ECLI:NL:RBNHO:2023:2246

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
311172
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing schadevergoeding na onrechtmatig gebruik van de tankpas van werkgever

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, vordert de eiseres, een transportonderneming, schadevergoeding van de gedaagde, een voormalig chauffeur, wegens onrechtmatig gebruik van een tankpas. De eiseres heeft de gedaagde op staande voet ontslagen na verdenking van misbruik van de tankpas, die bedoeld was voor het tanken van bedrijfswagens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde in de periode van 26 maart 2022 tot en met 12 juni 2022 met de tankpas van de eiseres ten minste 12.312 liter diesel heeft getankt voor privégebruik, wat resulteerde in een schade van € 24.333,25. Daarnaast vordert de eiseres de kosten van het onderzoek door een particulier recherchebureau, die zijn vastgesteld op € 7.012,43. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld en wijst de vordering van de eiseres toe, inclusief de beslagkosten en proceskosten. De totale schadevergoeding bedraagt € 31.345,68, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 augustus 2022.

Uitspraak

RECHTBANK Noord-Holland

Civiel recht
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: C/15/331172 / HA ZA 22-512
Vonnis van 15 maart 2023 (bij vervoeging)
in de zaak van
[eiseres],
te Schiphol,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres],
advocaat: mr. R. de Bondt te Hoofddorp,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. M. Raaijmakers te Hoofddorp.
De zaak in het kort
[gedaagde] werkte als chauffeur in loondienst bij [eiseres]. In elke bedrijfswagen van [eiseres] ligt een tankpas waarmee die auto tijdens de dienst bijgetankt kan worden. [eiseres] is [gedaagde] gaan verdenken van misbruik van tankpassen en heeft een recherchebureau ingeschakeld. Tijdens een observatie van [gedaagde] is te zien dat tijdens de tankbeurt niet alleen de bedrijfswagen wordt bijgetankt, maar met hetzelfde vulpistool ook drie personenwagens. [eiseres] ontslaat [gedaagde] de volgende dag vervolgens op staande voet. In deze procedure stelt [eiseres] dat [gedaagde] zich tegenover [eiseres] onrechtmatig heeft gedragen, en vordert [eiseres] hem te veroordelen tot schadevergoeding.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 25 januari 2023
- de mondelinge behandeling van 7 maart 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van de kant van [eiseres].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] drijft een transportonderneming. [gedaagde] is met ingang van 3 januari 2022 in dienst getreden bij [eiseres] in de functie van chauffeur. De bedrijfswagens van [eiseres] zijn elk voorzien van een unieke tankpas (gekoppeld aan het kenteken) waarmee de chauffeurs tijdens hun diensten op rekening van [eiseres] dieselbrandstof in de bedrijfswagens kunnen tanken. Verder zijn de bedrijfswagens voorzien van een boordcomputer waarmee gegevens als brandstofniveau en kilometrage continu worden bijgehouden. De betreffende gegevens worden opgeslagen. Elke chauffeur logt aan het begin van zijn dienst in door zijn chauffeurspas in de boordcomputer van de bedrijfswagen te stoppen. Pas dan kan de chauffeur gaan rijden.
2.2.
Op 7 juli 2022 heeft [eiseres] opdracht gegeven aan particulier recherchebureau [A.] om te onderzoeken of [gedaagde] gedurende zijn werkzaamheden misbruik maakte van de tankpas van [eiseres]. Op 20 juli 2022 hebben twee onderzoekers van [A.] geconstateerd dat [gedaagde] tijdens een tankbeurt met behulp van de tankpas van [eiseres] ook drie personenauto’s, niet zijnde in gebruik bij [eiseres], heeft voorzien van dieselbrandstof.
2.3.
Op 21 juli 2022 heeft [eiseres] aangifte van verduistering tegen [gedaagde] gedaan.
2.4.
[eiseres] heeft [gedaagde] op 21 juli 2022 ontslag op staande voet ontslagen wegens diefstal van brandstof. [gedaagde] heeft in het ontslag berust.
2.5
Op 5 augustus 2022 is aan [eiseres] verlof verleend conservatoir beslag te leggen onder derden ten laste van [gedaagde] .

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 31.345,68, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
[eiseres] legt aan de vordering ten grondslag dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld door ongeoorloofd gebruik te maken of derden gebruik te laten maken van de tankpas die [eiseres] hem had verstrekt. [eiseres] vordert [gedaagde] te veroordelen de schade te vergoeden die [eiseres] heeft geleden door het onrechtmatig handelen. Dit komt neer op een bedrag in hoofdsom van € 24.333,25, het bedrag waarvoor [gedaagde] in de periode 26 maart 2022 tot en met 12 juni 2022 illegaal in totaal 12.312 liter diesel met de tankpas van [eiseres] heeft getankt. Daarnaast vordert [eiseres] vergoeding van € 7.012,43 aan onderzoekskosten met betrekking tot het vaststellen van aansprakelijkheid, welk bedrag recherchebureau [A.] bij [eiseres] in rekening heeft gebracht voor haar onderzoek.
3.3.
[gedaagde] betwist dat hij tankpassen onrechtmatig heeft gebruikt. Volgens [gedaagde] worden bij [eiseres] de tankpassen op kantoor bewaard, en worden de passen door alle werknemers van [eiseres] gebruikt. Daardoor is niet duidelijk wie, wat, wanneer en hoeveel heeft getankt.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

het onrechtmatig handelen
4.1.
Tussen partijen staat vast dat de tankpassen van [eiseres] alleen bedoeld zijn voor gebruik ten behoeve van de bedrijfswagens van [eiseres]. [gedaagde] heeft niet weersproken dat iedere bedrijfswagen van [eiseres] is voorzien van een boordcomputer, waarop de dienstdoende chauffeur bij aanvang van een rit moet inloggen met zijn chauffeurspas. Ook heeft [gedaagde] niet betwist dat iedere boordcomputer van een bedrijfswagen het brandstofpeil van de auto en het aantal gereden kilometers registreert. [eiseres] heeft het werkrooster van [gedaagde] over de periode 26 maart 2022 tot en met 12 juni 2022 overgelegd, inclusief de kentekens van de bedrijfswagens waarin hij tijdens die diensten heeft gereden. [eiseres] heeft daarnaast een overzicht overgelegd over dezelfde periode, waarop de tanktransacties per tankpas behorende bij die bedrijfswagen zijn te zien, gerangschikt op datum, tijdstip, hoeveelheid getankte brandstof, met een aparte kolom waarin staat of een tankbeurt volgens de boordcomputer heeft geleid tot brandstoftoename in de tank van die auto en zo ja, hoeveel. Uit deze overzichten blijkt dat in de betreffende periode tijdens de diensten van [gedaagde] herhaaldelijk werd getankt met de tankpas die hoorde bij de bedrijfswagen waarin [gedaagde] met zijn chauffeurspas was ingelogd, zonder dat het brandstofpeil in de brandstoftank van die bedrijfswagen toenam. Op de foto’s die [A.] in het kader van het onderzoek hebben gemaakt is te zien dat bij één tankstop op 20 juli 2022 zich bij [gedaagde] – die ter zitting heeft erkend dat hij de persoon is die op de foto’s is te zien – drie verschillende personenauto’s – niet zijnde bedrijfsvoertuigen van [eiseres] – melden waarin tijdens dezelfde tankbeurt brandstof wordt getankt met hetzelfde vulpistool.
4.2
Tegenover dit alles heeft [gedaagde] zijn betwisting op geen enkele manier onderbouwd. Aan zijn bewijsaanbod niet nader genoemde getuigen, naast zichzelf, te horen wordt daarom voorbijgegaan. De rechtbank acht zijn betwisting in het licht van de door [eiseres] aangedragen bewijzen, inclusief de foto’s, bovendien ongeloofwaardig. Dat het wellicht een enkele keer gebeurt dat een chauffeur van de bedrijfswagen na zijn dienst de tankpas die bij die bedrijfswagen hoort per ongeluk naar huis meeneemt, en de opvolgend chauffeur dan een tijdelijke pas van het bedrijf meekrijgt, doet niet af aan het patroon dat naar voren komt uit de combinatie van het werkrooster van [gedaagde] , het gebruik van zijn chauffeurspas in de bedrijfswagen, de data van de boordcomputers, het gebruik van de brandstofpassen (het getankte aantal liters) en het gebrek aan een daarmee corresponderende toename van het brandstofniveau van de betreffende bedrijfswagens. Vast staat daarmee dat [gedaagde] toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld door tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden derden met behulp van de tankpas van [eiseres] ongeoorloofd grote hoeveelheden brandstof te verschaffen.
de schade
4.3
[gedaagde] heeft ook de met uitdraaien uit de computersystemen onderbouwde stelling van [eiseres] dat [gedaagde] op die manier in de periode 26 maart 2022 tot en met 12 juni 2022 tenminste 12.312 liter is getankt niet voldoende gemotiveerd betwist. De totale hoeveelheid onverklaarbaar getankte brandstof (dus zonder dat het brandstofpeil van de bedrijfswagen noemenswaardig toenam) bedraagt volgens het overzicht, door [eiseres] overgelegd als productie 5, in totaal 12.312 liter diesel. Omdat [gedaagde] evenmin heeft bestreden dat [eiseres] daardoor een schade heeft geleden van € 24.333,25, zal dit bedrag worden toegewezen.
kosten recherchebureau
4.4
[eiseres] vordert ook de kosten van het onderzoek door [A.], onderbouwd met facturen. Deze kosten zijn gemaakt ter vaststelling van de schade en aansprakelijkheid daarvoor. Omdat [gedaagde] de hoogte van het op dit punt gevorderde bedrag niet heeft bestreden, de verrichte werkzaamheden in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs noodzakelijk en de kosten naar hun omvang redelijk zijn, zal het gevorderde bedrag van € 7.012,43 worden toegewezen.
conclusie
4.5
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag zal worden toegewezen:
- hoofdsom
- kosten recherchebureau

24.333,25
7.012,43
totaal
31.345,68
beslagkosten
4.6
[eiseres] vordert [gedaagde] ook te veroordelen tot betaling van de beslagkosten. Deze vordering is gelet op het bepaalde in artikel 706 Rv toewijsbaar. De beslagkosten worden vastgesteld op € 294,20 voor kosten deurwaardersexploten, € 676,00 voor griffierecht en € 766,00 aan salaris advocaat, totaal € 1.736,20.
proceskosten
4.7
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
105,31
- griffierecht
2.161,00
- salaris advocaat
1.532,00
(2,00 punten × € 766,00)
Totaal
3.798,31
nakosten
4.8
[eiseres] heeft ook veroordeling van [gedaagde] gevorderd in de nakosten. Volgens vaste rechtspraak [1] levert een kostenveroordeling ook voor de nakosten een executoriale titel op. Een veroordeling tot betaling van de proceskosten omvat dus een veroordeling tot betaling van de nakosten (voor zover nakosten worden gemaakt). De rechtbank zal daarom de nakosten niet afzonderlijk in de proceskostenveroordeling vermelden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 31.345,68, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 16 augustus 2022, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de beslagkosten, tot op heden vastgesteld op € 1.736,20,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 3.693,00,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Wolfs en in het openbaar bij vervroeging uitgesproken op 15 maart 2023.

Voetnoten

1.HR 10 juni 2022, ECLI:NL:HR:2022:853