ECLI:NL:RBNHO:2023:2558

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
21 maart 2023
Zaaknummer
10018595 CV EXPL 22-4464
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een aan CE Medical Factoring B.V. gecedeerde vordering betreffende tandheelkundige behandelingen

In deze zaak vordert CE Medical Factoring B.V. betaling van een aan haar gecedeerde vordering betreffende tandheelkundige behandelingen en een consult. De kantonrechter heeft op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen CE Medical Factoring B.V. en een gedaagde die in persoon procedeerde. CE heeft de gedaagde, die een tandheelkundige behandeling heeft ondergaan bij Medidental, een bedrag van € 298,41 in rekening gebracht voor de behandelingen, maar de gedaagde heeft deze facturen ondanks aanmaningen niet voldaan. De gedaagde betwist de vordering en voert aan dat Medidental ondeugdelijk werk heeft geleverd, maar de kantonrechter oordeelt dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd om zijn verweer te onderbouwen. De kantonrechter wijst de vordering van CE toe en veroordeelt de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De tegenvordering van de gedaagde wordt afgewezen, evenals zijn verzoek om toestemming om de procedure online te delen. De proceskosten worden voor rekening van de gedaagde gesteld, maar vanwege de samenhang met de vordering worden deze vastgesteld op nihil.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10018595 \ CV EXPL 22-4464 (HB)
Uitspraakdatum: 15 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CE Medical Factoring B.V., handelend onder de naam Anders Medical Factoring
gevestigd te Vianen
eiseres
verder te noemen: CE
gemachtigde: LegalSteps B.V.
tegen
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon
De zaak in het kort
In deze zaak vordert CE betaling van een aan haar gecedeerde vordering betreffende tandheelkundige behandelingen en een consult. De vordering wordt toegewezen. De juistheid van het verweer van [gedaagde] dat de tandarts (Medidental) ondeugdelijk werk heeft geleverd, is niet komen vast te staan. De tegenvordering van [gedaagde] wordt afgewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
CE heeft bij dagvaarding van 5 juli 2022 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. Naar aanleiding van het tussenvonnis van 17 augustus 2022 heeft CE op 29 augustus 2022 een herstelexploot doen uitbrengen. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.
1.2.
CE heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven. CE heeft vervolgens nog schriftelijk gereageerd in de zaak van de tegenvordering.

2.Feiten

2.1.
Op 28 december 2017 heeft [gedaagde] een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Medidental. Er zijn toen meerdere vullingen geplaatst. CE heeft [gedaagde] voor deze behandeling bij factuur van 4 januari 2018 een bedrag van € 161,37 in rekening gebracht.
2.2.
Op 3 april 2018 heeft [gedaagde] een consult gehad bij Medidental en op 4 april 2018 heeft Medidental meerdere vullingen bij [gedaagde] geplaatst. CE heeft [gedaagde] voor dat consult en die behandeling bij factuur van 7 april 2018 een bedrag van € 137,04 in rekening gebracht.
2.3.
[gedaagde] heeft de facturen ondanks aanmaningen niet voldaan.

3.De vordering

3.1.
CE vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 298,41, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vervaldatum van de facturen, met € 44,76 aan buitengerechtelijke incassokosten en met de proceskosten.
3.2.
CE legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Medidental haar vorderingen betreffende het consult op 3 april 2018 en de tandheelkundige behandelingen op 28 december 2017 en 4 april 2018 aan CE heeft gecedeerd. Doordat [gedaagde] de door CE toegezonden facturen van 4 januari 2018 en 7 april 2018 (van in totaal € 298,41) ondanks aanmaningen niet heeft voldaan, is hij ook de gevorderde wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.

4.Het verweer en de tegenvordering

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – aan dat hij de facturen onbetaald heeft gelaten omdat Medidental ondeugdelijk werk heeft geleverd. De ene na de andere vulling die door Medidental was geplaatst, viel er na twee maanden weer uit. En dan ontving [gedaagde] weer een factuur voor het opnieuw plaatsen van een uitgevallen vulling. Nadat Medidental hem (met pijn) te lang had laten wachten in de wachtkamer, is [gedaagde] omstreeks 8 april 2019 overgestapt naar zijn huidige tandarts.
4.2.
Op 22 november 2022 heeft [gedaagde] een aanmaningsbrief ontvangen van BoitenLuhrs gerechtsdeurwaarders, waarbij dezelfde vordering nogmaals wordt geïnd. Overigens is het [gedaagde] niet duidelijk wie de inning van de in deze procedure aan de orde zijnde vordering op zich heeft genomen: CE, deurwaarder Kuyt, LegalSteps of BoitenLuhrs. De stukken van LegalSteps en BoitenLuhrs moeten buiten beschouwing worden gelaten.
4.3.
[gedaagde] heeft de website medidental-haarlem.nl gelanceerd om verslag te doen over deze rechtszaak. Hij heeft Medidental en het administratiekantoor
(waarmee naar de kantonrechter begrijpt is bedoeld: CE)gevraagd of zij bezwaar hebben tegen het publiceren van door Medidental aangeleverde stukken op deze website. Zij hebben daartegen geen bezwaar gemaakt.
4.4.
[gedaagde] vordert bij wijze van tegenvordering dat de kantonrechter toestemming verleent om deze procedure inclusief alle communicatie online te mogen delen op de website medidental-haarlem.nl dan wel op de nog op te zetten website louchezaken.nl. Verder wil [gedaagde] de door Medidental geplaatste vullingen, die eruit zijn gevallen en die uiteindelijk door zijn eigen tandarts zijn vervangen, vergoed zien. Ook de kosten van een door zijn huidige tandarts op te stellen verklaring moeten door CE worden vergoed.
4.5.
CE betwist de tegenvordering. Op het verweer van CE zal – zo nodig – bij de beoordeling worden ingegaan.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
[gedaagde] heeft niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken dat Medidental haar vordering met betrekking tot het consult en de behandelingen in kwestie aan CE heeft gecedeerd. CE is dus de partij die de vordering int. Deurwaarder Kuyt heeft de inleidende dagvaarding en het herstelexploot uitgebracht. LegalSteps is in de dagvaarding en het herstelexploot als gemachtigde gesteld, waardoor LegalSteps gemachtigd is in deze procedure processtukken in te dienen. Er is dus geen reden die stukken buiten beschouwing te laten. BoitenLuhrs speelt geen rol in deze procedure. Overigens blijkt uit de door [gedaagde] overgelegde aanmaningsbrief van BoitenLuhrs van 22 november 2022 niet dat deze ziet op dezelfde vordering als de vordering die in deze procedure aan de orde is. De bij die brief gevorderde hoofdsom en buitengerechtelijke incassokosten zijn ook hoger dan die in deze procedure. De brief van BoitenLuhrs is daarom niet relevant.
5.2.
Vaststaat dat Medidental de in deze procedure aan de orde zijnde behandelingen en het consult heeft verricht. In principe dient [gedaagde] dan ook de daaraan verbonden kosten te betalen. Dit zou anders kunnen zijn als vast zou komen te staan dat Medidental in de nakoming van de behandelingsovereenkomst is tekortgeschoten. De bewijslast daarvan ligt (overeenkomstig de hoofdregel van het bewijsrecht zoals neergelegd in artikel 150 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering) op [gedaagde] . [gedaagde] heeft echter totaal niet onderbouwd dat de door Medidental geplaatste vullingen er daadwerkelijk zijn uitgevallen en dat – als dit wel het geval zou zijn – dit aan onkunde van Medidental te wijten is. [gedaagde] heeft bij antwoord aangekondigd dat hij een verklaring (met foto’s en facturen) van zijn huidige tandarts in het geding zal brengen ter onderbouwing van zijn standpunt, maar hij heeft dit niet gedaan. Ook is uit niets gebleken dat bij de facturen kosten voor het herplaatsen van uitgevallen vullingen in rekening zijn gebracht. Bovendien is niet gebleken dat [gedaagde] voorafgaand aan deze gerechtelijke procedure over het bij de betreffende facturen in rekening gebrachte consult en de behandelingen heeft geklaagd, laat staan dat hij Medidental in de gelegenheid heeft gesteld herstelwerkzaamheden te verrichten.
5.3.
Gelet op het bovenstaande is de juistheid van het verweer van [gedaagde] niet komen vast te staan. De gevorderde hoofdsom is dan ook toewijsbaar.
5.4.
CE heeft aanspraak gemaakt op de wettelijke rente vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 30 dagen na factuurdatum zoals bepaald in artikel 9 van de door CE overgelegde algemene voorwaarden. CE heeft echter niet gesteld dat die algemene voorwaarden op de overeenkomst tussen partijen van toepassing zijn. Ook is niet gebleken dat [gedaagde] de toepasselijkheid van die voorwaarden heeft aanvaard. Omdat geen concrete andere verzuimdatum is gesteld, zal de wettelijke rente over de hoofdsom worden toegewezen vanaf de datum van het herstelexploot.
5.5.
De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zijn toewijsbaar. Er zijn aanmaningen (waaronder een zogenoemde veertiendagenbrief) verzonden en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten stemmen overeen met het tarief zoals vervat in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij (grotendeels) ongelijk krijgt.
de tegenvordering
5.7.
Uit wat hierboven ten aanzien van de vordering is overwogen volgt dat de door [gedaagde] gevorderde kosten voor het vervangen van de uitgevallen vullingen en de kosten voor het opstellen van een verklaring door zijn tandarts niet toewijsbaar zijn.
5.8.
Ook de gevorderde toestemming voor het online delen van gegevens over deze procedure zal worden afgewezen. Anders dan [gedaagde] heeft gesteld heeft CE er onweersproken op gewezen dat Medidental bij e-mail van 12 september 2022 wel degelijk bezwaar heeft gemaakt tegen het publiceren van stukken op de website. Bovendien is er geen grondslag aangevoerd voor deze vordering, zodat deze om die reden al zal worden afgewezen. Voor zover is bedoeld een vorm van vervangende toestemming te vorderen omdat Medidental die toestemming niet heeft gegeven, kan die vordering ook al niet worden toegewezen omdat Medidental geen partij is in deze procedure.
5.9.
Omdat de tegenvordering wordt afgewezen, wordt [gedaagde] in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter zal echter, wegens de samenhang met de zaak van de vordering, de proceskosten met betrekking tot de tegenvordering vaststellen op nihil.

6.De beslissing

De kantonrechter:
de vordering
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan CE van € 343,17, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 298,41 vanaf 29 augustus 2022 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van CE tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 107,22
griffierecht € 128,00
salaris gemachtigde € 160,00 ;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
de tegenvordering
6.5.
wijst de vordering af;
6.6.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, die voor CE worden vastgesteld op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Kruithof en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter