport, met [verzoeker] gesproken. Tijdens dit gesprek is aan [verzoeker] meegedeeld dat hij werd geschorst in verband met onregelmatigheden die zijn geconstateerd in het T&A-systeem die tot hem te herleiden zijn, wat gevolgen kan hebben voor zijn dienstverband met Swissport.
2.10.
Op 1 november 2022 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief (van zeven bladzijden) van die datum staat onder meer:
‘(…) De dringende reden(en) voor het ontslag op staande voet houden -in hoofdlijnen zonder naar volledigheid te streven- in:
  • het veelvuldig doorvoeren van handmatige mutaties in het T&A systeem van Swissport;
  • het zonder aanwijsbare reden doorvoeren van handmatige mutaties in het T&A systeem van Swissport;
  • het veelvuldig niet volgen van de verplichte ‘no clock procedure’;
  • het valideren en toekennen van arbeidsuren aan werknemers van de afdeling Ramp, zonder dat hier arbeid van de werknemer tegenover stond;
  • het bewust onjuiste gegevens invoeren in het T&A systeem van Swissport;
  • het (structureel) benadelen van Swissport doordat een groot aantal (honderden) arbeidsuren aan diverse werknemers zijn toegekend en uitbetaald (in geld dan wel tijd-voor-tijd) zonder dat werknemers op deze uren arbeid hebben verricht. In diverse gevallen is boven het uurloon ook een toeslag uitgekeerd (weekend, overwerk);
  • het (structureel) bevoordelen van werknemers van Swissport door het doorvoeren van handmatige mutaties in het T&A systeem van Swissport, waarbij arbeidsuren zijn toegekend en uitbetaald (in geld dan wel tijd-voor-tijd) aan de werknemer zonder dat hier arbeid van de werknemer tegenover stond;
  • het (structureel) bevoordelen van specifieke (groepen) werknemers waar u leiding aan geeft, waaronder werknemers waarmee u een familieband en/of vriendschappelijke band heeft;
  • het opdracht geven aan werknemers van Swissport om niet in- of uit te klokken, terwijl in- en uitklokken verplicht is;
  • het op 28 oktober 2022 trachten uzelf toegang te verschaffen tot het terrein en/of de gebouwen van Swissport, terwijl Swissport u nadrukkelijk heeft verzocht dit na te laten tijdens uw schorsing. Het was u derhalve verboden u op de terreinen en/of gebouwen van Swissport te begeven. Desalniettemin heeft u toch geprobeerd toegang te krijgen;
  • het beschuldigen van uw leidinggevende van het op de hoogte zijn van (…) ‘alle overtredingen die bewust worden gemaakt’ terwijl dit door uw leidinggevende wordt weersproken;
  • het intimideren van (voormalig) werknemers van Swissport. (…)

3.Het (gewijzigde) verzoek (na intrekking van het primaire verzoek)

3.1.
[verzoeker] heeft ter zitting zijn primaire verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet ingetrokken en verzoekt de kantonrechter – samengevat – om aan hem een billijke vergoeding, de transitievergoeding en de vergoeding wegens onregelmatige opzegging toe te kennen, althans in ieder geval de transitievergoeding. Dit met veroordeling van Swissport tot een deugdelijke eindafrekening met overlegging van deugdelijke specificaties, op straffe van een dwangsom, en tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten en de proces- en nakosten.
3.2.
Aan dit verzoek legt [verzoeker] ten grondslag – kort weergegeven – dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat het niet onverwijld is gegeven, een dringende ontbreekt en geen rekening is gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] .
4. Het verweer en het tegenverzoek (na intrekking van het voorwaardelijk ontbindingsverzoek)
4.1.
Swissport verweert zich tegen het verzoek en verzoekt de kantonrechter om de verzoeken van [verzoeker] af te wijzen, met veroordeling van [verzoeker] in de proceskosten. Swissport voert daartoe – kort weergegeven – aan dat het ontslag op staande voet wel rechtsgeldig is gegeven.
4.2.
Swissport verzoekt de kantonrechter om [verzoeker] te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 BW. Hieraan legt Swissport – kort weergegeven – ten grondslag dat [verzoeker] met opzet een dringende reden voor ontslag heeft veroorzaakt.
4.3.
Op de stellingen van partijen zal, voor zover van belang, hierna onder de beoordeling nader worden ingegaan.

5.De beoordeling

het verzoek
5.1.
Het gaat in deze zaak om de vraag of aan [verzoeker] een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging moet worden toegekend. Ter beantwoording ligt de vraag voor of het ontslag op staande voet rechtsgeldig is gegeven. Volgens artikel 7:677 lid 1 BW moet een ontslag op staande voet onverwijld worden gegeven, met gelijktijdige mededeling van de dringende reden voor dat ontslag. Naar het oordeel van de kantonrechter voldoet het ontslag in deze zaak wel aan de onverwijldheidseisen, maar ontbreekt een dringende reden. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt.
De onverwijldheid
5.2.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat het onderzoeksrapport van 26 oktober 2022 de basis is geweest voor het ontslag op staande voet. [verzoeker] stelt dat Swissport vervolgens niet voortvarend heeft gehandeld door hem pas op 1 november 2022 op staande voet te ontslaan, zodat het ontslag niet onverwijld is gegeven. Swissport voert aan wel voldoende voortvarend te hebben gehandeld, zodat aan de onverwijdheideis is voldaan. De kantonrechter overweegt hierover als volgt.
5.3.
De onverwijldheidseis van artikel 7:677 lid 1 BW brengt niet mee dat de werkgever terstond na de ontdekking van de dringende reden tot het geven van het ontslag op staande voet moet overgaan. De werkgever mag een redelijke periode in acht nemen voor het verrichten van onderzoek naar de dringende reden en/of het inwinnen van juridisch advies (HR 4 november 1983, NJ 1984/187). Gelet op de verstrekkende gevolgen van het ontslag op staande voet voor de werknemer getuigt dit zelfs van zorgvuldigheid. Wel moet de werkgever aantonen dat deze dagen daadwerkelijk voor het verrichten van onderzoek zijn aangewend. Aan de onverwijldheidseis wordt voldaan als het onderzoek niet meer tijd in beslag neemt dan noodzakelijk is en de werkgever direct overgaat tot het ontslag op staande voet, nadat het onderzoek is afgerond.
5.4.
In dat kader voert Swissport aan dat zij het onderzoeksrapport op 27 oktober 2022 eerst heeft bestudeerd. Vervolgens heeft zij op 28 oktober 2022 gesprekken gevoerd met [verzoeker] en de overige betrokken werknemers. In het gesprek met [verzoeker] zag Swissport aanleiding om [verzoeker] te schorsen, zodat de geconstateerde feiten nader onderzocht konden worden. In dat kader heeft Swissport op 31 oktober 2022 nog met de leidinggevende van [verzoeker] , ( [leidinggevende] ) [leidinggevende] (hierna: [leidinggevende] ) gesproken, zijn de afgelegde verklaringen getoetst aan het onderzoeksrapport en heeft zij juridisch advies ingewonnen. Op 1 november 2022 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. Hiermee heeft Swissport naar het oordeel van de kantonrechter aangetoond dat zij voldoende zorgvuldig en voortvarend heeft gehandeld nadat de resultaten van het onderzoeksrapport bij haar bekend werden. Hetgeen Swissport na 26 oktober 2022 nog heeft gedaan rechtvaardigt dat het ontslag op staande voet uiteindelijk op 1 november 2022 heeft plaatsgevonden. Het ontslag is daarom onverwijld verleend.
Dringende reden
5.5.
Als dringende reden in de zin van artikel 7:677 lid 1 BW worden op grond van het bepaalde in artikel 7:678 lid 1 BW beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die tot gevolg hebben dat van de werkgever redelijkerwijs niet verlangd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de beoordeling van de vraag of van een dringende reden sprake is, moeten alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking worden genomen. Daarbij behoren in de eerste plaats te worden betrokken de aard en ernst van hetgeen de werkgever als dringende reden aanmerkt, en verder onder meer de aard en duur van de dienstbetrekking, de wijze waarop de werknemer deze heeft vervuld, alsmede de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals de leeftijd en de gevolgen die een ontslag op staande voet zou hebben.
5.6.
In de ontslagbrief van 1 november 2022 heeft Swissport twaalf redenen voor het ontslag op staande voet opgesomd (zie onder 2.10). Deze vormen volgens Swissport ‘
ieder voor zich, dan wel meerdere, tezamen al dan niet in onderling verband beschouwd, een of meerdere dringende redenen voor ontslag’. Samengevat bestaan deze redenen uit:
(1) de geconstateerde onregelmatigheden in het T&A-systeem, bestaande uit de door [verzoeker] doorgevoerde handmatige mutaties waarmee [verzoeker] volgens Swissport bepaalde werknemers (waarmee hij een vriendschappelijk of familiaire band heeft) bevoordeeld heeft ten koste van Swissport, doordat die werknemers uren uitbetaald hebben gekregen waar geen arbeid tegenover stond;
(2) het zichzelf op 28 oktober 2022 proberen toegang te verschaffen tot het terrein en/of de gebouwen van Swissport, terwijl [verzoeker] uitdrukkelijk was verzocht dit niet te doen tijdens de schorsing;
(3) het onterecht beschuldigen van zijn leidinggevende van het op de hoogte zijn van de overtredingen die bewust worden gemaakt;
(4) het intimideren van (voormalig) werknemers van Swissport.
Onregelmatigheden in het T&A-systeem
5.7.
Uit de standpunten van partijen begrijpt de kantonrechter dat de kern van de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen ziet op de geconstateerde onregelmatigheden in het T&A-systeem. De kantonrechter is van oordeel dat de negen van de twaalf redenen die in dat kader in de ontslagbrief zijn opgesomd zowel ieder voor zich, als in onderling verband beschouwd, geen dringende reden(en) voor ontslag op staande voet vormen. Daartoe overweegt de kantonrechter als volgt.
5.8.
[verzoeker] betwist niet dat hij veelvuldig handmatige mutaties in het T&A-systeem heeft doorgevoerd, maar volgens hem was dat noodzakelijk om de urenadministratie kloppend te maken. In het T&A-systeem kunnen werknemers worden ingeroosterd op een dagdienst (6:00u – 16:30u), een avonddienst (13:00u – 23:30u) of een roostervrije dag. De werktijden van de werknemers op de afdelingen Ramp en, in mindere mate, Transport zijn in de praktijk echter regelmatig anders, omdat deze afhankelijk zijn van (onder meer) de aankomst- en vertrektijden van vliegtuigen. De werkzaamheden zijn dynamisch, (fysiek) zwaar en zeer onregelmatig. De werkdruk is hoog, net als het ziekteverzuim. Er is al jarenlang een personeelstekort. Vertragingen van vliegtuigen moeten zoveel mogelijk voorkomen worden. Daarom wordt van de werknemers veel flexibiliteit gevergd: overwerken, later of eerder komen voor een dienst en op vrije dagen komen werken. Om, bijvoorbeeld, de Arbeidstijdenwet in het systeem niet te overschrijden en om werknemers te compenseren als zij op vrije dagen komen werken, moest [verzoeker] de uren vaak, op een creatieve manier, handmatig in het T&A-systeem aanpassen. Daardoor zijn er ook uren geregistreerd op dagen dat werknemers niet hebben gewerkt. Dit heeft [verzoeker] gedaan met medeweten van zijn leidinggevende [leidinggevende] , die altijd tegen [verzoeker] zei ‘
fix it!’. Als [verzoeker] , eens in de zoveel weken, de urenregistratie deed en daarbij constateerde dat werknemers niet hadden in- en/of uitgeklokt, nam hij contact met ze op en gaven zij aan [verzoeker] de gewerkte uren door. Die uren voerde [verzoeker] in het systeem in. [verzoeker] kon dit niet controleren, zodat hij dit deed op basis van vertrouwen. Hiermee heeft [verzoeker] mogelijk niet de juiste procedure(s) gevolgd, maar hij heeft nooit bewust onjuiste gegevens ingevoerd in het T&A-systeem ter bevoordeling van (bepaalde groepen) werknemers. Aldus [verzoeker] .
5.9.
Swissport erkent dat de werkdruk op de afdelingen waaraan [verzoeker] leidinggaf hoog is, het werk en de werkomstandigheden zwaar, dat veel flexibiliteit van medewerkers wordt verwacht en dat de werktijden van de werknemers in de praktijk regelmatig anders zijn dan de roostertijden in het T&A-systeem, maar dat maakt voor de registratie van de daadwerkelijk gewerkte uren volgens Swissport niet uit. Die uren worden namelijk vastgesteld aan de hand van de kloktijden van de werknemers, die automatisch in het T&A-systeem worden geladen. Werknemers van Swissport zijn daarom verplicht om bij aanvang van hun werkzaamheden in te klokken en aan het eind van hun dienst weer uit te klokken. De afdelingsmanagers moeten die uren valideren. Aan de hand van die gegevens wordt ook bepaald of er een onregelmatigheidstoeslag moet worden uitbetaald. De werknemers ontvangen maandelijks een overzicht van de gewerkte uren, waarop de gewerkte diensten, de kloktijden en gegevens met betrekking tot onregelmatigheid staan. Er verschijnt een melding in het T&A-systeem als een medewerker niet heeft in- en/of uitgeklokt. De manager moet dan de ‘no clock procedure’ volgen: er moet gecontroleerd worden of de werknemer er wel geweest is en zo ja, dan moet handmatig de ontbrekende kloktijd ingevuld worden. Uit het T&A-onderzoek is naar voren gekomen dat [verzoeker] veelvuldig uren handmatig heeft ingevuld in het T&A-systeem die aantoonbaar niet corresponderen met de uren waarop werknemers aanwezig waren bij Swissport. Dat heeft erin geresulteerd dat er significant meer arbeidsuren zijn uitbetaald dan er daadwerkelijk zijn gewerkt (ruim 700 in de onderzoeksperiode). Dit is gecontroleerd door de handmatig ingevoerde tijden te vergelijken met de loggegevens van de Swissport-toegangspas en/of CCTV-beeldmateriaal. Op die manier kan immers worden vastgesteld op welke tijdstippen werknemers daadwerkelijk aanwezig waren. Aldus het standpunt van Swissport.
5.10.
De kantonrechter overweegt als volgt. Vaststaat dat het werk en de werkomstandig- heden op de afdelingen waaraan [verzoeker] leiding gaf zwaar, onregelmatig en onvoorspelbaar zijn, dat er een hoog ziekteverzuim is en dat er regelmatig personeelstekorten zijn. Vaststaat ook dat [verzoeker] zeer betrokken was bij Swissport en dat [verzoeker] steeds alles in het werk heeft gesteld om het rooster rond te krijgen en de vliegtuigen (die vrijwel nooit volgens schema aankwamen en vertrokken) tijdig te lossen en te laden. [verzoeker] heeft met de beperkte middelen die hem ter beschikking stonden de opdracht van zijn leidinggevende [leidinggevende] ‘fix it’ in operationele zin goed uitgevoerd. Administratief heeft [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter ‘steken met een hoofdletter S’ laten vallen. Zo staat vast dat [verzoeker] regelmatig handmatige mutaties in het T&A-systeem heeft doorgevoerd, waarbij hij de ‘no clock procedure’ niet heeft gevolgd, hetgeen er (volgens de onderzoeksresultaten) in heeft geresulteerd dat (bepaalde groepen) werknemers meer uren uitbetaald hebben gekregen dan zij daadwerkelijk hebben gewerkt. [verzoeker] erkent ook dat hij meerdere keren meer uren in het registratiesysteem heeft opgeschreven dan medewerkers hebben gewerkt. [verzoeker] heeft dat gedaan om ‘
het rooster rond te krijgen’ omdat de vliegtuigen geladen en gelost moesten worden en ‘
medewerkers niet voor een paar uurtjes naar Schiphol’ komen, zeker niet op hun roostervrije dag. Niet vast is komen te staan dat [verzoeker] zelf financieel voordeel heeft genoten. De kantonrechter begrijpt dat Swissport, mede onder druk van de door het hoofdkantoor van Swissport aangekondigde audit, naar aanleiding van de uitkomst van het T&A-onderzoek actie moest ondernemen, maar het ontslag op staande voet van [verzoeker] was naar het oordeel van de kantonrechter niet de juiste reactie op de onderzoeksresultaten. Dat licht de kantonrechter als volgt toe.
5.11.
[verzoeker] is als loodsmedewerker bij Swissport begonnen en werkte sinds 2006 als platformmedewerker. Hij heeft zichzelf opgewerkt tot leidinggevende van de afdelingen Ramp en Transport; daar is hij als het ware ingerold. [verzoeker] moest ervoor zorgen dat er op ieder moment voldoende mensen waren om de vliegtuigen te laden en te lossen. Op enig moment is door Swissport besloten dat de urenregistratie van de afdelingen door de leidinggevenden moest worden gedaan in plaats van door de HR-medewerkers. Zodoende moest [verzoeker] de urenregistratie
erbijgaan doen voor de afdelingen Ramp en Transport, naast zijn (onweersproken) zeer drukke en zware werkzaamheden als platformmedewerker en zijn leidinggevende taken. Hij had met dergelijke werkzaamheden geen ervaring. Gelet op de (geringe) opleiding en achtergrond (Nederlands is niet de moedertaal) van [verzoeker] was [verzoeker] naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende toegerust om ook deze taak er nog bij te doen. Met deze taak werd [verzoeker] als het ware (ook) financieel verantwoordelijk. Op basis van de urenregistratie wordt immers de hoogte van de salarissen van de medewerkers bepaald.
5.12.
Het is de keuze van Swissport geweest om de urenregistratie lager in de organisatie te beleggen. Dat staat haar uiteraard vrij, maar Swissport had zich moeten bedenken of deze taak überhaupt bij [verzoeker] (die als een soort van meewerkend voorman al zwaar belast was), terecht had moeten komen. Omdat Swissport ervoor heeft gekozen [verzoeker] met deze taak te belasten, rustte op haar daarmee de verantwoordelijkheid om [verzoeker] goed te instrueren en te ondersteunen. Daaronder moet uitdrukkelijk worden begrepen dat [verzoeker] ook de tijd vrij kon maken om serieus aandacht te besteden aan de urenregistratie en niet dat hij, zoals hij onweersproken heeft verklaard, eens in de paar weken ‘
dat er even tussendoor deed’. Dat [verzoeker] hiervoor trainingen heeft gehad, zoals Swissport heeft aangevoerd, is gelet op de grote financiële belangen die samenhangen met de taak die [verzoeker] ‘erbij ging doen’ onvoldoende. Swissport had [verzoeker] niet alleen moeten instrueren, maar had hem in zijn nieuwe urenregistratie-taak moeten begeleiden, (laten) controleren en zo nodig moeten bijsturen. Dat heeft Swissport nagelaten. Dat Swissport pas door het onderzoeksrapport op de hoogte raakte van de ‘
misstanden’, komt dan ook voor haar risico. Kennelijk heeft Swissport haar interne compliance onvoldoende op orde. Om nu met de vinger te wijzen naar [verzoeker] en hem te slachtofferen door aan het ontslag op staande voet (mede) ten grondslag te leggen dat [verzoeker] – kort gezegd – niet op de juiste manier is omgegaan met de urenregistratie (heeft gefraudeerd), waardoor Swissport financiële schade heeft geleden, is naar het oordeel van de kantonrechter niet terecht.
5.13.
[verzoeker] heeft er nog op gewezen dat al zijn handelingen in opdracht van zijn leidinggevende [leidinggevende] , althans in ieder geval met medeweten van [leidinggevende] , hebben plaatsgevonden. [leidinggevende] , die niet op de zitting aanwezig was, heeft zijn wetenschap in alle toonaarden afgewezen. Wat hier ook van zij: ook als [leidinggevende] niet op de hoogte zou zijn geweest van het handelen van [verzoeker] , leidt dat niet tot een ander oordeel.
5.14.
Ook voor wat betreft de procedure verdient de werkwijze van Swissport geen schoonheidsprijs. Swissport had de onderzoeksresultaten van het T&A-onderzoek eerst met [leidinggevende] , als leidinggevende van [verzoeker] , moeten bespreken. [leidinggevende] had vervolgens met [verzoeker] moeten bespreken hoe hij omging met de urenregistratie. Als uit dat gesprek was gebleken dat [verzoeker] , in de ogen van Swissport, niet op de juiste manier omging met de urenregistratie, had Swissport [verzoeker] daarop kunnen aanspreken en (eventueel) een maatregel kunnen nemen. Zij had [verzoeker] bijvoorbeeld een officiële waarschuwing kunnen geven en/of in dat kader een begeleidings- en/of verbetertraject kunnen aanbieden. In plaats daarvan is [verzoeker] , uit het niets, op 28 oktober 2022 uitgenodigd voor een gesprek waarvan hij niet wist waarover dat zou gaan en met wie hij dat gesprek zou hebben. [vertegenwoordiger 1] en [vertegenwoordiger 2] hebben volgens [verzoeker] aan het begin van het gesprek niet verteld dat zij medewerkers van Tungsten Security en Bedrijfsrecherche Nederland waren. Zij hebben [verzoeker] een verklaring laten ondertekenen en zij hebben [verzoeker] beschuldigd van urenfraude, dit terwijl [verzoeker] tijdens dit gesprek verklaarde dat hij altijd heeft gedacht dat het goed ging met de urenregistratie en dat hij daar altijd zijn best voor heeft gedaan.
5.15.
Dat [verzoeker] (kort gezegd)
bewustonjuiste gegevens heeft ingevoerd ter bevoordeling van (specifieke groepen) werknemers acht de kantonrechter daarbij – tegenover het gemotiveerde verweer van [verzoeker] op dit punt – onvoldoende aangetoond. Dat dit, zoals Swissport stelt, zou (kunnen) blijken uit het vergelijken van de camerabeelden met de Schipholpas- en klokgegevens van de werknemers, volgt de kantonrechter niet. Die gegevens zeggen namelijk alleen iets over de, al dan niet onjuiste, urengegevens van die werknemers. Deze gegevens tonen niet aan dat [verzoeker]
bewustonjuiste gegevens heeft ingevoerd om bepaalde groepen (niet-Nederlandse) werknemers te bevoordelen. Het kan zo zijn dat werknemers mogelijk bewust niet in- en/of uitklokten met het doel om te frauderen, maar dat betekent niet automatisch dat [verzoeker] daarmee
bewustonjuiste gegevens heeft ingevoerd. Het kan [verzoeker] worden verweten dat hij de betreffende werknemers onvoldoende heeft aangesproken op het niet in- en/of uitklokken en ook dat [verzoeker] wellicht naïef is geweest door de werknemers te vertrouwen op het doorgeven van de juiste uren, maar dit levert geen dringende reden voor ontslag op staande voet op.
5.16.
Daarbij komt dat naar het oordeel van de kantonrechter uit de verklaring die [verzoeker] tijdens het gesprek met [vertegenwoordiger 1] en van [vertegenwoordiger 2] op 28 oktober 2022 heeft afgelegd (zie onder 2.8) niet het door Swissport gestelde bewuste handelingen van [verzoeker] blijkt. Het is niet aannemelijk te achten dat een werknemer die de bedoeling had om werknemers bewust te bevoordelen ten koste van Swissport, een dergelijke verklaring zou hebben afgelegd. Daarbij komt dat [verzoeker] tijdens dit gesprek (kennelijk) zelfs nog in de veronderstelling verkeerde dat de aangekondigde audit zag op een onderzoek naar de werkdruk (en de overschrijding van de Arbeidstijdenwet). Zo verklaart [verzoeker] aan het einde van het gesprek dat hij blij is dat er een audit plaatsvindt. Dat is ook begrijpelijk, omdat [verzoeker] al vaak had aangegeven dat het te gek werd met de werkdruk, terwijl verbetering uitbleef. Uit deze verklaring blijkt naar het oordeel van de kantonrechter dat [verzoeker] zich van geen kwaad bewust was.
5.17.
Zowel [verzoeker] als Swissport hebben ter onderbouwing van hun standpunten in dit kader diverse verklaringen overgelegd. Omdat deze afkomstig zijn van (ex)werknemers van Swissport, moeten deze naar het oordeel van de kantonrechter met een grote mate van terughoudendheid worden bekeken. Daarbij komt dat deze verklaringen naar het oordeel van de kantonrechter geen ander licht werpen op hetgeen hiervoor is geoordeeld, zodat hieraan voorbij wordt gegaan.
5.18.
De conclusie is dat (kort gezegd) de geconstateerde onregelmatigheden in het T&A-systeem, gelet op alle omstandigheden van dit geval, geen dringende reden voor ontslag op staande voet opleveren. Hoewel dit door Swissport is aangeboden, wordt verder in haar stellingname in deze onvoldoende aanleiding gezien tot nadere bewijslevering.
Intimideren van (ex)werknemers van Swissport
5.19.
Aan het ontslag op staande voet ligt ook als reden het door [verzoeker] intimideren van (ex)werknemers van Swissport ten grondslag. [verzoeker] betwist dat hiervan sprake is geweest. Hij erkent dat hij een sterke en autoritaire persoonlijkheid heeft, en noemt zichzelf ‘
streng, maar rechtvaardig’. [verzoeker] is hierop nooit aangesproken; zijn beoordelingen waren altijd uitstekend.
5.20.
Swissport heeft ter onderbouwing van dit standpunt op 19 januari 2023 als aanvullende producties vier schriftelijke verklaringen van (ex)werknemers overgelegd, waarvan er drie anoniem zijn afgelegd en één door [getuige] . Aan de inhoud van de laatstgenoemde verklaring hecht de kantonrechter in ieder geval weinig waarde, omdat het onzeker is in hoeverre van de juistheid van die verklaring kan worden uitgegaan. Diezelfde [getuige] heeft immers bij e-mail van 23 januari 2023 verklaard het niet eens te zijn met de eerder opgestelde verklaring, ondanks dat hij die heeft ondertekend.
5.21.
In de anonieme verklaringen staat over [verzoeker] onder meer: ‘
Dictator van de afdeling’, ‘
Als je niet past in het team wordt afgestevend op ontslag op eigen verzoek dan wel gedwongen. Op de afdeling loopt iedereen op zijn tenen’, ‘
De koning van Swissport die de werkvloer aanstuurt met harde hand, korte opdrachten en schijnbare willekeur en voorkeur’, ‘
Hij schreeuwt vrijwel de hele dag tegen zijn medewerkers dat ze aan het werk moeten en communiceert respectloos’, ‘
een strenge (bijna meedogenloos) manager die alles in het werk stelt om het werk gedaan te krijgen en de klant te bedienen, ten koste van de omstandigheden van de werknemers’. Deze verklaringen liegen er niet om. Swissport had [verzoeker] , die altijd uitstekende beoordelingen heeft gehad, eerst met de inhoud van deze verklaringen moeten confronteren. Eventueel had Swissport maatregelen kunnen nemen. Zij had bijvoorbeeld met de betreffende (ex)werknemers en [verzoeker] in gesprek kunnen gaan en/of [verzoeker] een gedragstraining laten volgen en/of een officiële waarschuwing kunnen geven. In plaats daarvan is deze informatie, zo begrijpt de kantonrechter, gebruikt als (extra) dringende reden voor het ontslag op staande voet. Dat vindt de kantonrechter niet terecht.
De overige redenen
5.22.
De overige in de ontslagbrief genoemde redenen, te weten (i) het zichzelf op 28 oktober 2022 toegang verschaffen tot het terrein en/of de gebouwen van Swissport en (ii) het beschuldigen van zijn leidinggevende van het op de hoogte zijn van alle overtredingen die worden gemaakt, zijn naar het oordeel van de kantonrechter zowel op zichzelf, als in onderling verband beschouwd, niet van zodanige aard dat deze een ontslag op staande voet rechtvaardigen.
Persoonlijke omstandigheden
5.23.
Daarbij komt dat Swissport bij haar keuze voor de als ultimum remedium geldende maatregel van ontslag op staande voet naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende rekening heeft gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] ; een werknemer van 58 jaar met hartproblemen, die zich jarenlang met hart en ziel heeft ingezet voor Swissport en die altijd uitstekende beoordelingen ontving. Mede daarom valt niet in te zien waarom Swissport niet anders is omgegaan met de onderzoeksresultaten van het T&A-onderzoek en de verklaringen van de (ex)werknemers, zoals hiervoor ook al is geoordeeld.
5.24.
De conclusie is dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is, omdat een dringende reden ontbreekt. Het verzoek van [verzoeker] om toekenning van een billijke vergoeding zal dan ook worden toegewezen ex artikel 7:681 lid 1 BW. Daarbij wordt opgemerkt dat het geven van een ongeldig ontslag op staande voet als ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever moet worden aangemerkt (zie:
Kamerstukken I, 2013-2014, 33 818, nr. C, pag. 99 en 113).
De billijke vergoeding
5.25.
Voor het vaststellen van de hoogte van de toe te kennen billijke vergoeding zijn in de rechtspraak uitgangspunten geformuleerd (zie de uitspraak van de Hoge Raad van 30 juni 2017, gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, onder nummer ECLI:NL:HR:2017:1187 (
New Hairstyle)). De kantonrechter moet bij het bepalen van de billijke vergoeding rekening houden met alle (uitzonderlijke) omstandigheden van het geval en die vergoeding moet daarbij aansluiten. Ook met de gevolgen van het ontslag kan rekening worden gehouden, voor zover die gevolgen zijn toe te rekenen aan het verwijt dat de werkgever kan worden gemaakt. Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
5.26.
De kantonrechter zal een billijke vergoeding toekennen van € 70.000,00 bruto. Daarbij is het volgende in aanmerking genomen.
5.27.
De kantonrechter is van oordeel dat bij het vaststellen van de hoogte van de billijke vergoeding in dit geval veel gewicht toekomt aan de omstandigheid dat Swissport buiten proportioneel heeft gereageerd op de hele situatie. Zij is zonder omhaal op zoek gegaan naar een zondebok, zonder daarbij voldoende rekening te houden met de persoonlijke omstandig- heden van [verzoeker] en de omstandigheden waaronder [verzoeker] zijn werk moest doen. De kantonrechter kan zich voorstellen dat als Swissport [verzoeker] niet op staande voet had ontslagen, zij waarschijnlijk een begeleidings- en/of verbeteringstraject met [verzoeker] was gestart op grond van hetgeen hiervoor is geoordeeld. De kantonrechter acht zes maanden een redelijke termijn voor een dergelijk traject (dus tot en met april 2023). Als [verzoeker] zich binnen die periode niet zou hebben verbeterd, zou Swissport mogelijk een ontbindings- verzoek bij de kantonrechter hebben ingediend. Er vanuit gaande dat de mondelinge behandeling daarvan in mei 2023 zou plaatsvinden en de ontbindingsbeschikking in juni 2023 zou worden uitgesproken, zou de arbeidsovereenkomst in ieder geval niet eerder dan per 1 oktober 2023 zijn ontbonden (rekening houdend met de opzegtermijn minus de proceduretijd).
5.28.
Naar het oordeel van de kantonrechter is het verder, mede gelet op huidige krapte op de arbeidsmarkt, niet onaannemelijk dat [verzoeker] (ondanks zijn leeftijd) voor zijn pensioengerechtelijke leeftijd nog ander werk zal vinden. [verzoeker] heeft immers veel werkervaring in de vrachtafhandelingsbranche, waar momenteel vacatures in overvloed zijn. Of [verzoeker] echter, gelet op zijn leeftijd, gezondheid en gebrek aan opleiding een baan zal vinden met een vergelijkbaar salaris als bij Swissport, is maar de vraag.
5.29.
Verder ziet de kantonrechter in de omstandigheden van dit specifieke geval aanleiding om rekening te houden met het (aanvullende) verzoek van [verzoeker] om de door hem daadwerkelijk gemaakte proceskosten in de hoogte van billijke vergoeding te verdisconteren. In dit geval is immers sprake van een direct verband tussen het ernstig verwijtbaar handelen van Swissport dat heeft geleid tot het einde van de arbeidsovereenkomst en de door [verzoeker] gemaakte advocaatkosten. De advocaat van [verzoeker] begroot deze kosten tussen de € 18.952,98 - € 20.952,98 (afhankelijk van de kosten voor de mondelinge behandeling).
5.30.
Gezien het voorgaande acht de kantonrechter het redelijk om aan [verzoeker] een billijke vergoeding van € 70.000,00 bruto toe te kennen (ruim een jaarsalaris en een deel van de daadwerkelijk door [verzoeker] gemaakte advocaatkosten). De kantonrechter meent dat [verzoeker] hiermee in voldoende mate wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen van Swissport. De kantonrechter ziet geen aanleiding om de overige vergoedingen, waarover hieronder een oordeel wordt gegeven, op de hoogte van billijke vergoeding in mindering te brengen. Deze vergoedingen worden niet geacht in de billijke vergoeding te zijn verdisconteerd.
5.31.
De verzochte wettelijke rente over de billijke vergoeding zal worden toegewezen vanaf veertien dagen na dagtekening van deze uitspraak, omdat het hier gaat om een constitutieve beslissing en de kantonrechter een betalingstermijn van veertien dagen redelijk acht, zodat in die zin zal worden beslist.
Vergoeding wegens onregelmatige opzegging
5.32.
De verzochte vergoeding wegens onregelmatige opzegging zal worden toegewezen, omdat is opgezegd tegen een eerdere dag dan die tussen partijen geldt. De vergoeding is gelijk aan het bedrag van het loon over de opzegtermijn. Als niet weersproken staat vast dat dit een bedrag van € 24.567,85 bruto betreft, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. De verzochte wettelijke rente over deze vergoeding wordt toegewezen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 1 november 2022.
Transitievergoeding
5.33.
Het verzoek om Swissport te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding wordt ook toegewezen. De kantonrechter heeft hiervoor geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, omdat daarvoor geen dringende reden aanwezig was. Een dringende reden valt niet zonder meer samen met ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van een werknemer. Maar bij gebreke van een dringende reden en gelet op de hiervoor vastgestelde feiten en omstandigheden is er naar het oordeel van de kantonrechter, anders dan Swissport aanvoert, geen grond om te oordelen dat het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [verzoeker] . Dat betekent dat Swissport op grond van artikel 7:673 lid 1 BW de transitievergoeding verschuldigd is en zal worden veroordeeld tot betaling van die vergoeding. Ten aanzien van de hoogte van de transitievergoeding oordeelt de kantonrechter als volgt.
5.34.
Tussen partijen is in geschil per welke datum [verzoeker] bij Swissport in dienst is getreden, hetgeen van invloed is op de hoogte van de transitievergoeding. [verzoeker] stelt dat hij in 1994 bij de rechtsvoorganger van Swissport (Avia Trading) in dienst is getreden. Swissport voert aan dat [verzoeker] per 1 september 2005 bij haar in dienst is getreden. Volgens Swissport is geen sprake geweest van opvolgend werkgeverschap, zodat de dienstjaren van [verzoeker] bij Avia Trading niet meetellen. Avia Trading is failliet gegaan en Swissport heeft geen personeel of activa van die vennootschap overgenomen, aldus Swissport. Ondanks dit gemotiveerde verweer van Swissport, heeft [verzoeker] zijn standpunt niet verder onderbouwd. Sterker nog, op de mondelinge behandeling heeft hij zelf ook de stelling ingenomen dat hij sinds 2005 voor Swissport werkt en heeft hij (diverse keren) benoemd dat hij 17 jaar bij Swissport heeft gewerkt. De kantonrechter gaat voor de berekening van de transitievergoeding daarom uit van 1 september 2005 als indiensttredingsdatum.
5.35.
De kantonrechter heeft de hoogte van de transitievergoeding berekend op een bedrag van € 28.803,47 bruto. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van 17 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1286 (Nayak Aircraft) is daarbij uitgegaan van een uitdiensttredings- datum van 1 april 2023. De verzochte wettelijke rente over de transitievergoeding zal worden toegewezen vanaf een maand na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, dus vanaf 1 december 2022.
Eindafrekening en specificaties
5.36.
Het voorgaande brengt met zich dat ook het verzoek van [verzoeker] om Swissport te veroordelen tot een deugdelijke eindafrekening onder overlegging van een deugdelijke specificatie, zal worden toegewezen. De kantonrechter zal Swissport veroordelen om deze stukken binnen twee maanden na de dagtekening van de beschikking aan [verzoeker] te verstrekken op straffe van een dwangsom ter hoogte van € 250,00 per dag voor iedere dag dat Swissport na deze twee maanden in gebreke zal blijven, met een maximum van € 10.000,00.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.37.
Het verzoek van [verzoeker] tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen, omdat hij niet heeft gesteld dat buitengerechtelijke werkzaamheden zijn verricht.
De proceskosten
5.38.
De proceskosten komen voor rekening van Swissport, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. Daarbij wordt Swissport ook veroordeeld tot betaling van € 132,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [verzoeker] worden gemaakt.
Het tegenverzoek
Gefixeerde schadevergoeding
5.39.
Het verzoek van Swissport om [verzoeker] veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 BW zal worden afgewezen. In het voorgaande is namelijk geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is verleend, zodat geen sprake kan zijn van het door [verzoeker] aan Swissport met opzet of schuld geven van een dringende reden om de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen.
5.40.
De proceskosten komen voor rekening van Swissport, omdat zij ongelijk krijgt.
5.41.
Omdat de overige stellingen van partijen (in zowel het verzoek als het tegenverzoek) niet tot een ander oordeel leiden, behoeven deze geen bespreking.

6.De beslissing

De kantonrechter:
het verzoek
6.1.
veroordeelt Swissport om aan [verzoeker] een billijke vergoeding te betalen van € 70.000,00 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 dagen na dagtekening van deze beschikking tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Swissport om aan [verzoeker] de vergoeding wegens onregelmatige opzegging te betalen van € 24.567,85 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 november 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.3.
veroordeelt Swissport om aan [verzoeker] de transitievergoeding te betalen van € 28.803,47 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 1 december 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.4.
veroordeelt Swissport om binnen twee maanden na dagtekening van deze beschikking aan [verzoeker] een eindafrekening te verstrekken, onder overlegging van een deugdelijke specificatie, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat Swissport na die twee maanden in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 10.000,00 is bereikt;
6.5.
veroordeelt Swissport tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 1.037,00, te weten:
griffierecht € 244,00
salaris gemachtigde € 793,00;
6.6.
veroordeelt Swissport tot betaling van € 132,00 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [verzoeker] worden gemaakt;
6.7.
wijst af het meer of anders verzochte;
6.8.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
het tegenverzoek
6.9.
wijst het verzoek af;
6.10.
veroordeelt Swissport tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van [verzoeker] tot en met vandaag vaststelt op € 793,00 aan salaris gemachtigde;
6.11.
verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gewezen door mr. W. Aardenburg, kantonrechter en op 1 maart 2023 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter