ECLI:NL:RBNHO:2023:2480

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 maart 2023
Publicatiedatum
20 maart 2023
Zaaknummer
9785825 \ CV EXPL 22-1935
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van achterstallige zorgkosten en eigen bijdrage in het kader van de Zorgverzekeringswet

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor betaling van achterstallige zorgkosten en eigen bijdrage. De vordering is ingesteld op 22 maart 2022, waarbij [gedaagde] op 4 mei 2022 mondeling heeft geantwoord en een advocaat heeft aangewezen. Zilveren Kruis heeft de vordering ingediend omdat [gedaagde] haar premies en eigen risico niet tijdig en volledig heeft betaald, wat heeft geleid tot een betalingsachterstand. Flanderijn Gerechtsdeurwaarders heeft de vordering ter incasso overgenomen en [gedaagde] is meerdere keren gesommeerd tot betaling.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] een betalingsachterstand heeft laten ontstaan en dat de betalingsregeling die eerder was getroffen, is komen te vervallen. Ondanks de argumenten van [gedaagde] over haar financiële situatie en medische klachten, heeft de kantonrechter geoordeeld dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om de betalingsverplichting te ontlopen. De kantonrechter heeft de vordering van Zilveren Kruis toegewezen en [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 1.645,49, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.

De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van zorgpremies en de gevolgen van het niet nakomen van deze verplichtingen. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de privacy van [gedaagde] niet is geschonden, aangezien Zilveren Kruis haar vordering moest onderbouwen met bewijsstukken. De proceskosten zijn voor rekening van [gedaagde], omdat zij ongelijk heeft gekregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 9785825 \ CV EXPL 22-1935
Uitspraakdatum: 22 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
ingevolge de fusie de rechtsopvolgster onder algemene titel van Agis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Leiden,
eiseres
verder te noemen: Zilveren Kruis
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. H. Temel.

1.Het procesverloop

1.1.
Zilveren Kruis heeft bij dagvaarding van 22 maart 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft op 4 mei 2022 mondeling geantwoord en daarbij aangegeven een advocaat te willen, waarna de zaak is aangehouden voor aanvullend antwoord. Op 29 juni 2022 heeft de gemachtigde namens [gedaagde] schriftelijk geantwoord.
1.2.
Zilveren Kruis heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.
1.3.
Vervolgens is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] heeft bij Zilveren Kruis een basisverzekering afgesloten in het kader van de Zorgverzekeringswet.
2.2.
[gedaagde] heeft de door haar verschuldigde premies voor de maanden februari 2018, januari 2019 en december 2021 alsmede de verschuldigd geworden bedragen voor eigen risico voor de periode 30 augustus 2017 tot en met 18 december 2021 niet, althans niet tijdig en volledig, betaald, waardoor een betalingsachterstand is ontstaan. Vanwege het uitblijven van (volledige) betaling heeft Zilveren Kruis haar vordering uit handen gegeven aan Flanderijn Gerechtsdeurwaarders (hierna: Flanderijn).
2.3.
Flanderijn heeft op 10 januari 2022 aan [gedaagde] de zogenoemde 14 dagen-brief gestuurd voor het op dat moment openstaande bedrag van € 1.372,77 (inclusief rente). Verder is in die brief aangekondigd dat bij niet tijdige betaling (binnen 14 dagen na de datum van de brief)
€ 205,92 aan incassokosten alsmede € 43,24 aan btw over die kosten in rekening zou worden gebracht.
2.4.
Eerder had [gedaagde] een betalingsachterstand laten ontstaan over de jaren 2015, 2016 en 2017. Ook die vordering was door Zilveren Kruis uit handen gegeven aan Flanderijn. [gedaagde] heeft voor dat openstaande bedrag een betalingsregeling afgesproken met de deurwaarder. Deze vordering was bekend onder dossiernummer 6244934. [gedaagde] is die betalingsregeling stipt nagekomen en heeft die vordering afgelost.
2.5.
Nadat de vordering uit het dossier met nummer 6244934 was afgelost zijn nog aflossingsbedragen ontvangen van [gedaagde] . Deze betalingen zijn overgeheveld naar het dossier 7473177 welk dossier ziet op de onderhavige openstaande vordering. Al die ontvangen bedragen zijn al in mindering gebracht op het thans gevorderde bedrag.

3.De vordering en het verweer

3.1.
Zilveren Kruis vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van
€ 1.645,49, te vermeerderen met rente en kosten.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat [gedaagde] premies die zij uit hoofde van de bij Zilveren Kruis afgesloten ziektekostenverzekering verschuldigd is alsmede het door haar verschuldigde eigen risico voor door Zilveren Kruis betaalde zorgkosten onbetaald heeft gelaten. Zilveren Kruis heeft daarom haar vordering op [gedaagde] ter incasso uit handen moeten geven. De hiermee gepaard gaande kosten komen voor rekening van [gedaagde] . Vanwege het uitblijven van betaling heeft Zilveren Kruis zich genoodzaakt gezien om [gedaagde] te dagvaarden.
3.3.
[gedaagde] betwist niet dat zij een betalingsachterstand heeft laten ontstaan, maar voert aan dat zij in 2017 een betalingsregeling heeft getroffen met de deurwaarder voor alles wat er op dat moment openstond, welke betalingsregeling zij stipt is nagekomen, zodat er geen verzuim is en zij niet begrijpt waarom zij is gedagvaard. Zij voert aan dat de brief van 10 januari 2022 onvoldoende is voor verzuim. Verder voert zij aan dat de dagvaarding niet duidelijk is omdat de bedragen die daarin genoemd worden en de dossiernummers niet kloppen. Ook stelt zij dat in de dagvaarding haar (medische) privacy is geschonden, omdat uit de bijlagen blijkt welke medicijnen aan haar zijn voorgeschreven.
3.4.
In haar conclusie van repliek heeft Zilveren Kruis uitgelegd hoe het komt dat er twee verschillende dossiernummers zijn. Zij heeft verklaard dat de betalingsregeling is komen te vervallen omdat de schuld was opgehoogd en dat dit op 9 september 2021 schriftelijk door Flanderijn aan [gedaagde] is meegedeeld. Verder is zij ingegaan op de door [gedaagde] gemotiveerd gestelde betalingen.
3.5.
In haar conclusie van dupliek heeft [gedaagde] haar verweer gehandhaafd.

4.De beoordeling

4.1.
De stelling van [gedaagde] dat haar (medische) privacy in de dagvaarding is geschonden kan haar niet helpen. Naar het oordeel van de kantonrechter kan niet worden geoordeeld dat Zilveren Kruis onvoldoende zorgvuldig met de belangen van [gedaagde] is omgegaan. Zilveren Kruis dient immers haar vordering te onderbouwen met bewijsstukken.
4.2.
[gedaagde] heeft niet betwist dat zij een betalingsachterstand had laten ontstaan. In haar verweer lijkt zij onder meer een beroep te doen op coulance omdat zij te maken heeft met veel medische klachten en beperkingen, terwijl zij met haar gezin moet rondkomen van een bijstandsuitkering. Dit is echter geen omstandigheid die zij aan Zilveren Kruis kan tegenwerpen en die maakt dat zij het eigen risico, dat zij op grond van artikel 1 aanhef en onder g van de Zorgverzekeringswet moet betalen voor (bepaalde) gemaakte zorgkosten, niet hoeft te betalen. Vaststaat dat zij niet volledig aan die betalingsverplichting heeft voldaan.
In een e-mail van 9 december 2021 heeft Flanderijn haar meegedeeld dat de betalingsregeling is komen te vervallen omdat de schuld is verhoogd. [gedaagde] is daarbij gesommeerd het openstaande bedrag van € 2.031,66 uiterlijk binnen 14 dagen te voldoen, aan welke sommatie zij niet heeft voldaan, zodat zij in verzuim verkeert. Hieruit volgt dat Zilveren Kruis terecht haar vordering uit handen heeft gegeven en dat [gedaagde] de gemaakte buitengerechtelijke incassokosten aan haar moet vergoeden.
4.3.
Zilveren Kruis is in haar conclusie van repliek ingegaan op de betalingen waarvan [gedaagde] afschriften heeft overgelegd bij haar conclusie van antwoord. Zij heeft uitgelegd hoe de ontvangen betalingen zijn afgeboekt en heeft gesteld dat met deze betalingen, voor zover door haar ontvangen, al rekening is gehouden in de dagvaarding. Met betrekking tot een betaling van € 50,- die op 11 maart 2022 via iDeal betaling was overgemaakt via Mollie B.V. onder de vermelding Flanderijn heeft Zilveren Kruis betwist dat zij deze betaling heeft ontvangen. Zij heeft verklaard dat een betaling die via de website van Flanderijn wordt verricht normaliter via het betaalintermedium Mollie B.V. plaatsvindt en dat Mollie B.V. dit dan overdraagt aan Flanderijn, maar dat in dit geval het bedrag kennelijk rechtstreeks aan Mollie B.V. is overgemaakt zonder vermelding van het dossiernummer, in welk geval het bedrag wordt teruggestort door Mollie B.V.
heeft betwist dat zij iets heeft terug ontvangen en gesteld dat dit ook niet blijkt uit de ingeleverde bankafschriften.
4.4.
Het is juist dat de terugboeking van dit bedrag niet blijkt uit de overgelegde bankafschriften. De betaling is echter overgemaakt via een Rabobankrekening en de overgelegde bankafschriften hebben allemaal betrekking op een rekening bij de ABN AMRO Bank. Omdat het voor de ontvanger onduidelijk zal zijn geweest waarop deze betaling betrekking had, moet ervan worden uitgegaan dat dit bedrag aan [gedaagde] is teruggeboekt.
4.5.
In de brief van 10 januari 2022 is onder het kopje ‘Betaling’ een bedrag genoemd van
€ 1.490,60, terwijl onder het kopje ‘Incassokosten voorkomen’ een bedrag genoemd wordt van € 1.372,77. Aan [gedaagde] kan worden toegegeven dat dit verwarrend is, maar omdat Zilveren Kruis blijkens de bijlage bij de dagvaarding uitgaat van een bedrag van € 1.372,77 op dat moment is [gedaagde] hierdoor niet in haar belangen geschaad.
4.6.
De door Zilveren Kruis ontvangen bedragen strekken op grond van artikel 6:44 van het Burgerlijk Wetboek eerst in mindering op de buitengerechtelijke kosten en de verschenen rente en vervolgens op de hoofdsom.
4.7.
De conclusie is dat de kantonrechter de vordering van Zilveren Kruis zal toewijzen.
4.8.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat zij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Zilveren Kruis van € 1.645,49, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van dagvaarding, zijnde 22 maart 2022, tot aan de dag van de gehele betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Zilveren Kruis tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 129,74
griffierecht € 365,00
salaris gemachtigde € 398,00 ;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I. de Greef, kantonrechter en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter