ECLI:NL:RBNHO:2023:2968
Rechtbank Noord-Holland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de geldigheid van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument met betrekking tot de aanvaarding via digitale middelen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 22 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Innova Energie B.V. en een consument die niet is verschenen. De eisende partij, Innova Energie B.V., had de consument een aanbod gedaan dat deze naar eigen zeggen digitaal had aanvaard door op een aanvaardingsknop te klikken. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis de eisende partij de gelegenheid gegeven om aan te tonen dat voldaan was aan artikel 6:230v lid 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW), dat betrekking heeft op de informatieplicht bij overeenkomsten op afstand.
In de beoordeling heeft de kantonrechter vastgesteld dat de eisende partij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de overeenkomst rechtsgeldig tot stand is gekomen. De enkele stelling dat het aanbod is aanvaard vanaf een bepaald IP-adres was onvoldoende om te concluderen dat de consument daadwerkelijk de aanvaardingsknop had ingedrukt. De kantonrechter oordeelde dat het op de weg van de eisende partij lag om aan te tonen dat de overeenkomst tot stand was gekomen, wat niet is gebeurd.
Hierdoor concludeerde de kantonrechter dat de overeenkomst op grond van artikel 3:39 BW nietig was, wat leidde tot afwijzing van de vordering. Ook de subsidiaire vorderingen, die gebaseerd waren op onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking, werden afgewezen. De proceskosten werden voor rekening van de eisende partij gesteld, omdat deze ongelijk kreeg. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. M.M. Kruithof in aanwezigheid van de griffier.