Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 10 januari 2023 in de zaak tussen
[naam] , wonende te [plaats] (eiser),
de heffingsambtenaar van Cocensus (verweerder).
Procesverloop
Overwegingen
De buurwoning heeft een vrijstaande garage die tegen de woning van eiser is aangebouwd.
Eiser klaagt erover dat verweerder in de uitspraak op bezwaar heeft geschreven dat bij de waardebepaling en controle een veel groter aantal verkopen is gebruikt dan de aan eiser gepresenteerde vergelijkingsobjecten. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich niet kan beroepen op gegevens die hij niet kenbaar heeft gemaakt. Verder was in de procedure die is gevoerd over het jaar 2020 onder andere aan de orde of de woning vergeleken kon worden met verkopen van vrijstaande woningen. In de matrix in de onderhavige zaak is de woning ook met vrijstaande woningen vergeleken. Uit toelichting van verweerder hierop blijkt dat de vrijstaande garage van de buurwoning tegen de woning van eiser aangebouwd is. Om die reden heeft verweerder de woning weliswaar aangemerkt als geschakelde woning, maar deze wel in de matrix vergeleken met vrijstaande woningen. De rechtbank vindt een vergelijking met de verkochte vrijstaande woningen, mede gelet op de in het dossier aanwezige foto’s en eisers eigen waardebepaling waarin de woning ook als vrijstaand is aangemerkt, op zich goed bruikbaar. Aangezien er geen bouwkundige verbinding is met een woongebouw van iemand anders, zoals bij een geschakelde of twee-onder-een-kap woning, heeft eisers woning veel kenmerken van een vrijstaande woning. Dan moet echter nog wel op een goede manier rekening worden gehouden met verschillen tussen de woningen. Dat zal de rechtbank nu gaan beoordelen.
Beslissing
R. van der Vecht, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 10 januari 2023.