ECLI:NL:RBNHO:2023:224
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen met betrekking tot onregelmatigheidstoeslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 13 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die langdurig ziek is geweest, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiser ontving een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (ib/pvv) voor het jaar 2020, waarbij hij een bedrag van € 1.055 moest betalen. Eiser had in 2020, na een periode van ziekte, weer 20 uur per week gewerkt in de beveiliging en ontving een onregelmatigheids(toeslag) op zijn salaris. De rechtbank moest beoordelen of deze toeslag tot het loon van eiser behoort.
Eiser stelde dat de onregelmatigheids(toeslag) niet tot zijn loon behoort en dat hij door deze toeslag in de schulden is gekomen. Hij had nooit schulden gehad, maar door het werken na zijn ziekte en de ontvangen toeslagen van de Belastingdienst/Toeslagen was hij in een financiële klem geraakt. De Belastingdienst stelde echter dat de toeslag wel degelijk tot het loon behoort en dat de aanslag correct was vastgesteld.
De rechtbank oordeelde dat de onregelmatigheids(toeslag) een vergoeding is voor het werk op onregelmatige tijdstippen en daarmee als loon moet worden aangemerkt. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij begrip toonde voor de vervelende situatie van eiser, maar geen wettelijke grondslag vond om de toeslag niet als loon te beschouwen. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.