In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedaan op 18 april 2023, wordt het beroep van eiser tegen een last onder dwangsom beoordeeld. Eiser, eigenaar van een pand in Bloemendaal, had de begane grond van zijn gebouw in gebruik als woning, wat in strijd was met het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat de last onder dwangsom in stand kan blijven, omdat het gebruik van de begane grond als woning niet is toegestaan volgens het bestemmingsplan ‘Bennebroek 2016’. Eiser had een beroep gedaan op overgangsrecht, maar de rechtbank concludeert dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de begane grond op de peildatum, 13 januari 2017, al voor bewoning werd gebruikt. De rechtbank wijst erop dat de bewoning in strijd is met de bestemmingsplanbepalingen en dat er geen concreet zicht op legalisatie bestaat. Eiser kan zich niet succesvol beroepen op het feit dat er een gezin woont dat geen andere woonruimte kan vinden, omdat de rechtbank geen bijzondere omstandigheden ziet die handhaving onredelijk zouden maken. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.